ECLI:NL:RBGRO:2011:BR7051
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in brandstichtingszaak met onvoldoende bewijs en onduidelijkheid over de brandduur
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 7 september 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van brandstichting. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] en thans preventief gedetineerd, werd ervan verdacht opzettelijk brand te hebben gesticht in een houten garage/schuur in de gemeente Stadskanaal op 21 november 2010. De aanklacht omvatte het gebruik van thinner, een brandversnellend middel, en het in gevaar brengen van omwonenden, waaronder kinderen.
De verdediging voerde aan dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen. De belangrijkste bewijsmiddelen waren videobeelden waarop de verdachte te zien was met een fles thinner, maar de verdediging betoogde dat deze beelden niet als bewijs mochten worden gebruikt omdat ze in strijd met de wet waren verkregen. Bovendien werd gesteld dat de beelden slechts aantoonden dat de verdachte een uur voor de brand in de buurt was, wat niet voldoende was om zijn betrokkenheid bij de brand te bewijzen.
De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De verklaringen van de verdachte, hoewel wisselend, werden niet als bewijswaardevol beschouwd. Het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) over de brandduur was niet deugdelijk onderbouwd en liet ruimte voor andere verklaringen. De rechtbank oordeelde dat de brand mogelijk kort voor de eerste melding was ontstaan, waardoor de aanwezigheid van de verdachte in de buurt niet als bewijs voor zijn schuld kon worden gebruikt.
Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van de ten laste gelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend was bewezen dat hij de brand had gesticht. De benadeelde partijen, die zich in het proces hadden gevoegd, werden in hun vorderingen niet-ontvankelijk verklaard, en de rechtbank bepaalde dat ieder de eigen kosten zou dragen.