ECLI:NL:RBGRO:2011:BR5055
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslagvergoeding en gelijkheidsbeginsel in arbeidsrechtelijke geschillen
In deze zaak, die voor de Rechtbank Groningen is behandeld, heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. H.J.A. van Dijk van FNV Bondgenoten, een vordering ingesteld tegen JPB Groep B.V. inzake een ontslagvergoeding. De zaak betreft de vraag of eiser recht heeft op een ontslagvergoeding, gezien de omstandigheden waaronder andere werknemers, die in vergelijkbare situaties verkeerden, wel een vergoeding hebben ontvangen. JPB Groep B.V., vertegenwoordigd door mr. M.J.F. Nuijens, heeft aangevoerd dat eiser geen recht heeft op een ontslagvergoeding omdat hij een andere baan heeft aanvaard en dat de ontslagvergoedingen aan andere werknemers uit coulance zijn verstrekt.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de argumenten van beide partijen. Eiser heeft gesteld dat hij in een gelijke situatie verkeert als een collega, [B], die wel een vergoeding heeft ontvangen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de hoogte van de ontslagvergoeding in de praktijk is gebaseerd op de duur van de WW-uitkering van de werknemer. Dit heeft geleid tot de conclusie dat eiser, net als andere werknemers die niet op een WW-uitkering zijn aangewezen, recht heeft op een ontslagvergoeding.
De kantonrechter heeft uiteindelijk geoordeeld dat JPB Groep B.V. de ontslagvergoeding aan eiser moet betalen, en heeft de vordering van eiser toegewezen. JPB is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 22.703,86 bruto, vermeerderd met wettelijke rente, en is ook in de proceskosten veroordeeld. Dit vonnis is uitgesproken op 8 juni 2011 door mr. C. van den Noort, kantonrechter, en is openbaar gemaakt in aanwezigheid van de griffier.