ECLI:NL:RBGRO:2011:BR3082

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
25 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
18/670279-10
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

TBS met dwangverpleging voor stalker

Op 25 juli 2011 heeft de Rechtbank Groningen uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan stalking van een vrouw, aangeduid als [aangeefster]. De verdachte heeft in de periode van 10 januari 2010 tot en met 18 oktober 2010 op verschillende manieren inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [aangeefster]. Dit gebeurde onder andere door het drukken van T-shirts met kwetsende teksten, het langdurig staren naar haar op verschillende evenementen, en het versturen van ongewenste berichten en kaarten vanuit de gevangenis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks eerdere veroordelingen voor vergelijkbare feiten, doorging met zijn gedrag, wat leidde tot ernstige psychische belasting voor [aangeefster]. De officier van justitie heeft TBS met dwangverpleging geëist, en de rechtbank heeft deze maatregel opgelegd, gezien de verminderd toerekeningsvatbaarheid van de verdachte en het risico op herhaling. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met rapportages van psychologen die de geestelijke toestand van de verdachte hebben beoordeeld. De rechtbank concludeert dat de veiligheid van [aangeefster] en de algemene veiligheid van personen de oplegging van TBS met dwangverpleging vereisen. De verdachte is ter beschikking gesteld voor een periode van maximaal vier jaar.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Strafrecht
parketnummers:18/670279-10 en 24/000742-05 (tul) (promis)
datum uitspraak: 25 juli 2011
op tegenspraak
raadsman: mr. M.C. van Linde
V O N N I S
van de rechtbank Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats],
thans preventief gedetineerd in P.I. HvB Ter Apel, Ter Apel, Ter Apelervenen 10.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van
18 oktober 2010, 6 januari 2011, 28 maart 2011, 30 mei 2011 en 12 juli 2011.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 10 januari 2010 tot en met 18 oktober 2010
te Pieterburen, gemeente De Marne, althans in de provincie Groningen, in elk
geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft
gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [aangeefster], in elk geval van een
ander, met het oogmerk die [aangeefster], in elk geval die ander, te dwingen
iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft
verdachte
- T-shirts laten drukken met de tekst(en): 'ELKE dag bier LEKKER, ELKE nacht
seks GRAAG' en/of 'T.B.E., ter beschikking van ELKE vrouw' en/of 'het was ELKE
dag waard' en deze T-shirts in het openbaar gedragen en/of
- op een schuurfeest in Eenrum op 29 mei 2010 langdurig gestaard naar deze
[aangeefster], zich in haar buurt/directe omgeving opgehouden, een plaatje
aanvraagd voor haar althans aan de DJ gevraagd een omroep te doen voor haar en
deze [aangeefster] achtervolgd toen zij naar haar fiets liep en/of
- op het Roakeldais festival in Warffum op op 3 juli 2010 langdurig gestaard
naar deze [aangeefster], zich in haar buurt/directe omgeving opgehouden en een
T-shirt gedragen met voornoemd opschrift en/of
- op het Truckersfestival in Ulrum op 12 juni 2010 langdurig gestaard naar
aangeefster en zich in haar buurt/directe omgeving opgehouden en/of
- een lidmaatschap aangevraagd van de NLTO waarvan aangeefster bestuurslid is
en/of
- een barbecue van de NLTO bezocht op 24 juni 2010 waar ook deze [aangeefster]
aanwezig was en/of
- op 30 mei 2010 een e-mailbericht gestuurd naar de Regiopolitie Groningen
en/of het Servicecentrum Politie, waarin hij stelt dat deze [aangeefster] hem
bedreigt en waarbij aangeeft: 'leggen jullie haar het zwijgen op, of moet ik
het doen?'en/of
- ((ondermeer) vanuit het Huis van Bewaring, alwaar verdachte op verdenking
van deze feiten voorlopig gehecht is/was) (meerdere) kaartjes en/of brieven
en/of (een) sms'je(s) gestuurd aan deze [aangeefster] en aan de familie,
kennissen en buurtbewoners van deze [aangeefster], en/of
- (vanuit het Huis van Bewaring, alwaar verdachte op verdenking van
deze feiten voorlopig gehecht is/was) kaartjes gestuurd aan de Marne Manege
alwaar deze [aangeefster] de voorzitter is, en/of
- (vanuit het Huis van Bewaring, alwaar verdachte op verdenking van
deze feiten voorlopig gehecht is/was) een brief gestuurd aan RTV Noord en
(daarmee) een boodschap laten uitspreken in een radio-uitzending van RTV Noord
bestemd voor deze [aangeefster], en/of
- ((ondermeer) vanuit het Huis van Bewaring, alwaar verdachte op verdenking van
deze feiten voorlopig gehecht is/was) brieven en e-mails gestuurd aan de
Regiopolitie Groningen en/of het Servicecentrum Politie waarin verdachte
aanstuurt op het aanhouden en/of het verhoren en/of het detineren van deze
[aangeefster] door de politie.
Bewijsvraag
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. De stukken die zien op de stalkingsgedragingen van verdachte zijn terug te vinden in diverse processen-verbaal van bevindingen en aangiftes van mevrouw [aangeefster] met de daarbij horende klachten, alsmede in diverse getuigenverklaringen. Ook bevinden zich foto’s in het dossier van de T-shirts met de opdruk ”ELKE dag bier Lekker” en “Elke nacht seks GRAAG”. Deze T-shirts zijn door verdachte - onder meer - gedragen op het Roakeldais festival in Ulrum op 3 juli 2010. Tevens bevinden zich in het dossier vele kaarten en brieven die door verdachte naar [aangeefster] en naar de familie, kennissen en buren van [aangeefster] zijn gestuurd. Verdachte heeft toegegeven dat hij contact heeft gezocht met [aangeefster]. Tevens heeft hij erkend T-shirts te hebben laten drukken met teksten die slaan op [aangeefster]. Ook heeft hij erkend een plaatje voor [aangeefster] te hebben aangevraagd op het schuurfeest in Eenrum.
Verdachte heeft op veel verschillende manieren contact gezocht met [aangeefster]. Contact dat door [aangeefster] absoluut niet gewenst was en dat zij als zeer vervelend en zelfs bedreigend heeft ervaren. Daarbij is ook de naaste omgeving van [aangeefster] betrokken.
Er is - mede geplaatst in het licht van de eerdere veroordeling die verdachte heeft voor belaging- sprake van stelselmatigheid. Ook heeft verdachte het oogmerk gehad om [aangeefster] tot iets te dwingen en iets te laten dulden. Dit oogmerk volgt uit de handelingen van verdachte. Verdachte dwong [aangeefster] iets te doen, namelijk met hem praten over onder andere waarom zij hem niet als vriend wilde. Ook dwong verdachte [aangeefster] te dulden dat regelmachtig contact met haar werd gezocht. Daarmee werd fors inbreuk gemaakt op haar persoonlijke levenssfeer. Het ten laste gelegde kan derhalve wettig en overtuigend worden bewezen.
Standpunt van de verdediging
Verdachte is van mening dat hij dient te worden vrijgesproken.
Beoordeling
De rechtbank heeft bij de beoordeling acht geslagen op de volgende bewijsmiddelen.
Een proces-verbaal d.d. 4 juli 2010, opgenomen (achter tabblad 4) op pagina 70 e.v. van dossier nummer 2010065404-25 d.d. 6 juli 2010, inhoudende de aangifte van [aangeefster], zakelijk weergegeven:
Op zaterdag 3 juli 2010, omstreeks 23:15 uur, ben ik naar het Roakeldais festival in Warffum gegaan. Ik zag [verdachte] toen ook al staan. Ik zag dat [verdachte] op ongeveer 20 meter afstand van mij stond. Ik had gelijk al door dat [verdachte] mij constant in de gaten hield. Gedurende de avond vorderde zag ik dat [verdachte] steeds dichterbij mij kwam staan. Ik zag dat [verdachte] mij strak aan bleef kijken en dat hij zich wat groter maakte door zijn borst op te zetten. Ik zag dat [verdachte]steeds langs mij liep.
Ik zag dat [verdachte]steeds provocerend door het groepje liep waarmee ik stond te praten. [verdachte] deed dit meerdere keren. [verdachte] was plotseling even weg. Ik zag dat [verdachte] later een ander T-shirt aan had. Ik zag dat [verdachte] een zwart shirt aan had met daarop de tekst ‘Elke dag lekker bier’. Dit stond met witte letters op de voorkant van het shirt. Ik zag dat de letters Elke groter waren dan de rest. Dit omdat mijn roepnaam zo is. Ik zag dat op de achterkant van het shirt weer de tekst ‘Elke’ stond en iets met seks.
Ik word al ander half jaar door hem lastig gevallen en afgelopen nacht was ik het helemaal zat, ik was mezelf niet meer.
Schriftelijk stuk, opgenomen (achter tabblad 3) op pagina 26 t/m 31 van voornoemd dossier, inhoudende foto’s van T-shirts van verdachte met daarop de teksten: ELKE dag bier LEKKER; ELKE nacht sex GRAAG ; T.B.E. ; ter beschikking van Elke vrouw.
Een proces-verbaal d.d.2 juni 2010, opgenomen (achter tabblad 4) op pagina 53 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de aangifte van [aangeefster], zakelijk weergegeven:
Ik heb eerder aangifte van stalking door [verdachte]gedaan.
Op zaterdag 29 mei 2010 ben ik naar het schuurfeest gegaan in Eenrum. Ik zag direct [verdachte] staan. Ik hoorde van [getuige 1] dat [verdachte] achter mijn rug gek deed. [verdachte] stond in eerste instantie op een afstand van ongeveer 10 meter. Hij kwam echter steeds dichter bij mij staan. Op een gegeven moment stond hij vlak bij mij. Hij keek voortdurend naar mij. Om [verdachte] te ontlopen ben ik naar de andere kant van de schuur gelopen. Dit heeft niet geholpen, want hij ging overal heen waar ik ook heen liep. [verdachte] heeft ook de hele avond met niemand gesproken en heeft alleen maar naar mij staan kijken en mij gevolgd. Op een gegeven moment hoorde ik de DJ mijn naam omroepen omdat ik jarig zou zijn. Ik moest vanaf de schuur ongeveer 300 meter lopen om bij mijn fiets te komen. [verdachte] heeft mij toen de hele tijd gevolgd. Ik was toen echt bang. Ik wil niet vluchten voor [verdachte], maar ben er toch altijd mee bezig.
Een proces-verbaal van voorgeleiding d.d. 9 juli 2010, als los opgenomen stuk behorende bij voornoemd dossier, inhoudende de aangifte van [aangeefster], zakelijk weergegeven:
Op 12 juni 2010 was ik op het truckersfestival in Ulrum. Ik was daar samen met mijn vriendin [getuige 2]. [verdachte] was daar ook. Hij zocht continu oogcontact met mij en kwam steeds weer heel dicht bij mij staan. Op een gegeven moment stond hij binnen een meter afstand van mij. Ik was de hele tijd bezig om hem te ontlopen, maar overal waar ik heen liep kwam hij mij weer achterna. Ik was op dat moment ook echt bang voor hem. Dit kwam door de uitdrukking op zijn gezicht en houding. Ik voelde mij bijzonder ongemakkelijk door hem.
Op 24 juni 2010 was de barbecue van de NLTO. Ik ben daar bestuurslid en ben dan ook heen geweest. [verdachte] bleek sinds een maand ook lid te zijn geworden van de NLTO en was daar dus ook.
Ik heb in 2009 aangifte gedaan van stalking door [verdachte], hij is daarvoor aangehouden en tijdens zijn detentie heeft hij mij en mijn kennissenkring een groot aantal brieven en kaartjes gestuurd.
Op 9 maart 2010 is er een ansichtkaart bezorgd bij de Marnemanege gevestigd aan het Wilgenpad 5 te Kloosterburen. Deze ansichtkaart is gericht aan de voorzitster van de manege en de afzender is [verdachte].
Ik ben voorzitter van de Marnemanege en de kaart was dus aan mij gericht.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 juli 2010, opgenomen (achter tabblad 4) op pagina 78 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de relatering van verbalisanten, zakelijk weergegeven:
22 juni 2010 vond een overleg plaats tussen de officier van justitie, de parketsecretaris en verbalisanten. Hier werd onder meer de e-mail die [verdachte] had gestuurd naar de buurtagent besproken. Hierin stonden denigrerende teksten.
Na het truckersfestival heeft een vriendin van [aangeefster] een sms bericht gekregen van [verdachte]. [aangeefster] gaf aan dat zij het vervelend vindt dat [verdachte] ook haar kennissen lastig valt.
Een schriftelijk stuk, opgenomen (achter tabblad 4) op pagina 40, inhoudende een mail
d.d. 30 mei 2010; 04:47 uur, verstuurd door verdachte aan politieservicecentum@groningen.politie.nl, inhoudende, zakelijk weergeven:
[aangeefster] uit [woonplaats aangeefster] heeft vannacht met mij gepraat (gescholden) terwijl wij een contactverbod hebben. Het wordt nu wel eens tijd dat dat kreng/schaap een tijdje achter de deur/cel verdwijnt, want zij is een gevaar voor de maatschappij met haar woede uitbarstingen. Zij heeft het tussen de oren niet helemaal op een rijtje. Of jullie leggen haar het zwijgen op of moet ik het zelf doen?
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juli 2010, opgenomen (achter tabblad 6) van voornoemd dossier, inhoudende de relatering van verbalisanten, zakelijk weergegeven:
Verbalisant heeft contact opgenomen met RTV Noord. Verbalisant heeft van de medewerkers van RTV Noord een brief ontvangen met als afzender [verdachte]. In deze brief heeft verdachte verzocht om een boodschap uit te laten spreken in een radio uitzending van RTV Noord, bestemd voor [aangeefster]. De boodschap is uitgezonden op de radio.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 september 2010, opgenomen (achter tabblad 8) van voornoemd dossier, inhoudende de relatering van verbalisanten, zakelijk weergegeven:
Op vrijdag 10 september 2010 werd door [aangeefster] telefonisch contact opgenomen met de politie in Zuidhorn. Zij deelde mee dat zij opnieuw post had ontvangen, welke was verzonden door [verdachte] vanuit P.I. ter Apel. De post is door verbalisanten opgehaald. De post bleek onder meer te bestaan uit wenskaarten met als afzender
[verdachte], P.I. ter Apel.
Een proces-verbaal d.d. 6 juli 2010, opgenomen (achter tabblad 4) op pagina 17 van voornoemd dossier, inhoudende de relatering van verbalisanten, zakelijk weergegeven:
Op 8 december 2009 om 10:21 uur verstuurde [verdachte] een mail met de mededeling dat hij aangifte wilde doen van mishandeling, bedreiging met geweld en vernieling tegen [aangeefster].
Op 6 juni 2010 heeft [verdachte] een mail naar het politieservicecentrum gestuurd waarin hij zich afvroeg waarom er niks met zijn aangifte gebeurt.
Een proces-verbaal d.d. 6 juli 2010, opgenomen (achter tabblad 4) op pagina 94 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van verdachte zakelijk weergegeven:
Ik ben op 3 juli 2010 naar Roakeldais in Warffum geweest. Ik had nog een T-shirt bij mij. Dit was een zwart T-shirt met wit en grijze tekst erop. De tekst op de achterkant was ‘Elke nacht sex graag’ in grijze letters. Aan de voorkant had ik een witte tekst staan ‘Elke dag bier graag’. Het woord Elke staat dus voor de naam [aangeefster].
Ik heb T-shirts laten bedrukken. Ik heb daar een briefje achtergelaten met de teksten: Een T-shirt met de tekst die ik hiervoor heb beschreven. Ook een T-shirt met T.B.E. aan de voorzijde en aan de achterzijde Ter Beschikking van Elke vrouw, dit slaat dan op [aangeefster]. Daarnaast ook een T-shirt met de tekst: ‘het was Elke dag waard’, ook deze Elke sloeg natuurlijk op [aangeefster].
Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 12 juli 2011 afgelegd, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik was op Roakeldais, in Eenrum en in Ulrum en heb naar [aangeefster] gekeken. Ik probeerde haar met mijn post te provoceren om haar aan de praat te krijgen. Ik wil weten waarom ze mij niet wil.
Ik ben lid geworden van NLTO.
Ik heb e-mails gestuurd naar de politie. Ik heb vanuit het Huis van Bewaring ook post verstuurd naar [aangeefster] en naar vrienden, familie en kennissen van haar.
De rechtbank overweegt het navolgende.
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen kan worden bewezen dat verdachte gedurende een lange periode op diverse manieren contact heeft gezocht met [aangeefster]. Dit contact was door [aangeefster] niet gewenst en is door haar als vervelend en bedreigend ervaren. Aangezien aan verdachte ook geen rechtens erkend belang toekomt voor dit contact, dient het als wederrechtelijk te worden aangemerkt. Met zijn handelen heeft verdachte ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [aangeefster]. Er is sprake geweest van een stelselmatig 'lastigvallen' van [aangeefster]. Ook heeft verdachte familie, vrienden en kennissen van [aangeefster] met post en sms’jes bestookt.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte, gelet op zijn handelen, het oogmerk had om [aangeefster] te dwingen iets te doen, namelijk te dwingen met hem te praten.
Gelet op vorenstaande kan het ten laste gelegde dan ook worden bewezen.
Bewezenverklaring
Gelet op vorenstaande is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 10 januari 2010 tot en met 18 oktober 2010te Pieterburen, gemeente De Marne, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft
gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [aangeefster], met het oogmerk die [aangeefster], te dwingen iets te doen, immers heeft verdachte
- T-shirts laten drukken met de teksten: 'ELKE dag bier LEKKER, ELKE nacht
seks GRAAG' en 'T.B.E., ter beschikking van ELKE vrouw' en 'het was ELKE
dag waard' en deze T-shirts in het openbaar gedragen en
- op een schuurfeest in Eenrum op 29 mei 2010 langdurig gestaard naar deze
[aangeefster], zich in haar buurt/directe omgeving opgehouden, een plaatje
aangevraagd voor haar en deze [aangeefster] achtervolgd toen zij naar haar fiets liep en
- op het Roakeldais festival in Warffum op 3 juli 2010 langdurig gestaard
naar deze [aangeefster], zich in haar buurt/directe omgeving opgehouden en een
T-shirt gedragen met voornoemd opschrift en
- op het Truckersfestival in Ulrum op 12 juni 2010 langdurig gestaard naar
aangeefster en zich in haar buurt/directe omgeving opgehouden en
- een lidmaatschap aangevraagd van de NLTO waarvan aangeefster bestuurslid is
en
- een barbecue van de NLTO bezocht op 24 juni 2010 waar ook deze [aangeefster]
aanwezig was en
- op 30 mei 2010 een e-mailbericht gestuurd naar de Regiopolitie Groningen
en/of het Servicecentrum Politie, waarin hij stelt dat deze [aangeefster] hem
bedreigt en waarbij aangeeft: 'leggen jullie haar het zwijgen op, of moet ik
het doen?'en
- ((ondermeer) vanuit het Huis van Bewaring, alwaar verdachte op verdenking
van deze feiten voorlopig gehecht is/was) (meerdere) kaartjes en brieven
en/of sms'jes gestuurd aan deze [aangeefster] en aan de familie,
kennissen en buurtbewoners van deze [aangeefster], en
- (vanuit het Huis van Bewaring, alwaar verdachte op verdenking van
deze feiten voorlopig gehecht is/was) kaartjes gestuurd aan de Marnemanege
alwaar deze [aangeefster] de voorzitter is, en
- (vanuit het Huis van Bewaring, alwaar verdachte op verdenking van
deze feiten voorlopig gehecht is/was) een brief gestuurd aan RTV Noord en
(daarmee) een boodschap laten uitspreken in een radio-uitzending van RTV Noord
bestemd voor deze [aangeefster], en
- ((ondermeer) vanuit het Huis van Bewaring, alwaar verdachte op verdenking van
deze feiten voorlopig gehecht is/was) brieven en e-mails gestuurd aan de
Regiopolitie Groningen en/of het Servicecentrum Politie waarin verdachte
aanstuurt op het aanhouden en/of het verhoren en/of het detineren van deze
[aangeefster] door de politie.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Strafbaarheid van het feit
Hetgeen de rechtbank bewezen heeft verklaard, levert het volgende strafbare feit op:
Belaging.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu ten aanzien van verdachte geen strafuitsluitings-gronden aanwezig worden geacht.
De rechtbank heeft bij de beoordeling van de strafbaarheid van de verdachte acht geslagen op de Pro Justitia rapportages van drs. M. van Heteren, GZ- psycholoog d.d. 13 maart 2010 en dr. C.J.F. Kemperman, psychiater, d.d. 1 maart 2010.
Rapporteur Van Heteren stelt in haar conclusie dat er bij verdachte sprake is van onder meer een obsessieve compulsieve persoonlijkheidsstoornis, van een persoonlijkheidsstoornis NAO met narcistische en paranoïde trekken en van een pervasieve ontwikkelingsstoornis NAO. Ook rapporteur Kemperman stelt dat er sprake is van antisociaal gedrag binnen een autistiforme, obsessieve preoccupatie gefundeerd op een in geaardheid gelegen kwetsbaarheid, een persoonlijkheidsstoornis met antisociale, sadistische, narcistische en obsessief-compulsieve trekken.
Beide rapporteurs zijn van mening dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht.
De rechtbank heeft bij de beoordeling van de strafbaarheid tevens rekening gehouden met het Pro Justitia rapport opgesteld door G.B van de Kraats, psychiater en P.E. Geurkink, psycholoog, beiden verbonden aan Pieter Baan Centrum.
Zij stellen in hun rapport dat er bij verdachte sprake is van een stoornis uit het autismespectrum (PDD-NOS) die pervasief van aard is. De stoornis is “diep en doordringend” van invloed op het denken en handelen van verdachte, vooral in het sociaal-emotioneel contact met anderen. Door de contactstoornis en het gebrek aan empatische vermogens is verdachte niet in staat om zich in zijn slachtoffers in te leven en probeert hij op een rigide en obsessieve wijze het contact af te dwingen teneinde antwoord te krijgen op zijn vragen. De rapporteurs achten verdachte sterk verminderd toerekeningsvatbaar.
De rechtbank kan zich met deze conclusies ten aanzien van de problematiek van verdachte verenigen en neemt deze over. Met de rapporteurs van het Pieter Baan Centrum acht de rechtbank verdachte ten aanzien van het ten laste gelegde sterk verminderd toerekeningsvatbaar.
De rechtbank acht verdachte derhalve strafbaar, nu ten opzichte van verdachte ook overigens geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
Motivering maatregel
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een TBS met dwangverpleging.
De officier van justitie heeft hierbij onder meer het navolgende betrokken. Door het handelen van verdachte is het geestelijk welbevinden van [aangeefster] meer of mindere mate ernstig verstoord. Uit de rapportages die er over verdachte zijn opgemaakt blijkt zonder meer dat verdachte zonder psychiatrische hulp snel opnieuw - voor zover hij al gestopt was- in een situatie zal komen waarin hij de geestelijke integriteit van [aangeefster]dan wel een andere vrouw, zal schenden door deze stelselmatig lastig te vallen. Er is voldaan aan het gevaarcriterium.
Aan verdachte is door de rechtbank Groningen op 23 april 2010 een TBS met voorwaarden opgelegd wegens onder meer de belaging van [aangeefster]. Verdachte is na dit vonnis doorgegaan met belagen van [aangeefster] en heeft zich hierdoor ook niet gehouden aan de aan hem in dit vonnis opgelegde bijzondere voorwaarden.
Het risico op herhaling, de documentatie van verdachte, de inhoud van de rapportages, het beeld dat verdachte oproept op basis van het dossier en heeft opgeroepen op zitting, rechtvaardigen een TBS met dwangverpleging.
Standpunt van de verdediging
Verdachte is van mening dat hij dient te worden vrijgesproken en heeft zich derhalve niet uitgelaten over een op te leggen straf of maatregel.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf of maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzittingen en de aangaande zijn persoon opgemaakte rapportages, alsmede de vordering van de officier van justitie.
Voorts overweegt de rechtbank het navolgende
Verdachte heeft [aangeefster] - door haar over een lange periode onder meer met zeer grote regelmaat post te sturen en haar op verschillende feesten langdurig aan te staren - belaagd, teneinde een gesprek te bewerkstelligen. Ook heeft verdachte post en sms’jes verstuurd naar kennissen van aangeefster. Verdachte heeft door zijn handelwijze grote inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer en haar een vervelend en onveilig gevoel gegeven.
Tevens is komen vast te staan dat de verdachte, blijkens een hem betreffend uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister eerder is veroordeeld voor het plegen van soortgelijke feiten. Uit een vonnis van de rechtbank Groningen dat bij het dossier is gevoegd blijkt voorts dat verdachte op 23 april 2010 is veroordeeld wegens belagen van [aangeefster] voornoemd. Eerdere veroordelingen en behandelingen hebben verdachte er niet van weerhouden het onderhavige feit te plegen. Verdachte is zelfs doorgegaan met belagen van aangeefster tot aan de zitting van 12 juli 2011.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte, bij wie tijdens het begaan van het bewezenverklaarde feit een gebrekkige ontwikkeling en een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens bestond zoals voornoemd, ter beschikking moet worden gesteld omdat:
- het bewezen en strafbaar verklaarde het misdrijf omschreven in artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht oplevert;
- de veiligheid van anderen de oplegging van die maatregel eist;
- de algemene veiligheid van personen de oplegging van die maatregel eist.
De rechtbank heeft hierbij het volgende overwogen.
Uit de rapportage van het Pieter Baan Centrum komt naar voren dat de rapporteurs van mening zijn dat er, nu verdachte niet bekend is met fysiek agressief of gevaarzettend gedrag, onvoldoende termen aanwezig zijn om aan verdachte een TBS met dwangverpleging op te leggen.
De rechtbank is echter van oordeel dat gelet op de persoonlijkheidsproblematiek van verdachte de kans op herhaling zeer groot is. Hoewel verdachte aangeefster tot nu toe nooit fysiek heeft benaderd en er nog geen sprake lijkt te zijn van fysiek gevaar, is er wel degelijk sprake van gevaar voor de psychische gezondheid van aangeefster. De belaging is voor aangeefster een psychisch zware belasting, vindt al gedurende een lange periode en met grote regelmaat plaats en stopt zelfs niet op het moment dat verdachte gedetineerd is.
Uit vaste jurisprudentie blijkt dat ook gevaar voor de psychische gezondheid onder het zogenoemde - voor het opleggen van een TBS vereiste - gevaarcriterium valt (zie o.a. LJN: AU7080, HR, 31-01-2006). Daarbij komt dat de belagende gedragingen en de door hem gedane uitlatingen van verdachte in de loop van de tijd steeds explicieter lijken te worden. Verontrustend is met name ook dat verdachte zelf zegt bewust steeds meer te provoceren om zodoende een reactie van het slachtoffer uit te lokken.
Nu voorts aan alle vereisten voor het opleggen van een TBS met dwangverpleging is voldaan, acht de rechtbank een TBS met dwangverpleging geboden. De bewezen geachte vorm van stalking is niet aan te merken als een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. De aan verdachte op te leggen TBS is daarom krachtens artikel 38e van het Wetboek van Strafrecht
beperkt tot een maximum duur van 4 jaren.
Vordering na voorwaardelijke veroordeling
onder parketnummer: 24/000742-05
De officier van justitie heeft op grond van het arrest van het Gerechtshof Leeuwarden
d.d. 1 mei 2006 gevorderd dat door deze rechtbank een last tot tenuitvoerlegging zal worden gegeven.
Veroordeelde is bij voormeld vonnis veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
De officier van justitie heeft ter zitting niet-ontvankelijk verklaring gevorderd, omdat de proeftijd bij vonnis van de rechtbank Groningen d.d. 23 april 2010 weliswaar met 1 jaar is verlengd, maar dit vonnis is niet onherroepelijk. Daardoor kan nu niet worden geoordeeld dat verdachte voor het einde van de proeftijd een nieuwe straf heeft gepleegd. De rechtbank zal de officier van justitie hierin volgen.
Verbeurdverklaring
De rechtbank is van oordeel dat het inbeslaggenomene, te weten diverse T-shirts, moet worden verbeurd verklaard.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken, dat het bewezenverklaarde met betrekking tot de in beslag genomen goederen is begaan.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 37a, 63 en 285b van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank:
Verklaart het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hiervoor is aangegeven, te kwalificeren als voormeld en verklaart het bewezen verklaarde strafbaar.
Verklaart verdachte voor het bewezen verklaarde strafbaar.
Verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
De rechtbank gelast dat veroordeelde voor het bewezen- en strafbaar verklaarde :
ter beschikking wordt gesteld en beveelt dat de ter beschikking gestelde van overheidswege zal worden verpleegd.
Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling
Verklaart de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van het arrest van het Gerechtshof Leeuwarden d.d. 1 mei 2006 onder parketnummer 24/000742-05 niet -ontvankelijk.
Verklaart verbeurd:
T-shirts.
Dit vonnis is aldus gewezen door mrs. E.W. van Weringh, voorzitter, L.W. Janssen en
Th. A. Wiersma, in tegenwoordigheid van mr. E.A.B. de Jong, griffier en uitgesproken op de openbare zitting van 25 juli 2011.