ECLI:NL:RBGRO:2011:BR0017
Rechtbank Groningen
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid Nederlandse rechter in geschil over goederen in Duitsland
In deze zaak, die voor de voorzieningenrechter van de Rechtbank Groningen is behandeld, hebben de eiseressen, TKATE B.V. en MEATPROTEÏNS B.V., een kort geding aangespannen tegen de gedaagde, MOLDA A.G., met het verzoek om teruggave van installaties die zich in Duitsland bevinden. De eiseressen zijn producenten van ingrediënten voor de voedingsmiddelenindustrie en hebben een overeenkomst gesloten met de gedaagde, waarbij zij knowhow en technologie ter beschikking stelden voor de productie van collageenpoeder. Het geschil ontstond toen er onenigheid ontstond over gefactureerde bedragen en investeringen in de productiefaciliteit van de gedaagde.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de gedaagde, MOLDA A.G., in Duitsland is gevestigd en dat de goederen waar het geschil om draait zich ook in Duitsland bevinden. Hierdoor heeft de Nederlandse rechter geen bevoegdheid om kennis te nemen van de vordering tot afgifte van deze goederen. De voorzieningenrechter heeft de bevoegdheidsregels van de EEX-verordening toegepast, die bepalen dat de verweerder moet worden opgeroepen voor de gerechten van de lidstaat waar hij zijn woonplaats heeft. In dit geval had MOLDA in Duitsland moeten worden opgeroepen.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen forumkeuze is gemaakt in de overeenkomst tussen partijen en dat de Nederlandse rechter, ook in kort geding, onbevoegd is om van het geschil kennis te nemen. De eiseressen zijn als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op EUR 1.384,00. Het vonnis is op 10 juni 2011 uitgesproken door mr. R.B.M. Keurentjes.