ECLI:NL:RBGRO:2011:BQ9126
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.A. Flinterman
- M.J.B. Holsink
- S. Stenfert Kroese
- Rechtspraak.nl
Gegrondverklaring ontkenning vaderschap met betrekking tot minderjarig kind
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 21 juni 2011 uitspraak gedaan over de ontkenning van het vaderschap van de man van het op 22 november 2010 geboren minderjarige kind A. De vrouw, verzoekster in deze procedure, heeft op 18 maart 2011 een verzoekschrift ingediend om de ontkenning van het vaderschap gegrond te verklaren. De man is niet verschenen tijdens de zittingen, ondanks dat hij wettelijk was opgeroepen. De rechtbank heeft de zaak behandeld met gesloten deuren op 7 juni 2011, waarbij de vrouw, haar advocaat mr. E. Henkelman, en de bijzondere curator aanwezig waren. De man was niet bereikbaar en heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw en de man sinds 1 januari 2010 feitelijk gescheiden leven. Uit hun huwelijk is het kind B. geboren, en de vrouw heeft op 22 november 2010 het kind A. gekregen, waarvan de man niet de biologische vader is. De verwekker van kind A. is de broer van de man, die onherroepelijk is veroordeeld voor een zedenmisdrijf. Dit heeft geleid tot de beslissing dat het in het belang van kind A. is om juridisch vast te stellen wie haar biologische vader is. De rechtbank heeft geoordeeld dat de man niet de biologische vader van A. is, en heeft het verzoek van de vrouw tot gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap toegewezen. De juridische situatie wordt hiermee in overeenstemming gebracht met de feitelijke situatie, wat in het belang van het kind is.
De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat ieder van de partijen de eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan door de meervoudige familiekamer van de Rechtbank Groningen, met de betrokken rechters D.A. Flinterman, M.J.B. Holsink en S. Stenfert Kroese, en is openbaar uitgesproken op 21 juni 2011.