ECLI:NL:RBGRO:2011:BQ9124
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.A. Flinterman
- M.J.B. Holsink
- S. Stenfert Kroese
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming tot erkenning van twee kinderen en omgangsregeling
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Groningen op 21 juni 2011, is een verzoek ingediend door de man tot het verlenen van vervangende toestemming voor de erkenning van twee kinderen, waarvan één nog ongeboren is. De man heeft op 21 maart 2011 een verzoekschrift ingediend waarin hij vroeg om de benoeming van een bijzondere curator voor het ongeboren kind en om vervangende toestemming voor de erkenning van de kinderen. De vrouw heeft geen verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft op 22 maart 2011 mr. T.H.G. Schuringa benoemd tot bijzondere curator, maar deze taak is later overgenomen door mr. J. Dijkman.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de man op 18 mei 2011 beide kinderen heeft erkend en dat partijen sinds 30 mei 2011 gezamenlijk het ouderlijke gezag over de kinderen uitoefenen. De rechtbank heeft ook kennisgenomen van de overeenstemming die partijen hebben bereikt over een omgangsregeling. De verzoeken van de man tot vervangende toestemming voor erkenning en gezamenlijk ouderlijk gezag zijn echter afgewezen.
De rechtbank heeft een omgangsregeling vastgesteld waarbij de man, zolang hij nog niet over eigen woonruimte beschikt, het minderjarige kind A. op maandag van 09.00 uur tot 12.00 uur mag meenemen en het minderjarige kind B. bij de vrouw kan zien, in onderling overleg. Zodra de man over eigen woonruimte beschikt, heeft hij recht op een uitgebreidere omgangsregeling met beide kinderen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. De uitspraak is gedaan door mrs. D.A. Flinterman, M.J.B. Holsink en S. Stenfert Kroese, waarbij de griffier G.D. Kuilman aanwezig was.