ECLI:NL:RBGRO:2011:BQ9124

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
21 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
125323-FA RK 11-618
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming tot erkenning van twee kinderen en omgangsregeling

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Groningen op 21 juni 2011, is een verzoek ingediend door de man tot het verlenen van vervangende toestemming voor de erkenning van twee kinderen, waarvan één nog ongeboren is. De man heeft op 21 maart 2011 een verzoekschrift ingediend waarin hij vroeg om de benoeming van een bijzondere curator voor het ongeboren kind en om vervangende toestemming voor de erkenning van de kinderen. De vrouw heeft geen verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft op 22 maart 2011 mr. T.H.G. Schuringa benoemd tot bijzondere curator, maar deze taak is later overgenomen door mr. J. Dijkman.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de man op 18 mei 2011 beide kinderen heeft erkend en dat partijen sinds 30 mei 2011 gezamenlijk het ouderlijke gezag over de kinderen uitoefenen. De rechtbank heeft ook kennisgenomen van de overeenstemming die partijen hebben bereikt over een omgangsregeling. De verzoeken van de man tot vervangende toestemming voor erkenning en gezamenlijk ouderlijk gezag zijn echter afgewezen.

De rechtbank heeft een omgangsregeling vastgesteld waarbij de man, zolang hij nog niet over eigen woonruimte beschikt, het minderjarige kind A. op maandag van 09.00 uur tot 12.00 uur mag meenemen en het minderjarige kind B. bij de vrouw kan zien, in onderling overleg. Zodra de man over eigen woonruimte beschikt, heeft hij recht op een uitgebreidere omgangsregeling met beide kinderen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. De uitspraak is gedaan door mrs. D.A. Flinterman, M.J.B. Holsink en S. Stenfert Kroese, waarbij de griffier G.D. Kuilman aanwezig was.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector civielrecht
Meervoudige familiekamer
Zaaknummer 125323/FA RK 11-618
Beschikking d.d. 21 juni 2011
in de zaak van:
v e r z o e k e r,
hierna te noemen de man,
advocaat mr. I. Wagenaar,
en
v e r w e e r s t e r,
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. Y.M. Prins.
PROCESVERLOOP
De man heeft op 21 maart 2011 een verzoekschrift ingediend ertoe strekkende dat bij beschikking - zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad - :
- ten behoeve van het minderjarige kind A., alsmede het ongeboren kind van partijen een bijzondere curator wordt benoemd;
- vervangende toestemming wordt verleend tot erkenning van voornoemde minderjarige en het nog ongeboren kind van partijen;
- wordt bepaald dat partijen gezamenlijk het gezag over voornoemde minderjarige en het nog ongeboren kind zullen uitoefenen;
- tussen hem en voornoemde minderjarige een omgangsregeling wordt vastgesteld, waarbij hij gerechtigd is om de minderjarige iedere veertien dagen van zaterdag 10.00 uur tot zondag 10.00 uur, alsmede gedurende de helft van de vakanties en de feestdagen bij zich te ontvangen en dat vanaf de dag van geboorte een zelfde omgangsregeling met het nog ongeboren kind van partijen wordt vastgesteld.
Bij beschikking van deze rechtbank d.d. 22 maart 2011 is mr. T.H.G. Schuringa, advocaat te Groningen, tot bijzondere curator over A. en over het ongeboren kind benoemd. De taak van bijzondere curator is overgenomen door mr. J. Dijkman, advocaat te Groningen.
De vrouw heeft geen verweerschrift ingediend.
Op 25 mei 2011 is ter griffie een brief met bijlagen van dezelfde datum van mr. Dijkman ontvangen.
Ter griffie zijn op 6 juni 2011 faxberichten van mrs. Wagenaar en Prins ontvangen.
RECHTSOVERWEGINGEN
vaststaande feiten:
Partijen hebben een affectieve relatie met elkaar gehad.
Uit hun relatie zijn in de gemeente Groningen twee, thans nog minderjarige, kinderen geboren.
A. en B. Beide kinderen zijn door de man op 18 mei 2011 erkend.
Bij beschikking van deze rechtbank d.d. 30 mei 2011 is bepaald dat partijen gezamenlijk het ouderlijke gezag over beide kinderen uitoefenen.
beoordeling:
Uit de inhoud van de op 25 mei 2011 ontvangen brief met bijlagen van de bijzondere curator blijkt dat de man beide kinderen op 18 mei 2011 heeft erkend.
Verder oefenen partijen blijkens een uittreksel van het gezagsregister sedert 30 mei 2011 gezamenlijk het ouderlijke gezag over de kinderen uit.
Gelet hierop worden de verzoeken van de man tot het verlenen van vervangende toestemming tot erkenning van de kinderen en tot het vaststellen van het gezamenlijke ouderlijke gezag over hen afgewezen.
Uit de inhoud van de op 6 juni 2011 ontvangen faxberichten van beide advocaten blijkt, dat partijen overeenstemming hebben bereikt over een omgangsregeling tussen de man en de kinderen.
Conform het daartoe strekkende verzoek van partijen zal dienovereenkomstig worden beslist, zoals hierna in het dictum is weergegeven.
BESLISSING
stelt de volgende omgangsregeling vast:
zolang de man nog niet over eigen woonruimte beschikt is hij gerechtigd om het minderjarige kind van partijen A. op maandag mee te nemen van 09.00 uur tot 12.00 uur en het minderjarige kind B. bij de vrouw te zien, dit laatste in onderling overleg tussen partijen te regelen;
zodra de man over eigen woonruimte beschikt is hij gerechtigd om beide voormelde minderjarige kinderen gedurende de eerste maand in de oneven weken op zaterdag en op maandag van 10.00 tot 12.00 uur bij zich te ontvangen, gedurende de tweede maand in de oneven weken op zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur, gedurende de derde en vierde maand van zaterdag 10.00 uur tot zondag 18.00 uur en vanaf de vijfde maand tevens tijdens de helft van de vakanties;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Gegeven door mrs. D.A. Flinterman, M.J.B. Holsink en S. Stenfert Kroese en uitgesproken door eerstgenoemde ter openbare zitting van 21 juni 2011, in tegenwoordigheid van G.D. Kuilman, griffier.