ECLI:NL:RBGRO:2011:BQ5294
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aanspraak op aanvulling WAO-uitkering na bedrijfsongeval
In deze zaak heeft eiser Q. een vordering ingesteld tegen zijn voormalige werkgever, Essent Milieu B.V., met betrekking tot een aanvulling op zijn WAO-uitkering. Q. was arbeidsongeschikt geraakt na een bedrijfsongeval op 15 april 2002 en had na een periode van reïntegratie zijn werkzaamheden in een aangepaste functie hervat. Echter, na een tweede bedrijfsongeval op 22 oktober 2005, stelde hij aanspraak te maken op een aanvulling van zijn WAO-uitkering van 90% van zijn laatstverdiende salaris met ingang van 1 oktober 2009 tot aan zijn 65-jarige leeftijd. Essent Milieu betwistte deze vordering en voerde aan dat de cao-bepalingen, die van toepassing waren op de arbeidsovereenkomst van Q., geen recht gaven op een dergelijke aanvulling na beëindiging van het dienstverband.
De kantonrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de bepalingen van de raam-cao ENB, die tot 31 maart 2007 van toepassing waren, een aanvulling op de WAO-uitkering mogelijk maakten indien de arbeidsongeschiktheid was veroorzaakt door een bedrijfsongeval. Echter, de nieuwe cao Afval & Milieu, die op 1 mei 2007 in werking trad, bevatte bepalingen die de aanspraken van arbeidsongeschikte werknemers beperkten. De kantonrechter oordeelde dat de aanspraak van Q. op aanvulling van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering was geëindigd met de ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst op 1 oktober 2009. De vorderingen van Q. werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt de noodzaak om cao-bepalingen zorgvuldig te interpreteren en de gevolgen van cao-wijzigingen voor de rechten van werknemers bij arbeidsongeschiktheid. De kantonrechter concludeerde dat er geen grond was om de cao-bepalingen buiten toepassing te laten, en dat de aanspraak van Q. op de aanvulling op zijn WAO-uitkering niet kon worden gehandhaafd.