Zaak\rolnummer: 456374 \ CV EXPL 10-4038
Vonnis d.d. 19 april 2011
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Sijpkes Reisburo's B.V.,
gevestigd en kantoorhoudend te 9501 VJ Stadskanaal, Navolaan 9
eiseres, hierna Sijpkes te noemen,
gemachtigde mr. H.J. Hoekman, advocaat te Stadskanaal (postbus 77, 9500 AB),
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Woodwork Stadskanaal B.V.,
gevestigd en kantoorhoudend te 9501 VJ Stadskanaal, Navolaan 10 - e,
gedaagde, hierna Woodwork te noemen,
gemachtigde mr. P.W. Huitema, advocaat te Groningen (postbus 723, 9700 AS).
Ingevolge het tussenvonnis van 7 september 2010 heeft op 15 december 2010 een comparitie van partijen plaatsgevonden. Daarvan heeft de griffier aantekening gehouden. Vervolgens hebben beide partijen nog een akte genomen. Daarna is (nader) vonnis bepaald op heden.
1.1 Tussen partijen - Sijpkes als verhuurder en Woodwork als huurder - bestaat sinds 1 september 2006 een overeenkomst van onderhuur met betrekking tot winkelruimte aan de Navolaan 10-e te Stadskanaal die voortduurt tot en met 31 augustus 2012.
1.2 De oorspronkelijke huurprijs bedroeg € 4.289,95 (inclusief BTW) per maand, bij vooruitbetaling te voldoen. Krachtens de overeenkomst bedroeg de huurprijs met ingang van 1 december 2006 € 3.955,00 per 1 maart 2007 € 4.305,00 en per 1 juni 2007 € 4.655,00 per maand (exclusief BTW).
1.3 Sinds 2007 heeft Sijpkes Woodwork meer dan eens, met gedeeltelijk succes al dan niet middels betalingsregelingen, aangesproken en gesommeerd in verband met oplopende huurachterstanden.
1.4 Bij de gedingstukken bevinden zich onder meer de schriftelijke, door partijen ondertekende overeenkomst van onderhuur, de van toepassing zijnde algemene voorwaarden, een niet ondertekende allonge en diverse kopieën van de tussen partijen gevoerde correspondentie.
2. Het standpunt van Sijpkes
2.1 Zij heeft betoogd dat zij de uit de huurovereenkomst voortvloeiende verplichtingen steeds naar behoren is nagekomen, zodat Woodwork gehouden is om de bedongen huur te betalen.
2.2 De huurachterstand van Woodwork per november 2010 ziet volgens Sijpkes op een bedrag van € 79.167,07. Zij vordert, kort gezegd, betaling daarvan, evenals betaling van verschenen huurtermijnen sindsdien, een en ander vermeerderd met (verschenen) rente, buitengerechtelijke kosten en proceskosten.
2.3 Sijpkes heeft gemotiveerd betwist dat Woodwork zich met vrucht op opschorting van haar huurbetalingsverplichting kan beroepen en dat zij een afspraak tot huurvermindering heeft gemaakt.
3. Het standpunt van Woodwork
3.1 Met de heer Q., boekhouder van Sijpkes, is overeengekomen dat de huur van de verdieping (€ 2000,00) per 1 januari 2009 niet langer verschuldigd was.
3.2 Zij heeft gesteld dat het feitelijk beschikbaar aantal vierkante meters significant afwijkt van de metrages die in de overeenkomst worden genoemd. Herberekening op basis van de reële afmetingen leert dat de huurprijs moet worden verminderd met € 526,00 per maand. Dat komt volgens Woodwork, gerekend vanaf 1 juni 2007, neer op een in mindering te brengen bedrag van € 23.685,00.
3.3 Zij meent recht te hebben op huurprijsvermindering in verband met gebreken, te weten een niet functionerende lift. Dat geeft volgens haar recht op een vermindering van 10% van de huurprijs. Gerekend vanaf 8 februari 2007 (de dag waarop Sijpkes daarvan in kennis werd gesteld) komt dat neer op 49 x € 412,80 is € 20.227,20.
4.1 Het heldere overzicht met betrekking tot de onderhavige huurachterstand dat Sijpkes ter gelegenheid van de comparitie heeft overgelegd, is als zodanig (getalsmatig) niet betwist, zodat de kantonrechter van de juistheid daarvan uit zal hebben te gaan.
4.2 In deze zaak heeft verder als uitgangspunt te gelden dat Woodwork de afgesproken huurprijs telkens tijdig en dus bij vooruitbetaling dient te voldoen. Dit uitgangspunt kan uitzondering lijden als Woodwork zich bij wijze van verweer op opschorting, verrekening dan wel op gedeeltelijke ontbinding c.q. prijsvermindering kan beroepen. Daartoe overweegt de kantonrechter nader als volgt.
4.3 Getuige de inschrijving in het handelsregister moet als vaststaand worden aangenomen dat de eerder genoemde boekhouder van Sijpkes, Q., formeel juridisch niet bevoegd is Sijpkes te vertegenwoordigen dan wel te binden ten opzichte van derden. Dat is eerst anders indien naar aanleiding van uitingen en/of gedragingen van Sijpkes een aan haar, Sijpkes, toe te rekenen schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid van Q. is gewekt, waaraan Woodwork het gerechtvaardigde vertrouwen kon ontlenen dat Q. namens Sijpkes zaken met haar kon doen. Dergelijke, concrete uitingen en/of gedragingen zijn echter gesteld noch gebleken, terwijl Woodwork in dat verband ook geen specifiek bewijsaanbod heeft gedaan. Het stond Woodwork daarom niet vrij per maand € 2000,00 op de huur in mindering te brengen.
4.4 Naar het oordeel van de kantonrechter dient ook het beroep van Woodwork op afwijkende metrages te falen. Bij de beoordeling van dit onderdeel van het geschil komt immers doorslaggevende betekenis toe aan de schriftelijke, dwingend bewijs opleverende overeenkomst van onderhuur waarin de afmetingen van het gehuurde met zoveel woorden zijn weergegeven.
4.5 Woodwork zal niet worden toegelaten in het tegenbewijs, aangezien zij daartoe te weinig, onderbouwd heeft gesteld. Zo heeft zij verzuimd een rapport van deskundige hand - een bedrijfsmakelaar bijvoorbeeld - in het geding te brengen met daarin een herberekening van het aantal vierkante meters en de daaraan in de markt doorgaans te verbinden prijsconsequenties.
4.6 Ook het beroep op een niet functionerende lift wordt gepasseerd. Bij brief van 20 april 2007 heeft Woodwork aan Sijpkes bericht dat deze de lift na moest laten kijken en dat zij, Woodwork, dat anders op kosten van Sijpkes zou laten doen. Uit die brief kan om te beginnen niet worden afgeleid dat de lift het niet deed. Voorts is gesteld noch gebleken dat Woodwork de door haar aangekondigde actie met verhaal op Sijpkes heeft ondernomen. Ten slotte heeft Woodwork noch in voormelde brief noch op enig later tijdstip aangekondigd de huurbetalingen gedeeltelijk te zullen opschorten. Mede in aanmerking genomen dat ook thans enige technische onderbouwing van het gepretendeerde euvel ontbreekt, komt Woodwork geen korting toe.
4.7 Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen zal de vordering in hoofdsom worden toegewezen. Ook de vordering met betrekking tot de buitengerechtelijke kosten ligt voor toewijzing gereed, nu deze kosten qua prijs en werkzaamheden de dubbele redelijkheidtoets kunnen doorstaan. De gevorderde, niet betwiste wettelijke rente komt eveneens voor toewijzing in aanmerking.
4.8 Als in het ongelijk gestelde partij zal Woodwork ten slotte in de kosten van de procedure aan de zijde van Sijpkes worden veroordeeld.
veroordeelt Woodwork om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Sijpkes te betalen de somma van € 87.598,12, vermeerderd met de wettelijke rente over de verschenen huurtermijnen vanaf 9 april 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt Woodwork om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Sijpkes te betalen de somma van € 5.862,83 voor iedere maand, of gedeelte daarvan, dat Woodwork het gehuurde na 1 december 2010 nog in gebruik mocht hebben of houden;
veroordeelt Woodwork in de kosten van de procedure aan de zijde van Sijpkes gevallen, welke kosten tot aan deze uitspraak worden vastgesteld op € 73,89 aan explootkosten, € 208,00 aan vastrecht en € 1.500,00 aan salaris van de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Fokkema, kantonrechter, en op 19 april 2011 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.