ECLI:NL:RBGRO:2011:BQ0740
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.Tj. Terpstra
- Rechtspraak.nl
Verjaring en kennelijk onredelijk ontslag in arbeidsovereenkomst met Valtom Holding B.V.
In deze zaak heeft eiser Q. een vordering ingesteld tegen Valtom Holding B.V. en R. wegens kennelijk onredelijk ontslag. Q. was sinds 1983 in dienst van Z. Public Relations BV, een werkmaatschappij van Valtom. Op 17 juni 2009 verleende UWV Werkbedrijf toestemming aan Valtom om de arbeidsovereenkomst met Q. op te zeggen, waarna de opzegging op 18 juni 2009 werd bevestigd. Q. heeft op 22 april 2010 een verzoekschrift ingediend bij de kantonrechter, waarin hij Valtom en R. verzocht om schadevergoeding. De gedaagden hebben verweer gevoerd en gesteld dat Q. niet in dienst was van Valtom, maar van Z., en dat de verjaringstermijn voor de vordering was verstreken.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Q. inderdaad in dienst was van Z. en dat de vordering tegen Valtom en R. niet ontvankelijk was. De rechter oordeelde dat de procedure niet tijdig was ingesteld, omdat het verzoekschrift niet aan Valtom en R. was gestuurd. De kantonrechter heeft verder geoordeeld dat de verjaringstermijn van zes maanden na het ontslag op 1 november 2009 was verstreken, en dat Q. niet had aangetoond dat Valtom en R. als werkgever konden worden aangemerkt. De vordering van Q. werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten van Valtom en R.
Dit vonnis is uitgesproken door mr. R.Tj. Terpstra op 24 maart 2011, en de uitspraak vond plaats in aanwezigheid van de griffier.