ECLI:NL:RBGRO:2011:BQ0714
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van openstaand kredietsaldo uit creditcardovereenkomst
In deze zaak vordert International Card Services B.V. (hierna: ICS) betaling van een openstaand kredietsaldo van € 2.603,96 van gedaagde Q., die een creditcardovereenkomst met ICS heeft. Q. is in gebreke gebleven met de maandelijkse betalingen, ondanks herhaalde aanmaningen en een ingebrekestelling. ICS heeft het gehele restantbedrag opgevorderd op basis van de algemene voorwaarden die van toepassing zijn op de overeenkomst. Q. heeft betwist dat hij een brief van ICS heeft ontvangen en stelt dat hij al lange tijd niets van ICS heeft vernomen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Q. de creditcardovereenkomst heeft erkend en niet heeft betwist dat hij in gebreke is gebleven met de betalingen. De rechter oordeelt dat ICS gerechtigd is om het gehele openstaande kredietsaldo op te vorderen, gezien de achterstand van meer dan twee maanden. Q. heeft ook geen bewijs geleverd van zijn stelling dat hij betalingsonmacht heeft, wat geen belemmering vormt voor de toewijzing van de vordering.
De kantonrechter heeft Q. veroordeeld om aan ICS te betalen een bedrag van € 2.621,08, vermeerderd met rente over het openstaande bedrag vanaf 15 oktober 2010. Daarnaast is Q. veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van ICS zijn begroot op een totaal van € 724,48. Het vonnis is uitgesproken op 15 maart 2011 door mr. B. van den Bosch, kantonrechter, ter openbare terechtzitting.