ECLI:NL:RBGRO:2011:BP8488
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in verkeerszaak wegens onvoorzienbare aanwezigheid van slachtoffers op de rijbaan
In deze zaak heeft de rechtbank Groningen op 21 maart 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een verkeersongeluk waarbij twee meisjes om het leven kwamen. De verdachte, als bestuurder van een motorrijtuig, reed op 12 juni 2010 over een brug in Wildervank, waar de meisjes aan de voet van de brug speelden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de slachtoffers zich op een hoogte bevonden die niet voorzienbaar was voor de verdachte, die op dat moment met een snelheid van maximaal 30 km/u reed. De rechtbank concludeert dat er geen onvoorzichtige gedragingen van de verdachte zijn vastgesteld die tot het ongeval hebben geleid. De officier van justitie had een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf geëist, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte niet kon worden verweten dat hij de meisjes niet had gezien, gezien hun lage positie en de omstandigheden ter plaatse. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij schuld had aan het ongeval. De rechtbank benadrukt dat de aanwezigheid van de slachtoffers op de rijbaan niet voorzienbaar was en dat er geen bijkomende omstandigheden waren die tot een andere conclusie konden leiden.