ECLI:NL:RBGRO:2010:BO4457

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
15 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
431353 CV EXPL 09-18933
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling van factuur en ontvangst van nota

In deze zaak heeft de maatschap Bos & Van Gorcom Advocaten, gevestigd te Utrecht, Q. aangeklaagd voor het niet betalen van een factuur van € 702,84. De factuur, met nummer 2007264, was verzonden op 8 juni 2007 voor juridische werkzaamheden die verricht zijn in opdracht van Q. Ondanks meerdere herinneringen bleef de factuur onbetaald. Q. voerde als verweer aan dat zij de nota nooit had ontvangen en pas op 15 januari 2008 een herinnering ontving. Q. stelde dat zij niet tot betaling overgaat zonder een kopie van de nota te ontvangen.

De kantonrechter heeft overwogen dat het niet ontvangen van een kopie van de nota geen reden is om niet tot betaling over te gaan. Q. had na de herinnering op 15 januari 2008 voldoende gelegenheid om tot betaling over te gaan. Bovendien had Q. in november 2008 zelf een betalingsregeling aangeboden, wat de rechter als een erkenning van de schuld beschouwde. De kantonrechter heeft het verweer van Q. verworpen en de vordering van Bos & Van Gorcom toegewezen.

In de beslissing werd Q. veroordeeld om aan Bos & Van Gorcom te betalen een bedrag van € 852,84, vermeerderd met wettelijke rente over € 702,84 vanaf 23 juni 2007. Daarnaast werd Q. veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van Bos & Van Gorcom tot aan deze uitspraak zijn vastgesteld op € 72,25 aan dagvaardingskosten, € 158,00 aan griffierechten en € 100,00 aan salaris van de gemachtigde. Het vonnis is uitgesproken door mr. B. van den Bosch op 15 april 2010.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton
Locatie Groningen
Zaak\rolnummer: 431353 \ CV EXPL 09-18933
Vonnis d.d. 15 april 2010
inzake
de maatschap naar burgerlijk recht Bos & Van Gorcom Advocaten,
gevestigd te Utrecht,
eiseres, hierna Bos & Van Gorcom te noemen,
gemachtigde mr. G.A. van Gorcum, advocaat te (3581 KW) Utrecht, Burg. Reigerstraat 72,
tegen
Q., h.o.d.n. Q. Stukadoorsbedrijf,
wonende en zaakdoende te [postcode] Groningen, [adres],
gedaagde, hierna Q. te noemen,
in persoon procederende.
PROCESGANG
Bos & Van Gorcum heeft op de bij dagvaarding geformuleerde gronden gevorderd Q. te veroordelen tot betaling van € 702,84 vermeerderd met rente en kosten. Q. heeft geantwoord met conclusie tot afwijzing van het gevorderde. Vervolgens hebben partijen geconcludeerd voor re- en dupliek.
Hierna is vonnis bepaald op heden.
OVERWEGINGEN
de feiten
1. Tussen partijen staat als gesteld en erkend, dan wel niet of onvoldoende (gemotiveerd) weersproken het volgende vast.
1.1 Bos & Van Gorcum heeft in opdracht van en voor Q. juridische werkzaamheden verricht.
1.2 Voor deze werkzaamheden is onder meer de factuur met nummer 2007264 gedateerd 8 juni 2007 ten bedrage van € 702,84, verzonden.
1.3 De factuur is onbetaald gebleven.
het standpunt van Bos & Van Gorcum
2. Zij legt het volgende aan haar vordering ten grondslag.
2.1 De factuur betrof werkzaamheden ten behoeve van een comparitie van partijen op 3 mei 2007.
2.2 Er zijn meerdere telefonische contacten geweest, daarin heeft Q. nimmer aangegeven dat zij geen (kopie van de) factuur dan wel een specificatie heeft ontvangen, dan wel dat zij hier prijs op stelde.
2.3 Aangezien Q. ondanks diverse herinneringen in gebreke is gebleven de vordering te voldoen, is zij eveneens rente en kosten verschuldigd.
het standpunt van Q.
3. Zij voert - zakelijk weergegeven en voor zover hier van belang - het volgende als verweer aan.
3.1 De nota met nummer 2007264 is nimmer ontvangen. Pas op 15 januari 2008 ontving Q. een herinnering.
3.2 De kopie waarom zij heeft gevraagd, heeft zij evenmin ontvangen. Andere facturen gingen vergezeld met een specificatie, maar ook deze heeft Q. nimmer ontvangen.
3.3 In november 2008 heeft zij een betalingsregeling gevraagd, maar wegens omstandigheden kon deze regeling niet worden nagekomen.
de beoordeling
4.1 Q. stelt zich op het standpunt dat zij nimmer de originele nota toegezonden heeft gekregen en niet tot betaling overgaat dan nadat zij een kopie van de nota heeft ontvangen. Zij heeft echter de door Bos & Van Gorcum gestelde werkzaamheden niet betwist.
4.2 De kantonrechter overweegt dat het niet ontvangen van een kopie van de nota geen reden is niet tot betaling over te gaan. Temeer nu zij, nadat zij op 15 januari 2008 een herinnering ontving, nog ruimschoots de gelegenheid heeft gekregen om tot betaling over te gaan. Bovendien heeft Q. in november 2008 zelf nog een betalingsregeling aangeboden. Gelet op het voorgaande moet het verweer van Q. dan ook worden verworpen en dient de vordering in hoofdsom te worden toegewezen.
4.3 Uit de processtukken blijkt dat er incassowerkzaamheden van een dusdanige omvang zijn verricht dat toewijzing van de vordering ter zake gerechtvaardigd is.
4.4 Q. dient als in het ongelijk gestelde partij te worden veroordeeld in de kosten van de procedure.
BESLISSING
De kantonrechter:
veroordeelt Q. om tegen bewijs van betaling aan Bos & Van Gorcum te voldoen een bedrag van € 852,84 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 702,84 vanaf 23 juni 2007 tot de dag der algehele voldoening;
veroordeelt Q. in de kosten van deze procedure, die aan de zijde van Bos & Van Gorcum tot aan deze uitspraak worden vastgesteld op € 72,25 aan dagvaardingskosten, € 158,00 aan griffierechten en € 100,00 aan salaris van de gemachtigde;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af - voor zover nodig - het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. van den Bosch, kantonrechter, en op 15 april 2010 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
typ: jcn