ECLI:NL:RBGRO:2010:BO2904
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wijziging van gezag en omgangsregeling tussen ouders van minderjarig kind
In deze zaak heeft de rechtbank Groningen op 26 oktober 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen een man en een vrouw over de wijziging van de omgangsregeling en het gezag over hun minderjarige kind. De vrouw heeft op 21 juli 2010 een verzoekschrift ingediend om de omgangsregeling te wijzigen, terwijl de man een verweerschrift heeft ingediend dat tevens een zelfstandig verzoek tot wijziging van het gezag bevat. De rechtbank heeft de zaak behandeld op een zitting met gesloten deuren op 7 oktober 2010, waar beide partijen, bijgestaan door hun advocaten, aanwezig waren. De Raad voor de Kinderbescherming was ook vertegenwoordigd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende connexiteit bestaat tussen het verzoek tot wijziging van de omgangsregeling en het verzoek tot gezagswijziging. Dit is gebaseerd op het feit dat zowel het gezag als de omgangsregeling onderdeel zijn van de zorg- en opvoedingstaken van de ouders. De rechtbank heeft de man ontvankelijk verklaard in zijn verzoek om gezamenlijk gezag met de vrouw. De vrouw heeft echter betwist dat de huidige omgangsregeling in het belang van het kind zou zijn en heeft aangegeven dat de man de minderjarige steeds vaker te laat terugbrengt.
De rechtbank heeft besloten om de zaak aan te houden en te verwijzen naar een rolzitting op 16 november 2010, waar de vrouw in de gelegenheid wordt gesteld om een verweerschrift in te dienen. De rechtbank heeft benadrukt dat de communicatie tussen de ouders verbeterd moet worden, eventueel met hulp van professionele derden, om de belangen van het kind te waarborgen. De beslissing van de rechtbank is genomen in het belang van het kind, waarbij de rechtbank de noodzaak van een goede samenwerking tussen de ouders onderstreept.