ECLI:NL:RBGRO:2010:BN9169
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot onderbewindstelling op basis van zelfbeheer en stabiliteit van de rechthebbende
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Groningen op 21 september 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot onderbewindstelling van de rechthebbende, geboren te Marum. De rechthebbende had op 28 juni 2010 een verzoekschrift ingediend, waarin hij vroeg om een bewind over zijn goederen. Tijdens de behandeling van het verzoek heeft de rechthebbende verklaard dat hij het verzoekschrift weliswaar had ondertekend, maar dat het initiatief voor de onderbewindstelling voornamelijk van de Groninger Kredietbank kwam. Hij gaf aan niet definitief toestemming te hebben gegeven voor het indienen van het verzoekschrift en dat hij zelf zijn financiën wilde beheren.
De kantonrechter heeft de situatie van de rechthebbende beoordeeld aan de hand van de ingediende stukken en de behandeling ter zitting. De rechthebbende was vergezeld van zijn begeleider van Stichting De Zijlen, die ondersteuning bood. De rechthebbende heeft aangegeven dat hij, met enige begeleiding, in staat is om zijn financiën zelf te beheren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen aanwijzingen zijn dat de rechthebbende door zijn lichamelijke of geestelijke toestand niet in staat is om zijn vermogensrechtelijke belangen zelf te behartigen. Bovendien was de situatie van de rechthebbende stabiel, zonder schulden en met een goede baan.
Op basis van deze overwegingen heeft de kantonrechter geconcludeerd dat er onvoldoende redenen zijn om een bewind over de rechthebbende uit te spreken. Het verzoek tot onderbewindstelling is dan ook afgewezen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tegen deze eindbeschikking staat hoger beroep open, dat binnen drie maanden na de uitspraak moet worden ingesteld door een advocaat bij het gerechtshof te Leeuwarden.