ECLI:NL:RBGRO:2010:BN5200

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
6 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
117734 / FA RK 10-944
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • D.A. Flinterman
  • P. Schadd-de Boer
  • J.H.H.M. Dorscheidt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verklaring voor recht van nauwe persoonlijke betrekking tussen verzoeker en zijn vader

In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 6 juli 2010 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [de man], die verzocht om vaststelling van een nauwe persoonlijke betrekking met zijn zoon, [de zoon]. De verzoeker, gehuwd met [naam echtgenote] en betrokken bij de opvoeding van [de zoon], wenste erkenning van zijn zoon, die geboren is uit een relatie met [de vrouw]. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking tussen [de man] en [de zoon], zoals bedoeld in artikel 1:204, eerste lid, aanhef en onder e, van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 29 juni 2010, waarbij de betrokken partijen en hun advocaten aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat de erkenning van [de zoon] nietig zou zijn indien deze zou plaatsvinden terwijl [de man] gehuwd is met een andere vrouw, tenzij er een nauwe persoonlijke betrekking is vastgesteld. De rechtbank concludeerde dat de betrokkenheid van [de man] bij de verzorging en opvoeding van [de zoon] voldoende was om deze nauwe persoonlijke betrekking te bevestigen. De rechtbank heeft daarom het verzoek van [de man] toegewezen en verklaard dat er een nauwe persoonlijke betrekking bestaat tussen hem en [de zoon]. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij het Gerechtshof te Leeuwarden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Civielrecht
Meervoudige kamer
zaaknr.: 117734 / FA RK 10-944
beschikking d.d. 6 juli 2010
in de zaak van:
[de man],
ingeschreven in de G.B.A. op het adres [adres],
feitelijk verblijvende te [adres 2],
verzoeker,
hierna te noemen [de man],
advocaat mr. J.S. Özsaran,
en
[de zoon],
hierna te noemen [de zoon],
en
[de vrouw],
hierna te noemen [de vrouw],
beiden wonende te [adres 2],
beiden in persoon verschenen.
PROCESVERLOOP
[de man] heeft op 16 april 2010 een verzoekschrift ingediend, waarin hij heeft verzocht om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat tussen hem en [de zoon] een nauwe persoonlijke betrekking bestaat, die erkenning niet in de weg staat, zoals bedoeld in artikel 1:204, eerste lid, sub e, Burgerlijk Wetboek (BW).
De rechtbank heeft de zaak op 29 juni 2010 behandeld ter zitting met gesloten deuren. Hierbij zijn verschenen en gehoord:
- mr. El Hami;
- [de zoon];
- [de vrouw].
RECHTSOVERWEGINGEN
In deze procedure wordt van de volgende feiten uitgegaan:
- [de man] is gehuwd met [naam echtgenote].
- [de man] heeft een affectieve relatie met [de vrouw].
- Uit deze relatie is geboren
* [de zoon], geboren op [in 1982] in de gemeente [***].
- [de man] heeft [de zoon] niet erkend.
- [de man] woont -als hij in Nederland verblijft- bij [de vrouw] en [de zoon].
Standpunt van [de man]
[de man] woont bij de vrouw en [de zoon]. Hij is sinds de geboorte van [de zoon] betrokken geweest bij diens verzorging en opvoeding. Tussen [de man] en [de zoon] bestaat dan ook een nauwe persoonlijke betrekking. Het is voor partijen van groot belang dat er een familierechtelijke betrekking tussen [de zoon] en [de man] tot stand komt en dat [de zoon] de achternaam [de man] krijgt.
Standpunt van [de zoon]
[de zoon] wil graag zijn achternaam veranderen en de naam van zijn vader dragen. Zijn vader verblijft soms in Turkije, maar is vaker in Nederland. Dan verblijft zijn vader meestal bij hem en zijn moeder. [de zoon] gaat regelmatig met zijn vader en zijn familie naar Turkije. [de zoon] heeft een goede band met zijn ouders.
Beoordeling
Ingevolge artikel 1:204, eerste lid, aanhef en onder e, BW - voor zover hier van belang - is de erkenning is nietig, indien zij is gedaan door een op het tijdstip van de erkenning met een andere vrouw gehuwd man, tenzij de rechtbank heeft vastgesteld dat aannemelijk is dat tussen de man en het kind een nauwe persoonlijke betrekking bestaat.
Naar het oordeel van de rechtbank hebben partijen voldoende aannemelijk gemaakt dat sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking tussen [de man] en [de zoon]. De rechtbank zal daarom het verzoek toewijzen.
BESLISSING
verklaart voor recht:
dat tussen [de man], geboren [***], en [de zoon], geboren op [in 1982] een nauwe persoonlijke betrekking bestaat, als bedoeld in artikel 1:204, eerste lid, aanhef en onder e, BW;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mrs. D.A. Flinterman, P. Schadd-de Boer en
J.H.H.M. Dorscheidt en uitgesproken door eerstgenoemde ter openbare terechtzitting van
6 juli 2010, in tegenwoordigheid van mr. A. van der Wal als griffier.
aw
De griffier deelt mede, dat partijen tegen deze beschikking in hoger beroep kunnen gaan bij het Gerechtshof te Leeuwarden. Dit beroep dient door partijen te worden ingesteld binnen drie maanden na de datum van de uitspraak. Deze datum staat in de beschikking vermeld.
Voor de partij, die in deze procedure niet is verschenen, vangt de termijn van drie maanden aan na de betekening van deze beschikking aan hem/haar in persoon dan wel op het moment, waarop deze beschikking aan hem/haar op andere wijze is bekend geworden, of - voor zover het een beschikking betreft, waarbij de echtscheiding, de scheiding van tafel en bed of de ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed is uitgesproken - op het moment, waarop deze beschikking aan hem/haar op andere wijze is betekend en door plaatsing van een uittreksel daarvan in de Staatscourant openlijk bekend is gemaakt.
Het beroep moet namens een partij worden ingesteld door een advocaat. Als u in aanmerking wilt komen voor door de overheid (gedeeltelijk) gefinancierde rechtsbijstand, dan kan uw advocaat daartoe namens u een verzoek indienen bij de Raad voor Rechtsbijstand. Uw advocaat kan u daarover nader informeren.