ECLI:NL:RBGRO:2010:BN3766
Rechtbank Groningen
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen omzetting van de Gedragbeïnvloedende maatregel in jeugddetentie
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 4 augustus 2010 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift van een veroordeelde tegen de omzetting van een Gedragbeïnvloedende maatregel in jeugddetentie. De maatregel was eerder opgelegd voor de duur van zes maanden, met de voorwaarde dat vervangende jeugddetentie zou worden toegepast indien de veroordeelde zich niet aan de voorwaarden hield. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel op 22 mei 2010 onherroepelijk was geworden. De officier van justitie heeft op 17 juni 2010 de maatregel omgezet in jeugddetentie, omdat de veroordeelde zich niet aan de aanwijzingen en voorschriften van Bureau Jeugdzorg hield. Tijdens de zitting op 28 juli 2010 is het bezwaarschrift behandeld, waarbij de veroordeelde en zijn raadsman, mr. R.F.M. Mullaart, de moeder van de veroordeelde, de officier van justitie, mw. D. Smith, en vertegenwoordigers van de Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg aanwezig waren.
De rechtbank heeft in haar overwegingen de brief van Bureau Jeugdzorg van 16 juni 2010 betrokken, waarin werd aangegeven dat de veroordeelde niet voldeed aan de voorwaarden van de maatregel. De rechtbank concludeert dat de officier van justitie op juiste gronden de beslissing tot omzetting van de maatregel in jeugddetentie heeft genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat zij niet ambtshalve bevoegd is om de maatregel een andere invulling te geven, omdat de wetgeving vereist dat dit alleen kan op vordering van het openbaar ministerie, wat in dit geval niet is gebeurd. De rechtbank heeft het bezwaarschrift ongegrond verklaard, waarmee de omzetting van de maatregel in jeugddetentie is bevestigd.