ECLI:NL:RBGRO:2010:BL7309

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
11 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
18/670165-09
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdachte in TBS kliniek in bezit van kinderporno

In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 11 maart 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die in een TBS kliniek verbleef. De verdachte, geboren op een onbekende datum en woonachtig op een onbekend adres, werd beschuldigd van het in bezit hebben van kinderporno. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in de periode van 1 tot en met 12 januari 2009 in Groningen een CD met kinderpornografisch materiaal in zijn bezit had. Dit materiaal bestond uit zes films met afbeeldingen van minderjarige personen die seksuele gedragingen vertoonden. De rechtbank baseerde haar oordeel op verschillende getuigenverklaringen en het feit dat de verdachte zelf had erkend de CD in zijn bezit te hebben gehad. De officier van justitie eiste een veroordeling voor het in bezit hebben van kinderporno, maar vroeg vrijspraak voor het verspreiden en vervaardigen ervan, wat de rechtbank ook bevestigde. De rechtbank oordeelde dat het enkel in bezit hebben van kinderporno voldoende was voor een veroordeling. De verdediging voerde aan dat de verdachte de CD niet kon afspelen en dat hij dacht dat het om muziek ging. De rechtbank verwierp deze argumenten en oordeelde dat de verdachte opzettelijk in het bezit was van het kinderpornografisch materiaal. De rechtbank legde een geldboete op van € 750,- met vervangende hechtenis van 15 dagen, en oordeelde dat een gevangenisstraf niet wenselijk was gezien de omstandigheden van de TBS behandeling. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit en de impact op de slachtoffers, en dat het in bezit hebben van kinderporno bijdraagt aan de instandhouding van netwerken die zich bezighouden met de verspreiding van dergelijk materiaal.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Strafrecht
parketnummer: 18/670165-09 (Promis)
datum uitspraak: 11 maart 2010
op tegenspraak
raadsman: mr. R.W.A. Offermans
V O N N I S
van de rechtbank Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte 2],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
25 februari 2010.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 tot en met 12 januari 2009 te Groningen,
in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging,
één of meermalen (een) afbeelding(en) en/of een CD, merk Sony, althans een
gegevensdrager, met 10 bestanden, aangetroffen in de kamer van verdachte
[verdachte 2], door verbalisant [verbalisant 1] genummerd met 1, hierna te noemen CD1,
althans één of meer gegevensdragers,
bevattende zes films, foto's en/of (digitale) afbeeldingen van een of meer
(naakte en/of deels naakte) personen die kennelijk de leeftijd van achttien
jaar nog niet hadden bereikt en
- die (een) seksuele gedraging(en) met een of meer andere personen verrichten
(op een wijze in beeld gebracht kennelijk bedoeld, althans mede bedoeld, om
seksuele prikkeling op te wekken, onder meer
- een film van een Indiaas meisje (circa 11 a 12 jaar), slechts gekleed in
kousen, liggend op een tafel met wit kleed erover en die vervolgens in diverse
houdingen staand op die tafel poseert en met een massagestaaf en de penis van
een man over haar vagina wrijft (CD1, film 1, bestandsnaam "[bestand a]
.mpg")
- een film van twee geheel of gedeeltelijk naakte meisjes (circa 14 a 15
jaar) die elkaar tongzoenen, een volwassen man zich aftrekt voor de gezichten
van die meisjes en sperma over hun gezichten spuit (CD1, film 2, bestandsnaam
[bestand b]")
en/of
- bestaande die seksuele gedraging(en) onder meer uit het seksueel
binnendringen van het lichaam van die minderjarige perso(o)n(en) door (een)
(volwassen) perso(o)n(en), onder meer
- een film waarin een volwassen man een meisje (ongeveer 10 jaar) (speels)
op een bed gooit, waarna zij zich uitkleedt en seksuele handelingen met
zichzelf pleegt en de man na verloop van tijd een soort bivakmuts over zijn
hoofd heeft en het meisje penetreert in haar mond, vagina en anus (CD1, film
3, bestandsnaam [bestand c].mpg"),
(telkens) heeft verspreid en/of vervaardigd en/of in bezit heeft gehad.
Bewijsvraag
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte kinderporno in zijn bezit heeft gehad, gelet op het gegeven dat uit het dossier blijkt dat er bij verdachte op de kamer een CD is aangetroffen met daarop kinderporno en de verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd inhoudende dat hij erkent dat hij de CD in zijn bezit heeft gehad. Tevens heeft de officier van justitie hierbij onder meer de verklaringen van [betrokkene 1], [betrokkene 2] en [betrokkene 3] in aanmerking genomen. De officier van justitie is van mening dat uit deze bewijsmiddelen blijkt dat verdachte opzet heeft gehad op het in het bezit hebben van kinderporno. Van het verspreiden en vervaardigen van kinderporno dient verdachte te worden vrijgesproken.
De officier van justitie ziet geen reden om de zaak aan te houden om de seksuoloog van verdachte te horen over de seksuele voorkeur van verdachte. Het enkele feit dat verdachte zijn voorkeur uit zou gaan naar jonge jongens en niet naar jonge meisjes, maakt het in het bezit hebben van kinderporno niet straffeloos. Daar komt bij dat in de tenlastelegging weliswaar alleen kinderporno met jonge meisjes is uitgeschreven, maar uit het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 2], waarin de films worden beschreven die bij verdachte in beslag zijn genomen, blijkt dat er op de films 4 en 5 ook jonge jongens staan.
Voorts is de officier van justitie van mening dat het niet uitmaakt of verdachte de CD wel dan niet kon afspelen, nu het enkel in het bezit hebben van kinderporno voldoende is voor een bewezenverklaring.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte oude apparatuur op zijn kamer had en dat hij daardoor de CD niet kon afspelen. Verdachte verkeerde in de veronderstelling dat hij een CD had gekregen met daarop muziek. Tevens is de raadsman van mening dat de andere verdachten hun eigen straatje proberen schoon te vegen door verdachte de schuld in de schoenen te schuiven. De raadsman heeft voorts aangevoerd dat in de tenlastelegging enkel kinderporno staat omschreven waarbij jonge meisjes betrokken zijn. Verdachte valt echter op jonge jongens en is niet geïnteresseerd in jonge meisjes. Verdachte dient gelet op vorenstaande te worden vrijgesproken. Mocht de rechtbank wel tot een veroordeling komen dan verzoekt de raadsman om de seksuoloog van verdachte te horen omtrent de seksuele voorkeur van verdachte.
Beoordeling
De rechtbank heeft bij de beoordeling acht geslagen op de volgende bewijsmiddelen:
* Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 13 mei 2009, opgenomen op pagina 8 van een proces-verbaal van aanvulling d.d. 20 mei 2009, inhoudende de verklaring van [betrokkene 4] (zakelijk weergeven)
Ik ben werkzaam als beveiliger in de Van Mesdagkliniek. Op 12 januari 2009 kreeg ik van de dienstdoende leidinggevende de opdracht om op de kamer van [verdachte 2] een onderzoek in te stellen. Op de kamer van [verdachte 2] zouden mogelijk CD’s /DVD’s met kinderporno liggen. We vonden op zijn kamer onder meer een gebrande CD. Deze hebben we meegenomen.
* Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 4 maart 2009, opgenomen op pagina 58 e.v. van een proces-verbaal 17 maart 2009, inhoudende de verklaring van [betrokkene 2] (zakelijk weergeven)
De eerste dan wel de tweede week van januari 2009 heb ik op mijn kamer een CD-rom bekeken op de televisie. Op deze CD-rom stonden 3 kinderpornofilms.
[verdachte 2] heeft mij, voordat ik de CD-rom met kinderporno van hem kreeg, verteld dat [betrokkene 5] kinderporno had. [verdachte 2] vertelde mij dat de CD-rom die hij mij overhandigde afkomstig was van [betrokkene 5].
* Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 6 maart 2009, opgenomen op pagina 64 e.v. van een proces-verbaal 17 maart 2009, inhoudende de verklaring van [betrokkene 3] (zakelijk weergeven)
Ik werk op de “simtrede”op een vrijdag. Het was de vrijdag voor de maandag dat het personeel huiszoeking deed. Ze zijn niet bij mij op de kamer geweest. Ik was namelijk ook degene die deze zaak heeft aangebracht bij de leiding. Op die vrijdagmorgen had ik een rookpauze gehad en wilde ik weer naar binnen gaan. Op de gang hoorde ik toen 2 mensen met elkaar praten. Ik hoorde dat de een tegen de ander zei: ”Ik krijg betere kinderporno binnen.” Later hoorde ik dat degene die het vertelde van die kinderporno [betrokkene 5] was en die andere ene [verdachte 2]. De maandagmorgen kwam [betrokkene 2] bij mij op de kamer. Hij had een DVD bij zich. Hij vertelde dat hij een porno DVD-tje bij zich had. Ik heb de DVD bekeken op de televisie. Toen de DVD werd doorgespoeld zag ik kinderporno. Ik heb 3 kinderpornofilms gezien. Ik heb onder andere een film gezien dat een man een meisje op bed gooide. Op een ander film zag ik twee minderjarige meisjes met elkaar op bed liggen. Ik zag dat zij van onderen naakt waren. Ze streelden elkaar. De derde film ging over een Hindoestaans meisje, ongeveer 12 à 13 jaar. Ik zag dat ze naakt op een tafel of zo stond. [betrokkene 2] vertelde dat hij de films niet eerder had gezien omdat hij de DVD’s net had gekregen van [verdachte 2]. [betrokkene 2] vertelde dat de DVD terug moest naar [verdachte 2] en via [verdachte 2] weer terug moest naar [betrokkene 5]. Waar ik gezegd heb DVD zou een CD- rom geweest kunnen zijn.
* Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 18 februari 2009, opgenomen op pagina 31 e.v. van een proces-verbaal 17 maart 2009, inhoudende het ambtsedig relaas van [verbalisant 2], brigadier/rechercheur, senior medewerker tactische opsporing, overige expertise/kinderpornografie van de regiopolitie Drenthe, werkzaam als coördinator overige expertise kinderpornografie (zakelijk weergegeven):
Tijdens een onderzoek door de politie Groningen, werden gegevensdragers in beslaggenomen met daarop beeldmateriaal dat vermoedelijk kinderpornografische afbeeldingen bevatte.
Door [verbalisant 1], werkzaam bij de Noordelijke Recherche Eenheid, Afdeling ondersteuning, Unit Digitaal Opsporen werd een onderzoek ingesteld naar de aangeboden gegevensdragers, eigendom van verdachte [verdachte 2]. De relevante gegevens zijn door [verbalisant 1] verwerkt en opgeslagen en mij ter expertise aangeboden. Door mij werden op het aan mij aangeboden materiaal tien (10) filmbestanden aangetroffen. Bij het bekijken van de 10 films –video bestanden bleken 6 films kinderpornografische afbeeldingen te bevatten.
Het betreffen kleuren films met afbeeldingen van seksuele gedragingen van meisjes tussen de tien( 10) drie en zestien (16) jaar die kennelijk de leeftijd van achttien (18) nog niet hebben bereikt. De gedragingen bestaan onder meer uit het dulden en of plegen van ontuchtige handelingen met zichzelf of een ander. De gedragingen bestaan o.a. uit het seksueel binnendringen van het lichaam van de jonge kinderen, vaginaal, anaal en oraal, evenals het dulden en plegen van ontuchtige handelingen met een ander (= leeftijdsgenoten en volwassenen) of zichzelf.
Het betreft ook afbeeldingen van jeugdigen in een onnatuurlijke pose en of in een duidelijk seksueel getinte houding en of waarbij de nadruk ligt op de geslachtsdelen is gelegd, al dan niet in close-up.
Ter verduidelijking worden hieronder een paar films nader omschreven.
Film 1, door verbalisant [verbalisant 1] CD 1 genoemd, bestandsnaam: [bestand a], is onder meer een vermoedelijk Indiaas meisje te zien van ongeveer elf-twaalf (11-12) jaar oud. Het meisje is slechts gekleed in witte kousen. Het meisje poseert in diverse houdingen naakt voor de camera. Ook is te zien dat het meisje met een witte massage staaf over haar vagina wrijft. Het meisje wrijft ook met de top van de penis van een man over haar vagina.
Film 2, door verbalisant [verbalisant 1] CD 1 genoemd met, bestandsnaam [bestand b], zijn onder meer twee meisjes te zien van ongeveer veertien-vijftien jaar oud. De bovenlichamen van de meisjes zijn ontbloot. De meisjes tongzoenen elkaar. Voor de meisjes staat een man, die zijn stijve penis aftrekt voor de gezichten van de meisjes. Te zien is dat de man klaarkomt en een witachtige substantie (vermoedelijk sperma) over de gezichten van de meisjes spuit.
Film 3, door verbalisant [verbalisant 1] CD 1 genoemd, bestandsnaam [bestand c].mpg, is onder meer een naakt meisje van ongeveer tien (10) jaar oud te zien. Het meisje ontkleed zich tot ze geheel naakt is. Te zien is dat ze met de vingers van haar rechterhand over haar vagina wrijft. In de film is verder te zien dat een man een soort bivakmuts over zijn hoofd heeft getrokken. Het meisje steekt de penis van de man in haar mond. De man penetreert met zijn stijve penis de vagina van het meisje en met zijn vinger dringt hij de anus van het meisje.
* Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal (van bevindingen-aanvulling) d.d. 22 juni 2009, opgenomen op pagina 22 e.v. van een proces-verbaal van aanvulling d.d. 20 mei 2009, inhoudende het ambtsedig relaas van [verbalisant 2], brigadier/rechercheur, senior medewerker tactische opsporing, overige expertise/kinderpornografie van de regiopolitie Drenthe, werkzaam als coördinator overige expertise kinderpornografie (zakelijk weergegeven):
In film 3 in het proces-verbaal [verdachte 2] met titel [bestand c], is er sprake van dat het meisje in het begin van de film door de kennelijk volwassen man speels op bed wordt gegooid.
De film [bestand a] is omschreven als film 1 in het proces-verbaal van [verdachte 2]. Het meisje ligt inderdaad in eerste aanleg op een tafel met een wit kleed erover. Later staat ze op deze tafel en poseert voor de camera. In het verloop van de film is te zien dat het meisje op bed ligt.
De rechtbank overweegt het navolgende. Bij verdachte is op zijn kamer in de TBS kliniek Van Mesdag een CD aangetroffen inhoudende kinderporno. De rechtbank is anders dan de raadsman van oordeel dat uit voornoemde bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat verdachte opzet heeft gehad op het in het bezit hebben van kinderporno. Uit voornoemde bewijsmiddelen blijkt immers dat er door verdachte en een andere patiënt van de TBS kliniek enige dagen voordat de kinderporno CD bij verdachte is aangetroffen, onderling is gesproken over het binnenkrijgen van kinderporno. Er wordt in het geheel niet gesproken over muziekopnames.
Naar het oordeel van de rechtbank doet het voor de bewezenverklaring niet ter zake of verdachte de CD heeft kunnen afspelen en is het eveneens niet van belang wat de seksuele voorkeur van verdachte is.
De rechtbank ziet derhalve ook geen aanleiding om de zaak aan te houden voor het horen van de seksuoloog van verdachte.
De rechtbank ziet voorts geen reden om aan betrouwbaarheid van de verklaringen van de getuigen te twijfelen, te meer nu zij niet alleen over de betrokkenheid van verdachte verklaren, maar ook over hun eigen aandeel.
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat enkel het in het bezit hebben van kinderporno wettig en overtuigend kan worden bewezen. Verdachte zal derhalve worden vrijgesproken van het verspreiden en vervaardigen van kinderporno.
Bewezenverklaring
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 1 tot en met 12 januari 2009 te Groningen,
tezamen en in vereniging, een CD met 10 bestanden, aangetroffen in de kamer van verdachte
[verdachte 2], door verbalisant [verbalisant 1] genummerd met 1, hierna te noemen CD1,
bevattende zes films, van (naakte en/of deels naakte) personen die kennelijk de leeftijd van achttien
jaar nog niet hadden bereikt en
- die seksuele gedragingen met andere personen verrichten
(op een wijze in beeld gebracht kennelijk bedoeld, althans mede bedoeld, om
seksuele prikkeling op te wekken) onder meer
- een film van een Indiaas meisje (circa 11 à 12 jaar), slechts gekleed in
kousen, liggend op een tafel met wit kleed erover en die vervolgens in diverse
houdingen staand op die tafel poseert en met een massagestaaf en de penis van
een man over haar vagina wrijft (CD1, film 1, bestandsnaam "[bestand a]
.mpg")
- een film van twee gedeeltelijk naakte meisjes (circa 14 à 15
jaar) die elkaar tongzoenen, een volwassen man zich aftrekt voor de gezichten
van die meisjes en sperma over hun gezichten spuit (CD1, film 2, bestandsnaam
[bestand b]")
en
- bestaande die seksuele gedragingen onder meer uit het seksueel
binnendringen van het lichaam van die minderjarige personen door
(volwassen) personen, onder meer
- een film waarin een volwassen man een meisje (ongeveer 10 jaar) (speels)
op een bed gooit, waarna zij zich uitkleedt en seksuele handelingen met
zichzelf pleegt en de man na verloop van tijd een soort bivakmuts over zijn
hoofd heeft en het meisje penetreert in haar mond, vagina en anus (CD1, film
3, bestandsnaam [bestand c].mpg"),
in bezit heeft gehad.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Strafbaarheid van het feit
Hetgeen de rechtbank bewezen heeft verklaard, levert het volgende strafbare feit op:
- Medeplegen van een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in het bezit hebben.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu ten aanzien van verdachte geen strafuitsluitings-gronden aanwezig worden geacht.
Strafoplegging
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een geldboete van € 200 subsidiair 4 dagen vervangende hechtenis alsmede aan voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden met een proeftijd van twee jaar. De officier van justitie heeft bij het bepalen van de hoogte van de geldboete in aanmerking genomen dat verdachte geen eigen vermogen heeft maar slecht beschikt over zakgeld van ongeveer € 60 per week. De officier van justitie heeft bij zijn eis voorts rekening gehouden met de aard en de ernst van het feit, almede met de context waarin dit feit is gepleegd, te weten het in het bezit hebben van kinderporno in een TBS kliniek.
Standpunt van de verdediging
De raadsman is primair van mening dat verdachte dient te worden vrijgesproken. Mocht de rechtbank van oordeel zijn dat het feit wel wettig en overtuigend kan worden bewezen dan kan de raadsman zich vinden in de strafmodaliteiten zoals door officier van justitie zijn geëist, te weten een geldboete en een voorwaardelijke gevangenisstraf.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de aangaande zijn persoon in het verleden opgemaakte rapportages, alsmede de vordering van de officier van justitie.
Verdachte heeft zich, terwijl hij in een TBS kliniek verbleef, schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen.
Het in het bezit hebben van kinderporno is een ernstig feit en door het plegen van een dergelijk feit wordt meegewerkt aan het in stand houden van netwerken die uit financieel gewin voorzien in de verspreiding en beschikbaarstelling van kinderporno.
Hierbij worden kinderen op grove wijze misbruikt, hetgeen, naar algemeen bekend is, een ernstige aantasting oplevert van hun lichamelijke en geestelijk integriteit waardoor de persoonlijke ontwikkeling wordt verstoord en waarvan zij dikwijls lang grote psychische problemen ondervinden. Verdachte heeft derhalve verwijtbaar gehandeld.
Voorts heeft de rechtbank meegewogen dat verdachte in een TBS kliniek verblijft. Verdachte is in 2004 onder meer veroordeeld tot een TBS met voorwaarden wegens het plegen van meerdere pedoseksuele delicten. In 2008 is bevolen deze TBS met voorwaarden om te zetten in een TBS met dwangverpleging.
Naast het gegeven dat verdachte verwijtbaar heeft gehandeld merkt de rechtbank op dat het de Van Mesdagkliniek ernstig te verwijten valt dat zij niet heeft kunnen voorkomen dat dergelijk materiaal in de kliniek is binnen gekomen op een afdeling waar onder meer personen worden behandeld die zijn veroordeeld wegens zedendelicten met minderjarigen.
Het in bezit hebben van kinderporno is een zodanig ernstig feit, dat in beginsel gevangenisstraf aangewezen is. De rechtbank is echter van oordeel, alles in overweging nemende, dat het in het onderhavige geval niet wenselijk is om aan verdachte een gevangenisstraf op te leggen, omdat de tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf voor zover deze in een TBS kliniek plaatsvindt geen toegevoegde waarde heeft en zo dit in een niet TBS instelling plaatsvindt, de eerder door de rechter opgelegde behandeling in de kliniek in de weg zou staan. Voor het opleggen van een werkstraf is geen ruimte, omdat deze binnen een TBS instelling niet uitvoerbaar is.
Gelet op vorenstaande acht de rechtbank een geldboete van na te melden hoogte passend en geboden. De rechtbank zal anders dan door de officier van justitie is gevorderd, geen voorwaardelijke gevangenisstraf op leggen. Verdachte verblijft in een TBS kliniek en de proeftijd van een eventueel op te leggen voorwaardelijk straf zou pas aanvangen op het moment dat de TBS is geëindigd. Nu op dit moment niet is vast te stellen of, en zo ja, op welk moment de TBS zal eindigen, ziet de rechtbank thans geen toegevoegde waarde in het opleggen van een voorwaardelijke gevangenisstraf.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 23, 24, 24c, 47 en 240b van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank:
- verklaart het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hierboven is aangegeven, te kwalificeren als voormeld en verklaart het bewezen verklaarde strafbaar.
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
- verklaart verdachte voor het bewezen verklaarde strafbaar.
- veroordeelt verdachte voor het bewezen- en strafbaar verklaarde tot:
een geldboete van € 750,- met bevel dat voor geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, vervangende hechtenis voor de duur van 15 dagen zal worden toegepast.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.W. Janssen, mrs. P.H.M. Smeets en M.J. Oostveen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.A.B. de Jong, als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 11 maart 2010.