ECLI:NL:RBGRO:2010:BL2764

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
4 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
18/670248-09
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in Opiumwet-delict na onvoldoende bewijs van opzet

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Groningen op 4 februari 2010, is de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde delict onder de Opiumwet. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van een grote hoeveelheid hennep, namelijk 46 kilogram, en medeplichtigheid aan dit feit door het ter beschikking stellen van een bestelbus voor het vervoer van deze hennep. De rechtbank heeft het bewijs dat de verdachte op de hoogte was van de inhoud van de dozen, die hennep bevatten, als onvoldoende beoordeeld. Tijdens de zitting op 21 januari 2010 heeft de verdachte verklaard dat hij was benaderd om te helpen met het ophalen van spullen en dat hij niet wist wat er in de dozen zat. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte wist dat hij betrokken was bij een strafbaar feit. De officier van justitie en de verdediging hebben beide betoogd dat het ten laste gelegde niet bewezen kon worden, wat de rechtbank heeft onderschreven. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de in beslag genomen hennep onttrokken moet worden aan het verkeer, terwijl de gsm van de verdachte, die ook in beslag was genomen, aan hem moet worden teruggegeven. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechtbank de verdachte heeft vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Strafrecht
parketnummer: 18/670248-09 (promis)
datum uitspraak: 4 februari 2010
op tegenspraak
raadsman: mr. R.D. Meerman
V O N N I S
van de rechtbank Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:
[naam],
geboren te [plaats] (Marokko) op [datum],
wonende aan [adres], [plaats].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
21 januari 2010.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 19 juni 2009, te Groningen, althans in Nederland, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft
verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval
opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van ongeveer 46 kilogram, in
elk geval een grote hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een
middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 19 juni 2009, te
Groningen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, in de uitoefening van een beroep of bedrijf,
opzettelijk heeft/hebben verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of
vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad, een
hoeveelheid van ongeveer 46 kilogram, in elk geval een grote hoeveelheid van
meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de
Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van
artikel 3a van die wet tot en/of bij het plegen van welk(e)
misdrijf/misdrijven verdachte op of omstreeks 19 juni 2009 te Groningen, in
elk geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of
inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan
die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] een transportmiddel (bus
"Bo-rent" kenteken [00-BBB-0]) ter beschikking te stellen en/of dat/een
transportmiddel en/of die/een bus te huren en/of te helpen met het inladen
van de hennep in de bus en/of als bestuurder/vervoerder op te treden.
Bewijsvraag
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend kan worden bewezen, zodat verdachte moet worden vrijgesproken.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft eveneens betoogd dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend kan worden bewezen, aangezien verdachte niet wist dat er een strafbaar feit werd gepleegd.
Beoordeling
De rechtbank overweegt het volgende.
Het primair ten laste gelegde behelst – kort gezegd – het opzettelijk aanwezig hebben van een grote hoeveelheid hennep. Subsidiair is ten laste gelegd medeplichtigheid aan dit feit, door onder meer een bestelbus in te laden met hennep en deze bus te besturen. Verdachte heeft deze feiten ontkend.
In het dossier bevindt zich een proces-verbaal, inhoudende het verslag van een stelselmatige observatie, waaruit blijkt dat er op 19 juni 2009 om 12.37 uur een Peugeot 107 met kenteken [00-AAA-0] en een bestelbus van Bo-Rent met kenteken [00-BBB-0] werden geparkeerd op het [straat 1] te [plaats 1]. De inzittenden van de Peugeot stapten vervolgens uit en gingen een woonboot binnen, terwijl de bestuurder van de bestelbus in zijn auto bleef zitten. Om 13.04 uur werd er door een man een stapel opgevouwen dozen in de bestelbus gelegd. Daarna zijn de Peugeot en de bestelbus weggereden. Om 13.52 uur zijn de Peugeot en de bestelbus gesignaleerd bij een woning aan de [straat 2] te [plaats 1]. Om 18.30 uur werden er dozen ingeladen in de bestelbus, waarna er een man in de bestelbus is gestapt en weggereden. Om 18.35 uur is de bestuurder van de bestelbus aangehouden.
Het dossier bevat voorts een proces-verbaal van aanhouding, waaruit blijkt dat verdachte de bestuurder van voornoemde bestelbus was.
Ook bevat het dossier een proces-verbaal van inbeslagneming, waaruit blijkt dat voornoemde bestelbus op 19 juni 2009 is doorzocht. In de laadruimte werden zeven kartonnen dozen aangetroffen met daarin in totaal 46.060 gram gedroogde hennep.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij benaderd was om te helpen met het ophalen van spullen uit Groningen. Daartoe had hij een bestelbus gehuurd en was hij, begeleid door een Peugeot met daarin twee hem onbekende mannen, op 19 juni 2009 naar Groningen gereden. Verdachte volgde de Peugeot naar het centrum van Groningen, waar beide auto’s zijn geparkeerd en de inzittenden van de Peugeot zijn uitgestapt en uit verdachtes zicht zijn verdwenen. Verdachte stond niet met deze mannen in contact en hij heeft vervolgens enige tijd in de bestelbus zitten wachten. Toen de mannen terugkeerden, hebben zij lege dozen in de bestelbus geladen, waarna de Peugeot wegreed en verdachte deze wederom is gevolgd. Later heeft verdachte op een andere locatie in Groningen zes à zeven uur zitten wachten in de bestelbus. Hij heeft een groot deel van die tijd geslapen. Toen de inzittenden van de Peugeot uiteindelijk terugkeerden, heeft hij hen geholpen met het inladen van volle dozen in de bestelbus. Verdachte wist niet wat er in die dozen zat. Vervolgens is verdachte weggereden in de bestelbus.
Verdachte heeft voorts ter terechtzitting verklaard dat hij als taxichauffeur en verhuizer werkzaam is en regelmatig wordt benaderd om een bestelbus te huren om (voor onbekenden) iets op te halen of te verhuizen.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van vorenstaande bewijsmiddelen niet kan worden bewezen dat verdachte wist of moest weten dat er een grote hoeveelheid hennep in de dozen zat. Derhalve kan niet worden bewezen dat verdachte opzettelijk hennep aanwezig heeft gehad, noch dat hij opzettelijk behulpzaam is geweest bij het aanwezig hebben van hennep, zodat hij van het ten laste gelegde moet worden vrijgesproken.
Beslag
De rechtbank is van oordeel dat het in beslag genomen goed, een hoeveelheid van 46.060 gram hennep, moet worden onttrokken aan het verkeer. Het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met de wet en het algemeen belang.
De rechtbank is van oordeel dat het in beslag genomen goed, een gsm van het merk Sony-Ericsson, moet worden teruggegeven aan verdachte, nu hij wordt vrijgesproken van het ten laste gelegde.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36b en 36d van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank:
Verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
- zeven kartonnen dozen, elk bevattende twee plastic zakken met daarin in totaal 46.060 gram hennep.
Gelast de teruggave aan verdachte van:
- een gsm, merk Sony-Ericsson, type T303.
Dit vonnis is aldus gewezen door mr. L.M.E. Kiezebrink, voorzitter, mrs. H.L. Stuiver en J.M.M. van Woensel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.W. Mulder, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 4 februari 2010.