ECLI:NL:RBGRO:2010:BL2506
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- L.M.E. Kiezebrink
- H.L. Stuiver
- J.M.M. van Woensel
- Rechtspraak.nl
Bedrijfsmatige handel in verdovende middelen met internationale transporten
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 5 februari 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich gedurende een periode van zeven maanden schuldig heeft gemaakt aan bedrijfsmatige handel in grote hoeveelheden verdovende middelen. De verdachte, die zonder vaste woon- of verblijfplaats was, werd beschuldigd van het opzettelijk verkopen, afleveren en vervoeren van hennep, alsook van het witwassen van geld en goederen die uit misdrijven afkomstig zouden zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 januari 2003 tot en met 19 juni 2009, in de uitoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk heeft gehandeld in hennep, waarbij hij aanzienlijke hoeveelheden naar Duitsland en Frankrijk heeft vervoerd. De rechtbank heeft de bewijsvoering van het Openbaar Ministerie beoordeeld en geconcludeerd dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten, met uitzondering van enkele onderdelen waar onvoldoende bewijs voor was. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden. De rechtbank heeft ook de rechtmatigheid van de opsporingsmethoden beoordeeld, waaronder het binnentreden in de woning van de verdachte, en heeft geoordeeld dat er geen sprake was van onrechtmatigheid die zou leiden tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. De uitspraak benadrukt de ernst van drugshandel en de impact daarvan op de volksgezondheid en de samenleving.