ECLI:NL:RBGRO:2010:BL1053

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
28 januari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
18-630175-08
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting van bedrijven door het bestellen van goederen en afsluiten van leningen op naam van (ex-)vriendin

In deze zaak heeft de rechtbank Groningen op 28 januari 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van oplichting en verduistering. De verdachte heeft in de periode van 5 juli 2006 tot en met 26 februari 2007 meermalen goederen besteld op naam van zijn (ex-)vriendin, [betrokkene], zonder haar toestemming. Hij maakte gebruik van haar gegevens en vervalste documenten om bij verschillende bedrijven, waaronder Neckermann Nederland BV, Dell en Comfort Card, goederen en kredieten te verkrijgen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich wederrechtelijk heeft bevoordeeld door het aannemen van een valse naam en het gebruik van listige kunstgrepen. De verdachte heeft niet alleen het vertrouwen van [betrokkene] beschaamd, maar ook dat van de bedrijven waarmee hij handelde. De rechtbank oordeelde dat de ernst van de feiten een zwaardere straf rechtvaardigde dan door de officier van justitie was gevorderd. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij Santander Consumer Finance Benelux BV tot een bedrag van € 2.129,30 toegewezen, terwijl de vordering van [betrokkene] niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank heeft de zaak behandeld op basis van het strafdossier en het onderzoek ter terechtzitting, waarbij de verklaringen van de benadeelden en de verdachte zijn meegewogen.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Strafrecht
parketnummer: 18-630175-08 (promis)
datum uitspraak: 28 januari 2010
op tegenspraak
raadsvrouw: mr. A.M. Crouwel (gemachtigd)
V O N N I S
van de rechtbank Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:
[Verdachte],
geboren in 1979,
wonende te [woonplaats].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 29 oktober 2009 en 14 januari 2010.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd: dat
1.
(incident 1. uit dossier 08-009576)
hij in of omstreeks de periode van 5 juli 2006 tot en met 26 februari 2007 te
Valthermond, gemeente Borger-Odoorn en/of Terneuzen, althans in Nederland,
meermalen, telkens met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en)
wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van
een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door
een samenweefsel van verdichtsels, telkens het postorderbedrijf Neckermann
Nederland BV te Terneuzen heeft bewogen tot de afgifte van goederen, ter
waarde van 3.332,95 euro, onder meer een DVD-cinema, een kostuum, schoenen,
stofzuiger, koelkast, wasmachine, in elk geval van enig goed, hebbende
verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- bij Neckermann genoemde goederen besteld op naam van [betrokkene] en
daarbij zijn eigen adres, [adres verdachte], opgegeven,
waardoor Neckermann werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
art 326 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 5 juli 2006 tot en met 10 december 2008 te
Valthermond, gemeente Borger-Odoorn, althans in Nederland, opzettelijk
goederen, onder meer een DVD-cinema, een kostuum, schoenen, stofzuiger,
koelkast, wasmachine, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan Neckermann Nederland BV te Terneuzen, in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door
misdrijf, te weten door deze goederen te bestellen en in ontvangst te nemen,
onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
art 321 Wetboek van Strafrecht
2.
(incident 2. uit dossier 08-009576)
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 januari 2007
te Valthermond, gemeente Borger-Odoorn en/of Houten, althans in Nederland, met
het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door
het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door
een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
de bedrijven Dell en Comfort Card te Houten heeft bewogen tot de afgifte van
een computer en een bestedingskrediet van 2.000 Euro, in elk geval van enig
goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- (via zijn e-mailadres [mailadres]) bij Dell een computer besteld op
naam van [betrokkene],
- een aanvraagformulier Comfort Card ingevuld, althans een bestedingskrediet
aangevraagd (ter financiering van de aankoop van genoemde computer), waarbij
op het formulier vermeld stond bij aanvrager/rekeninghouder: [betrokkene],
met daarbij zijn eigen adres,
en
- genoemd aanvraagformulier ondertekend met de naam van [betrokkene] en
- het origineel of een kopie van afschrift met volgnummer 1 van de
girorekening [nummer], pagina 1, zodanig bewerkt, dat op de kopie welke bij
genoemd aanvraagformulier werd gevoegd, zijn naam niet meer zichtbaar was en
bij het adres van [betrokkene] zijn eigen adres stond,
- dit formulier, tezamen met een kopie van het paspoort van [betrokkene] en
een aangepaste kopie van afschrift volgnr. 1 van girorekening [nummer],
opgestuurd,
waardoor Dell en Comfort Card werden bewogen tot bovenomschreven afgiftes;
art 326 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 januari 2007
te Valthermond, gemeente Borger-Odoorn en/of Houten, althans in Nederland, een
aanvraagformulier Comfort Card en een kopie van afschrift met volgnummer 1 van
de girorekening [nummer], pagina 1 - elk zijnde een geschrift dat bestemd was
om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst,
immers heeft verdachte valselijk
- genoemd aanvraagformulier Comfort Card, waarbij op het formulier vermeld
stond bij aanvrager/rekeninghouder: [betrokkene],
met daarbij zijn eigen adres, [adres], ondertekend met de
naam van [betrokkene] en
- het origineel of een kopie van afschrift met volgnummer 1 van de
girorekening [nummer], pagina 1, zodanig bewerkt, dat op de kopie welke bij
genoemd aanvraagformulier werd gevoegd, zijn naam niet meer zichtbaar was en
bij het adres van [betrokkene] zijn eigen adres stond,
zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of
door anderen te doen gebruiken;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 1 januar 2007 tot en met 10 december 2008
te Valthermond, gemeente Borger-Odoorn, opzettelijk een computer, in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het bedrijf Dell, in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte
anders dan door misdrijf, te weten door deze computer te bestellen en in
ontvangst te nemen, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
art 321 Wetboek van Strafrecht
3.
(incident uit dossier 07-009592, tevens genoemd als incident 3. in dossier
08-009576)
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2006 tot en met 8 maart 2007 te
Valthermond, gemeente Borger-Odoorn en Rotterdam, althans in Nederland,
meermalen, telkens met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en)
wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van
een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door
een samenweefsel van verdichtsels, De Kredietshopper in Rotterdam heeft
bewogen tot de afgifte van onder meer (een doorlopend krediet van) 25.000 Euro
en/of (de afbetaling van een lening van verdachte bij de DSB-bank van) 17.000
euro en/of via de postgiro 5.500 Euro, in elk geval van enig goed, hebbende
verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- een aanvraagformulier Doorlopend Krediet ingevuld, althans een doorlopend
krediet van 25.000 euro aangevraagd, waarbij op het formulier vermeld stond
bij Cliënt: [betrokkene] en daarbij zijn eigen adres [adres] en
- genoemd aanvraagformulier ondertekend met de naam Bakker en dit formulier
opgestuurd, waardoor De Kredietshopper werd bewogen tot bovenomschreven
afgifte;
art 326 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2006 tot en met 08 maart 2007 te
Valthermond, gemeente Borger-Odoorn en/of Rotterdam, althans in Nederland, een
aanvraagformulier Doorlopend Krediet van de Kredietshopper in Rotterdam -
zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -
valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte valselijk
- genoemd aanvraagformulier Doorlopend Krediet ingevuld, waarbij op het
formulier vermeld stond bij Cliënt: [betrokkene], en
daarbij zijn eigen adres [adres] en
- genoemd aanvraagformulier ondertekend met de naam van [betrokkene] en dit formulier
opgestuurd, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Bewijsvraag
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft aangevoerd, dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het onder 1 subsidiair, 2 primair en 3 primair tenlastegelegde heeft begaan en heeft vrijspraak gevorderd voor het onder 1 primair tenlastegelegde.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gesteld dat verdachte ter zake van het onder 1 primair tenlastegelegde moet worden vrijgesproken, omdat er geen sprake is geweest van oplichting of verduistering. Verdachte heeft geen valse naam opgegeven, heeft geen valse hoedanigheid aangenomen en geen gebruik gemaakt van listige kunstgrepen of een samenweefsel van verdichtsels. Hij heeft met toestemming van [betrokkene] goederen via haar lopende rekening besteld. Verdachte had geen opzet om zichzelf of anderen wederrechtelijk te bevoordelen.
Betreffende het onder 2 tenlastegelegde heeft de raadsvrouw geconcludeerd dat het primair tenlastegelegde bewezen kan worden verklaard, doch dan in vereniging met aangeefster [betrokkene].
Voor wat betreft feit 3 heeft de raadsvrouw gesteld dat het primaire niet, maar het subsidiaire wel bewezen kan worden verklaard. Zij heeft hieraan ten grondslag gelegd de stelling dat de door verdachte gezette handtekening weliswaar niet die van [betrokkene] was, maar wel met haar toestemming door hem werd geplaatst. Daardoor is geen sprake van oplichting.
Beoordeling
De rechtbank leidt uit het strafdossier en het onderzoek ter terechtzitting met betrekking tot feit 1 het volgende af.
Verdachte heeft in de periode van 5 juli 2006 tot en met 26 februari 2007 via zijn eigen emailadres goederen besteld op de account van [betrokkene] bij Neckermann. Hij heeft daarbij als adres van [betrokkene] zijn eigen adres, [adres], opgegeven,2 alwaar de goederen zijn afgeleverd en waar de rekeningen naartoe werden gezonden. Tot deze goederen behoorden onder meer een DVD-cinemaset, een kostuum, schoenen , een stofzuiger, een koelkast en een wasmachine.
Aangeefster [betrokkene] heeft in haar aangifte verklaard dat zij niet op de hoogte was van het feit dat de goederen door verdachte waren besteld en dat zij in mei 2008 ontdekte dat er een rekening openstond van Neckermann betreffende op haar naam geleverde goederen op het adres [adres].
Met betrekking tot feit 2 leidt de rechtbank uit het strafdossier 1 en het onderzoek ter terechtzitting het volgende af.
Op 24 juli 2008 doet [betrokkene] aangifte van het feit dat op haar naam een krediet van € 2.000,- is aangevraagd, waarvan zij niets weet. Het krediet is aangevraagd bij Comfort Card op 22 januari 2007 en het aanvraagformulier is ondertekend met de naam van [betrokkene]. In evengenoemde aangifte heeft [betrokkene] verklaard dat deze ondertekening niet van haar is. Het krediet werd aangevraagd voor de financiering van een Dell computer ten bedrage van € 1960,28. De computer is bij verdachte thuisbezorgd.
Uit de bij dit aanvraagformulier gevoegde ‘Order Summary’ blijkt dat de naam van de klant is [betrokkene] met als emailadres [mailadres], [adres].
Verder is bij de aanvraag gebruik gemaakt van een kopie van het paspoort van [betrokkene] en van een vervalst kopie-afschrift van girorekening [nummer], zijnde de en/of-rekening van [betrokkene] en verdachte bij de postbank, welke vervalsing hierin bestaat dat de tenaamstelling en adressering van het “afschrift girorekening” d.d. 14 december 2006 betreffende rekeningnummer [nummer] zijn veranderd, te weten dat “EN/OF [VERDACHTE] is weggehaald en als adres is ingezet het adres van verdachte.
Met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde feit leidt de rechtbank uit het strafdossier en het onderzoek ter terechtzitting het volgende af.
In de periode tussen 1 december 2006 en 8 maart 2007 heeft verdachte op naam van [betrokkene] een kredietcontract afgesloten via Kredietshopper bij Credietmaatschappij “De IJssel” B.V. voor een bedrag van € 24.495,- en dit contract ondertekend met een handtekening die moest doorgaan voor die van [betrokkene]. Als adres van [betrokkene] werd [adres] opgegeven. Als bankrekeningnummer werd opgegeven [nummer] ten name van verdachte en [betrokkene], [adres]. Van het bedrag van € 24.495,- is op 8 maart 2007 een bedrag van € 5500,- bijgeschreven op bankrekening [nummer]. Vervolgens zijn op dezelfde dag bedragen van € 5000,- en € 480,- door middel van telebankieren overgeschreven van deze rekening naar de bankrekening, nummer [nummer verdachte], van verdachte. Voorts is met behulp van dit krediet de lening bij de DSB-bank op naam van [betrokkene] ten bedrage van € 17.302,- afgelost door overmaking van dit bedrag op 10 maart 2007 op rekeningnummer [nummer DSB] van de DSB-bank.
In haar op 24 september 2007 gedane aangifte heeft [betrokkene] verklaard dat de handtekening op het kredietcontract niet van haar afkomstig is.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsvrouw dat verdachte geen opzet had c.q. niet het oogmerk had zichzelf te bevoordelen omdat hij met toestemming van [betrokkene] op haar account bij Neckermann goederen heeft besteld en dat verdachte met toestemming en in opdracht van [betrokkene] een krediet heeft afgesloten bij de Kredietshopper. Immers, [betrokkene] heeft van deze feiten juist aangifte gedaan en heeft blijkens de processen-verbaal van haar zowel bij de politie als ten overstaan van de rechter-commissaris afgelegde verklaringen aangegeven, dat zij er niets van wist c.q. geen toestemming of opdracht had gegeven, terwijl in de dossiers geen aanknopingspunten zijn te vinden op grond waarvan de aangiftes en verklaringen van [betrokkene] op deze punten in twijfel zouden moeten worden getrokken.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is overwogen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 telkens primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
(incident 1. uit dossier 08-009576)
hij in de periode van 5 juli 2006 tot en met 26 februari 2007 te Valthermond, gemeente Borger-Odoorn, en/of Terneuzen, meermalen, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en door een samenweefsel van verdichtsels, telkens het postorderbedrijf Neckermann Nederland BV te Terneuzen heeft bewogen tot de afgifte van goederen, onder meer een DVD-cinema, een kostuum, schoenen, stofzuiger, koelkast, wasmachine, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid - bij Neckermann genoemde goederen besteld op naam van [betrokkene] en daarbij zijn eigen adres, [adres] opgegeven, waardoor Neckermann werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2.
(incident 2. uit dossier 08-009576)
hij in de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 januari 2007 te Valthermond, gemeente Borger-Odoorn, en/of Houten, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, de bedrijven Dell en Comfort Card te Houten heeft bewogen tot de afgifte van een computer en een bestedingskrediet van 2.000 Euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid - via zijn e-mailadres [mailadres] - bij Dell een computer besteld op naam van [betrokkene],
- een aanvraagformulier Comfort Card ingevuld, ter financiering van de aankoop van genoemde computer, waarbij op het formulier vermeld stond bij aanvrager/rekeninghouder: [betrokkene], met daarbij zijn eigen adres en
- genoemd aanvraagformulier ondertekend met de naam van [betrokkene] en
- het origineel of een kopie van afschrift met volgnummer 1 van de girorekening [nummer], pagina 1, zodanig bewerkt, dat op de kopie welke bij genoemd aanvraagformulier werd gevoegd, zijn naam niet meer zichtbaar was en bij het adres van [betrokkene] zijn eigen adres stond,
- dit formulier, tezamen met een kopie van het paspoort van [betrokkene] en een aangepaste kopie van afschrift volgnr. 1 van girorekening [nummer], opgestuurd,
waardoor Dell en Comfort Card werden bewogen tot bovenomschreven afgiftes;
3.
(incident uit dossier 07-009592, tevens genoemd als incident 3. in dossier
08-009576)
hij in de periode van 1 december 2006 tot en met 8 maart 2007 te Valthermond, gemeente Borger-Odoorn, en Rotterdam, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en door een samenweefsel van verdichtsels, De Kredietshopper in Rotterdam heeft bewogen tot de afgifte van een doorlopend krediet van 25.000 Euro en de afbetaling van een lening van [betrokkene] bij de DSB-bank van 17.000 euro en via de postgiro 5.500 Euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en in strijd met de waarheid
- een aanvraagformulier Doorlopend Krediet ingevuld, waarbij op het formulier vermeld stond bij Cliënt: [betrokkene], en daarbij zijn eigen adres [adres] en
- genoemd aanvraagformulier ondertekend met de naam van [betrokkene] en dit formulier opgestuurd, waardoor De Kredietshopper werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen onder 1 primair, 2 primair en 3 primair meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Door een kennelijke vergissing staat in het onder 3 tenlastegelegde in de 8e regel “(de afbetaling van een lening van verdachte bij de DSB-bank)” in plaats van “(de afbetaling van een lening van H. Bakker bij de DSB-bank)”. De rechtbank leest de tenlastelegging aldus. De rechtbank heeft tevens de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Strafbaarheid van de feiten
Hetgeen de rechtbank bewezen heeft verklaard levert de volgende strafbare feiten op:
1 primair: Oplichting, meermalen gepleegd .
2 primair: Oplichting.
3 primair: Oplichting.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar, nu ten aanzien van verdachte geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
Strafoplegging
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1 primair wordt vrijgesproken en ter zake van het onder 1 subsidiair, 2 primair en 3 primair wordt veroordeeld tot een werkstraf van 120 uur subsidiair 60 dagen hechtenis en 2 weken gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat verdachte van feit 1 in zijn geheel en van feit 3 primair moet worden vrijgesproken. Met betrekking tot de strafoplegging voor feit 2 primair en feit 3 subsidiair heeft de raadsvrouw bepleit dat hier rekening moet worden gehouden met de rol van aangeefster [betrokkene] als medepleger.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit de omtrent hem bekende justitiële documentatie van 1 december 2009, alsmede de vordering van de officier van justitie.
Verdachte heeft zich door misbruik te maken van gegevens en voorwerpen die hem in verband met de relatie die tussen hem en [betrokkene] bestond, ter beschikking waren gekomen, in korte tijd voorzien van € 5.500,- en diverse goederen en aldus diverse bedrijven opgelicht.
Hij heeft daarmee niet alleen het vertrouwen dat [betrokkene] in hem stelde ernstig beschaamd, maar ook het vertrouwen dat mag worden gesteld in partijen die overeenkomsten sluiten, met name als het betreft overeenkomsten met consumenten.
Dit in aanmerking genomen met betrekking tot de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, alsmede in aanmerking genomen dat de rechtbank meer bewezen acht dan de officier van justitie, is de rechtbank van oordeel dat de eis van de officier van justitie in onvoldoende mate recht doet aan de ernst van de bewezenverklaarde feiten.
De rechtbank acht een andere strafmodaliteit in de zin van een, deels onvoorwaardelijke, gevangenisstraf passend en geboden. Daarbij heeft de rechtbank ook rekening gehouden met de omstandigheid dat de feiten al geruime tijd geleden zijn gepleegd.
Vorderingen van de benadeelde partijen
Feit 2
Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd Santander Consumer Finance Benelux BV, gevestigd te Utrecht, Winthontlaan 171.
De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust.
Met betrekking tot deze vordering heeft de verdediging geen verweer gevoerd en heeft zij geconcludeerd tot toewijzing.
Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezenverklaarde rechtstreeks schade is toegebracht tot een bedrag van € 2.129,30.
De rechtbank zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
Feiten 1, 2 en 3
Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [betrokkene], wonende te [woonplaats betrokkene].
De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust.
De vordering is ter terechtzitting gemotiveerd bestreden.
Naar het oordeel van de rechtbank is de vordering van de benadeelde partij niet van zodanig eenvoudige aard, dat deze zich leent voor behandeling in dit strafproces.
De rechtbank zal daarom bepalen dat de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 63 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank:
- verklaart het onder 1 primair, 2 primair en 3 primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hierboven is aangegeven, te kwalificeren als voormeld en verklaart het bewezen verklaarde strafbaar.
- verklaart verdachte voor het bewezen verklaarde strafbaar.
- verklaart het onder 1 primair, 2 primair en 3 primair meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
- veroordeelt verdachte voor het bewezen- en strafbaar verklaarde tot:
een gevangenisstraf voor de duur van ZES MAANDEN.
Beveelt dat bij de tenuitvoerlegging van deze straf de tijd die veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht tenzij die tijd op een andere straf in mindering is gebracht.
Bepaalt dat van deze straf een gedeelte, groot drie maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders gelast omdat de veroordeelde zich voor het einde van de op twee jaren gestelde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij
Wijst de vordering van de benadeelde partij Santander Consumer Finance Benelux BV, gevestigd te Utrecht, toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 2.129,30 (zegge tweeduizend honderdnegenentwintig euro en 30 cent).
Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij
Verklaart de benadeelde partij [betrokkene], wonende te [woonplaats], in de vordering niet-ontvankelijk.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de veroordeelde ieder de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door mrs. P.H.M. Smeets, voorzitter, H.L. Stuiver en S. Tempel, rechters, in tegenwoordigheid van D. van der Ploeg, als griffier en in het openbaar uitgesproken op 28 januari 2010.