ECLI:NL:RBGRO:2009:BL8008

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
4 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
413384 CV EXPL 09-10432
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bindend advies en vernietiging van een bindend advies in een geschil over de verkoop van een motorfiets

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Groningen op 4 maart 2009, is een geschil ontstaan tussen de besloten vennootschap Q. Motoren B.V. en R. naar aanleiding van de verkoop van een motorfiets, een Ducati M 600 uit 1997. R. heeft de motorfiets op 2 februari 2007 gekocht voor € 4.150,00, maar heeft op 26 augustus 2007 een ongeval gehad nadat de motorfiets vastliep. R. heeft vervolgens een geschil aanhangig gemaakt bij de Geschillencommissie tweewielers, waarbij zij op basis van non-conformiteit een schadevergoeding heeft gevorderd. De Commissie heeft op 2 april 2009 in een bindend advies bepaald dat Q. Motoren aan R. een vergoeding van € 3.600,00 moet betalen.

Q. Motoren heeft in deze procedure de vernietiging van het bindend advies gevorderd, stellende dat zij niet behoorlijk is opgeroepen door de Commissie en dat de beslissing van de Commissie een onjuiste juridische grondslag heeft. R. heeft de vorderingen van Q. Motoren betwist en verzocht om afwijzing van de vorderingen, met een tegenvordering tot schadevergoeding indien het bindend advies zou worden vernietigd.

De kantonrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat de vordering van Q. Motoren moet worden opgevat als een verzoek tot vernietiging van het bindend advies op grond van artikel 7:904 lid 1 BW. De rechter heeft partijen verzocht om relevante stukken mee te brengen naar de comparitie, die is gelast om nadere inlichtingen te verschaffen en te onderzoeken of partijen het op bepaalde punten eens kunnen worden. De zaak is vervolgens naar de rolzitting van 25 november 2009 verwezen, waar verdere beslissingen zullen worden genomen.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton
Locatie Groningen
Zaak\rolnummer: 413384 \ CV EXPL 09-10432
Vonnis d.d. 4 november 2009
inzake
de besloten vennootschap Q. Motoren B.V.,
gevestigd te [adres],
eiseres, hierna Q. Motoren te noemen,
gemachtigde mr. H.L.L. Mulderij,
tegen
R.,
wonende te [adres],
gedaagde, hierna R. te noemen,
gemachtigde mw. mr. H.H.Postma, werkzaam bij ANWB Rechtshulp te Den Haag.
1 PROCESGANG
Q. Motoren heeft bij dagvaarding, op de daarin geformuleerde gronden, gevorderd bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad te bepalen dat R. geen beroep toekomt op de beslissing van de Commissie van 27 april 2009 nu die beslissing dient te worden vernietigd, met veroordeling van R. in de (buitengerechtelijke) kosten van de procedure en voorts te bepalen dat R. geen mogelijkheid meer wordt geboden het geschil opnieuw aan de Commissie voor te leggen.
R. heeft de vorderingen betwist. Primair heeft zij geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen en subsidiair, bij vernietiging van het bindend advies, Q. Motoren te veroordelen tot een bedrag aan schadevergoeding van € 3.600,00 te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag.
Partijen hebben vervolgens over en weer hun standpunten nader toegelicht waarna vonnis nader is bepaald op heden.
De inhoud van alle stukken geldt als hier herhaald.
OVERWEGINGEN
1 De feiten
1.1 Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet, althans onvoldoende gemotiveerd weersproken alsmede gelet op de gedingstukken voor zover niet betwist, het volgende vast.
1.2 R. heeft bij Q. Motoren op 2 februari 2007 een motorfiets, een Ducati M 600 uit 1997 met een kilometerstand van 27.000, gekocht tegen een prijs van € 4.150,00.
Op 26 augustus 2007 is de motor vastgelopen waardoor R. een ongeval heeft gehad.
1.3 R. heeft ter zake een geschil aanhangig gemaakt bij de Geschillencommissie tweewielers (verder: de Commissie). Daarbij heeft zij op basis van non conformiteit een vergoeding gevorderd.
Bij bindend advies van 2 april 2009 is door de Commissie, onder meer, bepaald dat Q. Motoren als ondernemer aan R. als consument binnen een maand na verzending van het bindend advies een vergoeding betaalt van € 3.600,00.
2 Het standpunt van Q. Motoren
2.1 Q. Motoren stelt dat de beslissing van de Commissie dient te worden vernietigd en dat zij niet gehouden is om te betalen omdat Q. Motoren niet behoorlijk is opgeroepen door de Commissie en omdat de beslissing van de Commissie een juiste juridische grondslag ontbeert wegens een kennelijke fout. Q. Motoren heeft die stellingen in een elftal punten toegelicht.
3 Het standpunt van R.
3.1 R. voert verweer dat voor zover van belang, onderstaand zal worden besproken. Zij verzoekt de vordering af te wijzen. Zij vordert veroordeling van Q. Motoren tot betaling van een schadebedrag indien de kantonrechter tot vernietiging van het bindend advies zou overgaan.
4 Beoordeling
4.1 De vordering van Q. Motoren onder het eerste gedachtestreepje wordt, mede gelet op de toelichting op bladzijde 11 van de dagvaarding, opgevat als een verzoek tot vernietiging van het bindend advies in de zin van artikel 7:904 lid 1 BW.
Voorts wordt overwogen dat indien tot een vernietiging in die zin zou worden gekomen, op grond van het bepaalde in het tweede lid van artikel 7:904 BW alsdan omtrent het geschil een beslissing kan worden gegeven zoals R., subsidiair, kennelijk ook beoogt.
4.2 Op voorhand valt niet in te zin dat een vordering als onder het tweede gedachtestreepje opgenomen voor toewijzing in aanmerking kan komen. Het is aan die Commissie zelf te oordelen omtrent haar bevoegdheid ingeval een geschil wordt voorgelegd.
4.3 De stellingen van partijen behoeven nadere toelichting De kantonrechter acht het van belang dat partijen mondeling nadere inlichtingen verschaffen over het geschil. Hiertoe zal een comparitie van partijen worden bepaald. Die zitting zal ook worden gebruikt om te onderzoeken of partijen het op één of meer punten met elkaar eens kunnen worden.
4.4 Partijen wordt verzocht om stukken die op deze zaak betrekking hebben en van belang kunnen zijn, mee te brengen of tenminste één week voor de comparitie aan de kantonrechter en in afschrift aan de tegenpartij toe te sturen.
De kantonrechter kan uit een niet-verschijnen ter comparitie conclusies trekken die hij geraden acht; dit kan ten nadele van die partij strekken.
4.5 Alvorens een datum voor de comparitie zal worden bepaald, worden partijen in de gelegenheid gesteld hun verhinderdata op te geven.
BESLISSING
De kantonrechter:
gelast partijen in persoon (rechtspersonen deugdelijk vertegenwoordigd) om, desgewenst met gemachtigden, te verschijnen voor de kantonrechter voor het verstrekken van nadere inlichtingen en om te onderzoeken of partijen het op één of meer punten met elkaar eens kunnen worden en wel op een nader, in overleg met partijen, vast te stellen datum, tijdstip en plaats;
verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 25 november 2009 te 11.00 uur; vóór of uiterlijk op die zitting kunnen beide partijen schriftelijk aan de sector kanton opgeven op welke dagen zij in de maand volgende op die rolzitting verhinderd zijn, voor welke opgave geen nader uitstel zal worden verleend; op deze zitting zal dan worden bepaald wanneer en waar de comparitie van partijen zal plaatsvinden; na dagbepaling zal geen uitstel meer worden verleend;
houdt elke verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. van den Bosch, kantonrechter, en op 4 november 2009 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
typ: BvdB