ECLI:NL:RBGRO:2009:BK6970
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- S. Tempel
- L.M.E. Kiezebrink
- L.W. Janssen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor verdachten van witwassen van geld zonder bewijs van misdrijf
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 17 december 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen drie verdachten die beschuldigd werden van witwassen. De tenlastelegging betrof het verwerven, voorhanden hebben, overdragen en omzetten van geldbedragen, die naar verluidt afkomstig zouden zijn uit misdrijven. De verdachten zouden in de periode van 1 augustus 2002 tot en met 14 november 2007 grote geldbedragen, in totaal ongeveer 208.664 euro en 47.962 ANG, hebben overgemaakt naar rekeningen op de Nederlandse Antillen. De officier van justitie stelde dat er voldoende bewijs was dat de verdachten wisten dat het geld uit misdrijven afkomstig was, onderbouwd door een proces-verbaal van verdachte transacties.
De verdediging betoogde echter dat er geen bewijs was dat de geldbedragen daadwerkelijk uit misdrijven afkomstig waren. De rechtbank oordeelde dat de aanknopingspunten die door de officier van justitie werden aangedragen, onvoldoende waren om te concluderen dat het geld uit misdrijven afkomstig was. De rechtbank wees erop dat er geen concrete gegevens waren die de verdachte transacties bevestigden en dat er geen onderzoek was gedaan naar de achtergrond van de betrokken personen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet wettig en overtuigend schuldig was aan het ten laste gelegde en sprak de verdachten vrij van alle beschuldigingen.
De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken, vooral in gevallen van witwassen, waar de herkomst van geld cruciaal is voor de beoordeling van de schuld van de verdachten. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld op basis van de beschikbare bewijsstukken en de argumenten van zowel de officier van justitie als de verdediging, en kwam tot de conclusie dat er geen bewijs was voor de beschuldigingen.