ECLI:NL:RBGRO:2009:BK6965
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- S. Tempel
- L.M.E. Kiezebrink
- L.W. Janssen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachten in witwaszaak door gebrek aan bewijs van misdrijf
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 17 december 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen drie verdachten die beschuldigd werden van witwassen. De verdachten waren ervan beschuldigd in de periode van 21 december 2001 tot en met 30 september 2007 grote geldbedragen, in totaal ongeveer € 105.352,51, te hebben verworven, voorhanden te hebben gehad, overgedragen en/of omgezet, terwijl zij wisten dat deze bedragen afkomstig waren uit misdrijven. De officier van justitie stelde dat er voldoende bewijs was dat de verdachten wisten dat het geld uit misdrijven afkomstig was, onderbouwd door een proces-verbaal van verdachte transacties. Dit proces-verbaal toonde aan dat de verdachten regelmatig grote bedragen overmaakten naar rekeningen op de Nederlandse Antillen zonder dat er een legale economische verklaring voor deze transacties was.
De verdediging betoogde echter dat er geen concreet bewijs was dat het geld daadwerkelijk uit misdrijven afkomstig was. De raadsman van de verdachten stelde dat de aanknopingspunten die door de officier van justitie werden aangedragen, onvoldoende waren om tot een veroordeling te komen. De rechtbank oordeelde dat de aanknopingspunten van algemene aard waren en niet voldoende bewijs boden dat de geldbedragen uit enig misdrijf afkomstig waren. Er was geen onderzoek gedaan naar de achtergrond van de personen die de geldbedragen hadden verstrekt, en er waren geen concrete gegevens die de relatie tussen de geldbedragen en eventuele delicten bevestigden.
Uiteindelijk kwam de rechtbank tot de conclusie dat het niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachten schuldig waren aan het ten laste gelegde feit. De rechtbank sprak de verdachten vrij van alle beschuldigingen en bepaalde dat het in beslag genomen geldbedrag van € 1785,- aan de verdachten moest worden teruggegeven. Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 3 december 2009.