ECLI:NL:RBGRO:2009:BK2167

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
5 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
18/670273-09
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot verkrachting van een minderjarige door verdachte met verminderd toerekeningsvatbaarheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 5 november 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een man die beschuldigd werd van het plegen van ontuchtige handelingen met een twaalfjarig meisje. De verdachte, geboren in 1974 en thans preventief gedetineerd, werd beschuldigd van het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer, dat op 4 juli 2009 in Groningen plaatsvond. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, door middel van geweld en bedreiging, het slachtoffer heeft gedwongen tot seksuele handelingen. De verdachte heeft geprobeerd met zijn vinger(s) in de vagina van het slachtoffer te dringen en heeft haar borsten en billen betast. De rechtbank heeft de verklaringen van zowel het slachtoffer als de verdachte in overweging genomen en kwam tot de conclusie dat de verdachte in sterk verminderde mate toerekeningsvatbaar was, wat werd bevestigd door een psychologisch rapport. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Tevens werd de verdachte verplicht om zich te houden aan de aanwijzingen van de reclassering en een behandeling te ondergaan bij de AFPN. De rechtbank heeft benadrukt dat de gepleegde handelingen een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer vormen en dat dergelijke feiten diepe sporen nalaten bij de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Strafrecht
parketnummer: 18/670273-09 (PROMIS)
datum uitspraak: 5 november 2009
op tegenspraak
raadsman: mr. M.M. Rietveldt
V O N N I S
van de rechtbank Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] in 1974,
wonende [woonplaats],
thans preventief gedetineerd in P.I. HvB Ter Apel te Ter Apel.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 22 oktober 2009.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd: dat
hij op of omstreeks 04 juli 2009, te Groningen door geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer], geboren [geboortedatum], heeft
gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of
mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer], hebbende verdachte
- zijn, verdachtes, duim, althans een of meer vinger(s), in de vagina van die
[slachtoffer] gebracht/geduwd en/of op en neer bewogen, en/of
- met zijn, verdachtes, hand(en) de borst(en) en/of de bil(len) en/of de
vagina van die [slachtoffer] gestreeld/geaaid/betast over en/of onder de
kleding van die [slachtoffer],
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- die [slachtoffer] geld heeft aangeboden onder de voorwaarde dat zij met
verdachte mee zou lopen naar een brandgang, althans naar een afgelegen plek,
en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: "Je bent heus wel lief, stil maar. Je
bent lief. Gewoon stil blijven. Stil maar ik ben wel bij je", althans woorden
van gelijke (dreigende) aard en/of strekking, en/of
- die [slachtoffer] heeft gevraagd te controleren of haar broer thuis was
en/of - toen bleek dat haar broer niet thuis was - die [slachtoffer] heeft
meegenomen naar de achtertuin en/of haar achterna is gelopen toen zij naar
haar huis ging en/of
- die [slachtoffer] bij zich op schoot heeft getrokken/genomen en/of heeft
toegelaten dat zij bij hem op schoot ging zitten en/of tegen haar heeft
gezegd: "Je kunt wel bij mij bovenop de knie zitten", althans woorden van
gelijke aard of strekking en/of
- ondanks het feit dat [slachtoffer] aangaf dat zij pijn had, althans "au"
zei, toch is doorgegaan met bovengenoemde handelingen en/of (waardoor), mede
gezien het grote leeftijdsverschil tussen verdachte en die [slachtoffer], een
zodanige (psychische) druk op die [slachtoffer] heeft uitgeoefend dat zij
toegaf aan verdachtes wensen,
en/of (aldus) voor die die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen
ontstaan;
art 242 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 04 juli 2009, te Groningen, ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer], geboren [geboortedatum], te
dwingen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer],
hebbende verdachte met voormeld oogmerk
- getracht, zijn, verdachtes, duim, althans een of meer vinger(s), in de
vagina van die [slachtoffer] te brengen en/of te duwen en/of op en neer te
bewegen, en/of
- met zijn, verdachtes, hand(en) de borst(en) en/of de bil(len) en/of de
vagina van die [slachtoffer] gestreeld/geaaid/betast over en/of onder de
kleding van die [slachtoffer],
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid en
bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- die [slachtoffer] geld heeft aangeboden onder de voorwaarde dat zij met
verdachte mee zou lopen naar een brandgang, althans naar een afgelegen plek,
en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: "Je bent heus wel lief, stil maar. Je
bent lief. Gewoon stil blijven. Stil maar ik ben wel bij je", althans woorden
van gelijke (dreigende) aard en/of strekking, en/of
- die [slachtoffer] heeft gevraagd te controleren of haar broer thuis was
en/of - toen bleek dat haar broer niet thuis was - die [slachtoffer] heeft
meegenomen naar de achtertuin en/of haar achterna is gelopen toen zij naar
haar huis ging en/of
- die [slachtoffer] bij zich op schoot heeft getrokken/genomen en/of heeft
toegelaten dat zij bij hem op schoot ging zitten en/of tegen haar heeft
gezegd: "Je kunt wel bij mij bovenop de knie zitten", althans woorden van
gelijke aard of strekking en/of
- ondanks het feit dat [slachtoffer] aangaf dat zij pijn had, althans "au"
zei, toch is doorgegaan met bovengenoemde handelingen en/of (waardoor), mede
gezien het grote leeftijdsverschil tussen verdachte en die [slachtoffer], een
zodanige (psychische) druk op die [slachtoffer] heeft uitgeoefend dat zij
toegaf aan verdachtes wensen,
en/of (aldus) voor die die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen
ontstaan;
art 242 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 04 juli 2009, te Groningen, met [slachtoffer],
geboren [geboortedatum], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van
zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en)
heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel
binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende
verdachte
- zijn, verdachtes, duim, althans een of meer vinger(s), in de vagina van die
[slachtoffer] gebracht/geduwd en/of op en neer bewogen althans getracht zijn,
verdachtes, duim, althans een of meer vinger(s), in de vagina van die [slachtoffer]
te brengen en/of te duwen en/of op en neer te bewegen, en/of
- met zijn, verdachtes, hand(en) de borst(en) en/of de bil(len) en/of de
vagina van die [slachtoffer] gestreeld/geaaid/betast over en/of onder de
kleding van die [slachtoffer];
art 245 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 04 juli 2009, te Groningen, met [slachtoffer],
die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een
of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande hieruit dat
verdachte
- zijn, verdachtes, duim, althans een of meer vinger(s), in de vagina van die
[slachtoffer] heeft gebracht/geduwd en/of op en neer bewogen althans heeft
getracht zijn, verdachtes, duim, althans een of meer vinger(s), in de vagina
van die [slachtoffer] te brengen en/of te duwen en/of op en neer te bewegen,
en/of
- met zijn, verdachtes, hand(en) de borst(en) en/of de bil(len) en/of de
vagina van die [slachtoffer] heeft gestreeld/geaaid/betast over en/of onder
de kleding van die [slachtoffer];
art 247 Wetboek van Strafrecht
Bewijsvraag
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot verkrachting.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat het helemaal niet zo zeker is dat alle gebeurtenissen, die in de verklaring van aangeefster aan de orde komen, bij kritische beschouwing ook werkelijk hebben plaatsgevonden. Aangeefster is in het verleden door haar stiefvader gedwongen naar seksfilms te kijken, waardoor het verhoor van aangeefster gekleurd kan zijn geweest.
Er is geen sprake geweest van dwang. De raadsman heeft betoogd dat slechts het meest subsidiair tenlastegelegde bewezen kan worden verklaard.
Beoordeling
De rechtbank heeft bij de beoordeling acht geslagen op de volgende bewijsmiddelen.
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte nr. 2009066880-1 d.d. 5 juli 2009, opgenomen op pag. 80 t/m 86 van dossier nr. 2009066880 d.d. 3 september 2009, inhoudende de verklaring van [aangeefster], zakelijk weergegeven:
[slachtoffer] is geboren op 15 april 1997; ik ben haar stiefmoeder. Ik doe aangifte van het feit dat ik een volwassen man, die ik ken als [verdachte], ervan beschuldig dat hij ontuchtige handelingen met haar heeft gepleegd. Ik was op 4 juli 2009 met mijn man [betrokkene] bij vrienden van ons: [vriend1] en [vriend2] aan [woonadres]. Onze kinderen en de kinderen van [vriend2] en [vriend1] speelden buiten. Ik had met [slachtoffer] afgesproken dat ze tussen 9 uur en half 10 thuis moest komen. Ze wist dat we bij [vriend2] en vriend1] waren. [verdachte] was er ook; hij woont aan de [woonadres].
Terwijl we aan het pokeren waren ging op een gegeven moment de deurbel. De politie stond voor de deur met [slachtoffer]. Ik hoorde van de politie dat [verdachte] aan de billen en borsten van [slachtoffer] zou hebben gezeten. Ik heb [slachtoffer] gevraagd wat er gebeurd was. Ze vertelde dat [verdachte] haar op schoot had getrokken en bij haar vagina en borsten had gezeten.
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal nr. 2009066880-7 d.d. 5 juli 2009, opgenomen op pag. 88 t/m 91 van dossier nr. 2009066880 d.d. 3 september 2009, inhoudende de verklaring van getuige [getuige1], zakelijk weergegeven:
Ik woon sinds ongeveer 1 jaar in de [woonadres getuige1] te [woonplaats]. Al zolang als ik daar woon heb ik een buurman, die schuin tegenover mij woont in de hoekwoning.
Gisteravond 4 juli, omstreeks 21.30 uur, liep ik vanuit mijn huis nog even de tuin in. Terwijl ik de achtertuin in liep, zag ik die buurman staan aan het begin van een steegje, dat is gelegen aan de overkant van het speelveldje. Ik zag dat die man daar stond met een meisje van ik schat een jaar of 10. Dat meisje stond met haar rug naar zijn buik toe. Ik zag ook dat hij schichtig om zich heen keek. Ik ben toen direct mijn woning in gegaan en naar boven gegaan. Ik heb daar een kamertje waar vanuit ik goed zicht heb op het speelveldje en het steegje waar de man en het meisje stonden.
Toen ik boven door het raam naar buiten keek, zag ik dat hij nog steeds achter haar stond. Ik zag dat hij zijn hand op haar schouders had. Hij boog zich ook naar voren richting haar oor. Ik heb van beneden mijn fototoestel gehaald. Ik keek toen weer door het raam naar buiten en zag dat de man en het meisje nog op dezelfde plek stonden, aan het begin van het steegje. Ik zag nu, dat hij met zijn handen over haar kleding over haar borsten streelde. Ik zag in ieder geval zijn rechterhand ook over haar rokje over haar billen strelen en daarna zag ik, dat hij met die hand onder haar rokje ging via haar heup naar haar billen. Het was niet zo dat het meisje zich afweerde toen ik zag dat dit gebeurde, maar wel dat ze met haar schouders bleef wiebelen en draaien, waardoor ik het idee had dat ze zich er wel ongemakkelijk/onwennig bij voelde. Je kon zien aan de situatie dat het niet klopte.
Ik heb toen 112 gebeld.
Ik zei ook tegen de politieman dat ik er foto's van kon maken. Hij zei toen, doe dat maar. Ik heb toen het fototoestel gepakt en ik heb toen een paar foto's gemaakt.
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal nr. 2009066880-8 d.d. 5 juli 2009, opgenomen op pag. 93 t/m 96 van dossier nr. 2009066880 d.d. 3 september 2009, inhoudende de verklaring van getuige [getuige2], zakelijk weergegeven:
Ik woon op de [woonadres getuige2] te [woonplaats]. Gisteravond 4 juli 2009, tussen 21.00 uur en 21.30 uur schat ik, bevond ik mij op de strijk-/computerkamer bij mij boven in huis. Vanuit die kamer heb ik zicht op het speelveldje achter ons huis en een brandgang aan de overkant van het speelveldje en de stoep achter ons huis, zeg maar de ingang tot onze achtertuin.
Terwijl ik daar stond, zag ik [verdachte] samen met een meisje aan komen lopen.
Toen [verdachte] ongeveer ter hoogte van mijn achtertuin was, zag ik dat er een meisje, waarvan ik schat dat die 10 a 11 jaar was, achter hem aan liep.
Ineens zag ik dat [verdachte] niet richting huis liep maar het speelveldje overstak richting de doodlopende brandgang. Ik zag dat het meisje gewoon achter hem aan liep, ze hadden geen fysiek contact. Ik zag toen dat ze stopten aan het begin van de brandgang. Ik zag dat het meisje met de rug tegen hem aan ging staan, daarmee bedoel ik dat ze tegen zijn buik ging staan. Ik zag dat [verdachte] toen met zijn handen de rug van dat meisje ging strelen. Ik zag dat hij met zijn hand van boven naar beneden over de rug streelde. Ik zag ook dat hij zijn handen om haar schouders sloeg. Ik zag dat [verdachte] haar toen op die manier naar zich toe drukte en dat hij zich vooroverboog naar haar gezicht toe. Hij ging haar knuffelen met zijn hoofd bij haar hoofd. Terwijl hij dit deed, zag ik ook dat hij met zijn handen de voorkant van dat meisje ging strelen. Eerst ging hij met zijn handen over de kleding heen. Hij streelde het meisje over haar borsten en haar buik en later zag ik dat hij met zijn hand onder haar bloesje of shirtje ging en haar daar dus onder de kleding streelde.
Langzamerhand zag ik dat zijn handen steeds verder naar beneden zakten en haar streelden. Op een gegeven moment zag ik dat hij met zijn handen boven bij haar in de legging ging. Tussendoor zag ik dat [verdachte] af en toe even stopte en dat zowel hij als zij even om het hoekje keken.
Nadat [verdachte] haar geknuffeld had, kwam hij ook weer even overeind. Dat [verdachte] haar zo betastte heeft denk ik ongeveer wel 10 minuten tot een kwartiertje geduurd.
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal nr. 2009066880-19 d.d. 9 juli 2009, opgenomen op pag. 36 t/m 46 van dossier nr. 2009066880 d.d. 3 september 2009, inhoudende de verklaring van [slachtoffer], zakelijk weergegeven:
[als verklaring van de verbalisant: Het hieronder weergegeven verslag is een samengevatte weergave van de audio-opname van het studioverhoor]
Ze waren aan het spelen op het pleintje bij de duikelrekjes. Zij wilde naar haar broer. [verdachte] liep mij achterna. Mijn broer was niet thuis. [verdachte] zat de hele tijd aan mij.
Ze kreeg 5 euro van [verdachte] in de brandgang, nog voor haar verjaardag... en toen zat hij aan mij. Toen duwde hij zich tegen mij aan, ja en toen zat hij aan mijn kont en zo. Ik schrok ik in één keer.
Ze zegt dat ze tegen zijn buik aan kwam en dat zijn handen bij haar kont waren. Ze zegt dat haar kont bij zijn piemel zat. “Hij kneep de hele tijd in mijn kont en hij streelde eroverheen.”.
“Zijn handen waren achter op mijn kont. Hij zat in mijn legging.” [slachtoffer] zegt dat hij met allebei de handen in haar onderbroek zat: “Die handen zaten aan mijn kont. En toen ging hij aan mijn prut zitten.” “Hij wou proberen er met zijn vinger in te komen”.
Op de vraag of dat ook gelukt is antwoordt zij: “Nee.”
Ze heeft aangegeven dat het zeer deed. Volgens [slachtoffer] reageerde hij “O, sorry”, en toen ging ie door.
Volgens [slachtoffer] probeerde hij te tongzoenen, maar ze hield haar kaken stevig op elkaar.
[slachtoffer] vertelt dat ze wel een paar keer heeft gezegd dat hij moest ophouden, maar hij ging gewoon door.
[slachtoffer] vertelt dat hij op een stoel ging zitten, ze wilde naar het plein lopen, maar hij duwde haar op zijn schoot. Ze zat met haar rug tegen zijn buik. Zijn handen waren bij haar borsten. “Die knepen erin.”
[slachtoffer] zegt dat hij heeft gezegd dat hij een stijve piemel had.
Een verslag studioverhoor van verdachte d.d. 6 juli 2009, opgenomen op pag. 50 t/m 79 van dossier nr. 2009066880 d.d. 3 september 2009, inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik heb haar over haar lichaam gestreeld. Bij de borsten langs.
Ze zat bij mij op de knie. Omdat ik het verjaardagsgeld aan haar had gegeven ging ze bij mij op de knie zitten.
En toen ging ik met de hand lager bij haar kruis en dat was voor mij gewoon een hele grote fout. Ik streelde haar bij de kruis en bij de vagina.
Mijn hand ging heen en weer. Mijn hand kon bij haar vagina komen. Dat was voor mij gemakkelijk om te doen. Ze had een legging aan met een jurkje erover.
Omdat de hand naar beneden glijdt, duw je de rok omhoog. Ik streelde haar bij de vagina. Ik had mijn hand buiten de broek.
Toen ik achter bij haar in de broek ging voelde ik haar vagina. Ik voelde met de wijsvinger en de duim. De wijsvinger streelde over de vagina.
Die duim ging heen en weer.
Toen is ze naar huis toe gegaan. Kijken of haar broertje thuis was. Die was niet thuis. Toen ben ik haar achterna gelopen. Toen ben ik gaan zitten en ging zij op mijn knie zitten. Toen had ik de arm om haar heen geslagen. En zo bij de borst zo omhoog. En verder, dat ik nog weet is, dat ik haar nog bij de vagina heb gevoeld en verder niet meer.
Ik heb de vagina bekeken.
Ik heb met de hand alleen buiten de broek aan haar vagina gevoeld. Haar bekeken heb ik alleen de duim zo bij de broek zo.
Ik zei: “Je bent heus wel lief” en “Stil maar, ik ben bij je”, “Gewoon stil blijven.”
De verklaring door verdachte op de terechtzitting afgelegd, zakelijk weergegeven:
We waren in een brandgang. Ik heb over haar kleren heen gestreeld, over haar borsten en billen, ze stond met de rug naar me toe. Ze heeft gezegd dat ik niet door moest gaan. Ik heb over haar vagina gestreeld, met mijn duim. In de tuin van haar huis heb ik op een stoel gezeten. Zij zat op mijn knie/bovenbeen. Ik heb haar vagina toen gezien.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Verdachte heeft op 4 juli 2009, nadat hij alleen met [slachtoffer] in de brandgang was aangekomen, haar € 5,- voor haar verjaardag gegeven en tegen haar gezegd dat ze heus wel lief was en “Stil maar, ik ben bij je.” Verdachte heeft, gebruik makend van zijn fysieke overwicht zijn armen om het slachtoffer heen geslagen en haar in een zodanige positie gedwongen, dat zij wel moest toelaten dat hij haar borsten, billen en vagina betastte. Aangeefster heeft verklaard dat verdachte probeerde met zijn vinger(s) in haar vagina te dringen, maar dat dit niet lukte. Verdachte heeft verklaard dat hij met zijn duim in haar vagina is geweest. De rechtbank acht, gelet op de aard van de verklaringen van zowel aangeefster als verdachte, niet bewezen dat verdachte op enigerlei wijze het lichaam van aangeefster seksueel is binnengedrongen.
Wel is de rechtbank van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachte heeft geprobeerd met zijn vinger(s) in de vagina van aangeefster binnen te dringen, zodat het subsidiair tenlastegelegde bewezen kan worden verklaard zoals hierna omschreven. Verdachte zal van het primair tenlastegelegde worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 04 juli 2009, te Groningen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door feitelijkheden [slachtoffer]), geboren [geboortedataum], te dwingen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte met voormeld oogmerk
- getracht, zijn, verdachtes, duim in de vagina van die [slachtoffer] te brengen en/of te duwen en/of op en neer te bewegen, en
- met zijn, verdachtes, handen de borsten en de billen en de vagina van die [slachtoffer] gestreeld/geaaid/betast over en/of onder de kleding van die [slachtoffer],
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid en bestaande die feitelijkheden hierin dat verdachte
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: "Je bent heus wel lief, stil maar. Je bent lief. Gewoon stil blijven. Stil maar ik ben wel bij je", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en
- die [slachtoffer] heeft gevraagd te controleren of haar broer thuis was en/of - toen bleek dat haar broer niet thuis was - die [slachtoffer] heeft meegenomen naar de achtertuin en/of haar achterna is gelopen toen zij naar haar huis ging en
- die [slachtoffer] bij zich op schoot heeft genomen en/of heeft toegelaten dat zij bij hem op schoot ging zitten
en aldus voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen subsidiair meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het feit
Hetgeen de rechtbank bewezen heeft verklaard levert het volgende strafbare feit op:
Poging tot verkrachting.
Strafbaarheid van verdachte
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat op basis van de voorhanden zijnde rapportage omtrent de persoon van verdachte, verdachte als sterk verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verklaard zich met dit standpunt te kunnen verenigen.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de strafbaarheid van verdachte heeft de rechtbank gelet op de psychologische onderzoeksrapportage d.d. 3 september 2009, opgemaakt door J. de Hoop, klinisch psychologe.
De conclusie van dit rapport luidt, zakelijk weergegeven, dat verdachte lijdt aan een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, in de vorm van een licht verstandelijke handicap, waardoor hij in emotioneel en sociaal opzicht op kinderlijk niveau functioneert en zijn contacten zoekt met “andere kinderen” in de leeftijd tot ongeveer 12 jaar.
De rechtbank kan zich met deze conclusie verenigen en neemt deze over en concludeert met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheid van verdachte dat het bewezenverklaarde aan verdachte in sterk verminderde mate kan worden toegerekend.
De rechtbank acht verdachte derhalve strafbaar, nu ten opzichte van verdachte ook overigens geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
Strafoplegging
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het subsidiair tenlastegelegde wordt veroordeeld tot 9 maanden gevangenisstraf, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met aftrek van voorlopige hechtenis. Aan het voorwaardelijk deel van de straf dient een bijzondere voorwaarde te worden gekoppeld dat verdachte zich zal gedragen naar aanwijzingen van de reclassering, die ook kunnen inhouden dat hij zich houdt aan de aanwijzingen van de Stichting MEE of de AFPN, dan wel een soortgelijke instelling.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte nauwelijks weet heeft waarom en wat fout is en dat het enige wat hij over seks weet is, dat het fout is, omdat seks een verzwegen onderwerp is. Dit is een gevolg van onder meer de gezinsomstandigheden waarin verdachte is opgegroeid. Verder heeft de raadsman gesteld dat als verdachte al enigszins toerekeningsvatbaar is, een vrijheidsstraf van drie maanden al een ruime bestraffing is van deze verdachte. De raadsman heeft in dat kader betoogd dat verdachte na zijn in vrijheidstelling en terug in zijn woonomgeving, waarschijnlijk nog één en ander te wachten staat van de buurtbewoners, die zeer onplezierig gereageerd hebben op het delict. Verdachtes sociale structuur zal dan volledig ingestort blijken te zijn.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en aangaande zijn persoon opgemaakte rapportages, alsmede de vordering van de officier van justitie. Uit het uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 7 juli 2009 blijkt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
Verdachte heeft ontuchtige handelingen gepleegd met een twaalfjarig meisje, waarbij hij heeft geprobeerd met zijn vinger(s) in haar vagina binnen te dringen.
De door de verdachte gepleegde handelingen vormen een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van aangeefster. De ervaring leert dat dergelijke feiten bij de aangeefsters diepe sporen nalaten. De verwerking van het aan hen toegebrachte leed vergt veel tijd evenals het herstel van het vertrouwen in mensen en het zich weer veilig voelen in hun eigen woning en op straat. Met zijn handelen heeft de verdachte zich niet bekommerd om de gevolgen van zijn handelen voor aangeefster. Bovendien heeft de verdachte met de hierboven gepleegde feiten gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving en met name in zijn woonomgeving teweeggebracht.
De rechtbank acht derhalve een vrijheidsstraf van na te melden duur aangewezen.
Daarnaast neemt de rechtbank bij het opleggen van de vrijheidsstraf in aanmerking de conclusie van voormelde psychologische onderzoeksrapportage, dat het bewezenverklaarde aan verdachte in sterk verminderde mate kan worden toegerekend.
De rechtbank zal een deel van de vrijheidsstraf voorwaardelijk opleggen, mede om daaraan een bijzondere voorwaarde te verbinden, inhoudende dat verdachte zich zal gedragen naar aanwijzingen van de reclassering.
De rechtbank acht het van groot belang dat verdachte inzicht verkrijgt in het foutieve van zijn handelen door middel van een op het niveau van verdachte afgestemde training bij de AFPN of de Stichting MEE.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 45 en 242 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank:
- verklaart het primair tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
- verklaart het subsidiair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hierboven is aangegeven, te kwalificeren als voormeld en verklaart het bewezen verklaarde strafbaar.
- verklaart verdachte voor het bewezen verklaarde strafbaar.
- verklaart het subsidiair meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
- veroordeelt verdachte voor het bewezen- en strafbaarverklaarde tot:
een gevangenisstraf voor de duur van ACHT MAANDEN.
Beveelt dat bij de tenuitvoerlegging van deze straf de tijd die veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht tenzij die tijd op een andere straf in mindering is gebracht.
Bepaalt dat van deze straf een gedeelte, groot vier maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders gelast omdat de veroordeelde zich voor het einde van de op 2 jaren gestelde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat de tenuitvoerlegging ook kan worden gelast indien de veroordeelde gedurende de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich gedurende de proeftijd gedragen naar voorschriften en aanwijzingen te geven door of namens Reclassering Nederland, zolang deze instelling dat gedurende de proeftijd nodig oordeelt. Draagt deze instelling op om de veroordeelde hulp en steun te verlenen bij de naleving van de bijzondere voorwaarde.
De hiervoor bedoelde voorschriften en aanwijzingen kunnen ook inhouden dat de veroordeelde zich zal gedragen naar voorschriften en aanwijzingen van de Stichting MEE of de Ambulante Forensische Psychiatrie Noord Nederland, dan wel een soortgelijke instelling.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Dit vonnis is aldus gewezen door mrs. H.J. Bastin , voorzitter, L.M.E. Kiezebrink en K.R. Bosker, in tegenwoordigheid van D. van der Ploeg, als griffier en in het openbaar uitgesproken op 5 november 2009.
Mr. H.J. Bastin is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.