ECLI:NL:RBGRO:2009:BK2167
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.J. Bastin
- L.M.E. Kiezebrink
- K.R. Bosker
- Rechtspraak.nl
Poging tot verkrachting van een minderjarige door verdachte met verminderd toerekeningsvatbaarheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 5 november 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een man die beschuldigd werd van het plegen van ontuchtige handelingen met een twaalfjarig meisje. De verdachte, geboren in 1974 en thans preventief gedetineerd, werd beschuldigd van het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer, dat op 4 juli 2009 in Groningen plaatsvond. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, door middel van geweld en bedreiging, het slachtoffer heeft gedwongen tot seksuele handelingen. De verdachte heeft geprobeerd met zijn vinger(s) in de vagina van het slachtoffer te dringen en heeft haar borsten en billen betast. De rechtbank heeft de verklaringen van zowel het slachtoffer als de verdachte in overweging genomen en kwam tot de conclusie dat de verdachte in sterk verminderde mate toerekeningsvatbaar was, wat werd bevestigd door een psychologisch rapport. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Tevens werd de verdachte verplicht om zich te houden aan de aanwijzingen van de reclassering en een behandeling te ondergaan bij de AFPN. De rechtbank heeft benadrukt dat de gepleegde handelingen een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer vormen en dat dergelijke feiten diepe sporen nalaten bij de slachtoffers.