parketnummers: 18/630112-09
18/650677-08
18/670521-07 (vordering tenuitvoerlegging) en
01/830450-08 (vordering tenuitvoerlegging) (promis)
datum uitspraak: 29 oktober 2009
raadsman: mr. J.M. Keizer
van de rechtbank Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:
[Verdachte],
geboren op [Geboorteplaats en –datum],
wonende te [Woonplaats],
thans preventief gedetineerd in de P.I. HvB Ter Apel, aan de Ter Apelervenen 10 te Ter Apel.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 15 juni 2009, 3 september 2009 en 15 oktober 2009.
Aan verdachte is in de oorspronkelijk onder de parketnummers 18/630112-09 en
18/650677-08 afzonderlijk aangebrachte, maar ter terechtzitting gevoegde, strafzaken ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 15 februari 2009, in de gemeente Putten, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [Tankstation cq. eigenaar daarvan], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld
en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een pompbediende van genoemd tankstation, genaamd [Aangever 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte genoemd tankstation is
binnengegaan en/of (vervolgens) richting de balie is gelopen en/of (vervolgens) een schaar, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [Aangever 1] en/of (daarbij) die [Aangever 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd "Geef me geld. Geef me geld" en/of (vervolgens) met die schaar, althans dat scherp
en/of puntig voorwerp, gericht op die [Aangever 1] om de balie heen is gelopen en/of (vervolgens) een hoeveelheid geld uit de kassa heeft gegraaid/gepakt en/of (vervolgens) die [Aangever 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Als je binnen 5 minuten de politie belt kom ik terug en maak ik je dood", althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 15 februari 2009, in de gemeente Putten, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een pompbediende van [Tankstation], genaamd [Aangever 1], heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [Tankstation cq. eigenaar daarvan], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte genoemd tankstation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de balie is gelopen en/of (vervolgens) een schaar, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [Aangever 1] en/of (daarbij) die [Aangever 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd "Geef me geld. Geef me geld" en/of (vervolgens) met die schaar, althans dat scherp en/of puntig voorwerp, gericht op die [Aangever 1] om de balie heen is gelopen en/of (vervolgens) een hoeveelheid geld uit de kassa heeft gegraaid/gepakt en/of (vervolgens) die [Aangever 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Als je binnen 5 minuten de politie belt kom ik terug en maak ik je dood", althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
hij op of omstreeks 17 februari 2009, in de gemeente Barneveld, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een medewerker van een [Tankstation], genaamd [Aangever 2], heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het [Tankstation cq. eigenaar daarvan], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte genoemd tankstation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de balie is gelopen en/of (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [Aangever 2] en/of (daarbij) die [Aangever 2] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Geef het geld" en/of "Schiet op. Geef het geld", althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 17 februari 2009, in de gemeente Barneveld, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het [Tankstation cq. eigenaar daarvan], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een medewerker van die [Tankstation], genaamd [Aangever 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte genoemd tankstation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de balie is gelopen en/of (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [Aangever 2] en/of (daarbij) die [Aangever 2] dreigend de woorden heeft toegevoegd "Geef het geld" en/of "Schiet op. Geef het geld", althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
hij op of omstreeks 18 februari 2009, in de gemeente Grave, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld en/of een pakje sigaretten, toebehorende aan [Tankstation cq. eigenaar daarvan], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen genoemde [Aangever 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte genoemd tankstation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de toonbank is gelopen en/of (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [Aangever 3] en/of (daarbij) die [Aangever 3] dreigend de woorden heeft toegevoegd "geld, geld, geld uit de kassa", althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
hij op of omstreeks 21 februari 2009, in de gemeente Groningen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen (een) goed(eren), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [Tankstation], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld
en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een medewerker van genoemd tankstation, genaamd [Aangever 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte genoemd tankstation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de balie is gelopen en/of (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [Aangever 4] en/of (daarbij) die [Aangever 4] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "geef me geld of ik steek je (neer)" althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 21 februari 2009, in de gemeente Groningen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een medewerker van een [Tankstation], genaamd [Aangever 4], te dwingen tot de afgifte van geld, toebehorende aan [Tankstation], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, genoemd tankstation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de balie is gelopen en/of (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [Aangever 4] en/of (daarbij) die [Aangever 4] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "geef me geld of ik steek je (neer)" althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
hij op of omstreeks 22 februari 2009 te Ten Post, in de gemeente Ten Boer, met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld, toebehorende aan [Tankstation cq. eigenaar daarvan], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen de kassamedewerkster van een [Tankstation], genaamd [Aangever 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte genoemd benzinestation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de kassa is gelopen en/of (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [Aangever 5] en/of (daarbij) die [Aangever 5] meermalen, althans eenmaal, dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Doe die kassa open" en/of (vervolgens) met de punt van dat mes, althans dat scherp en/of puntig voorwerp, een zwaaiende beweging heeft gemaakt in de richting van die [Aangever 5] en/of (vervolgens) die [Aangever 5] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Maak die kassa open" en/of "Is dat alles?", althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 22 februari 2009 te Ten Post, in de gemeente Ten Boer, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een kassamedewerkster van een [Tankstation], genaamd [Aangever 5], heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [Tankstation cq. eigenaar daarvan], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte genoemd benzinestation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de kassa is gelopen en/of (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [Aangever 5] en/of (daarbij) die [Aangever 5] meermalen, althans eenmaal, dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Doe die kassa open" en/of (vervolgens) met de punt van dat mes, althans dat scherp en/of puntig voorwerp, een zwaaiende beweging heeft gemaakt in de richting van die [Aangever 5] en/of (vervolgens) die [Aangever 5] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Maak die kassa open" en/of "Is dat alles?", althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
hij op of omstreeks 25 februari 2009, te Hoevelaken, althans in de gemeente Nijkerk, met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld, toebehorende aan benzinestation [Tankstation cq. eigenaar daarvan], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen genoemde [Aangever 6], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte genoemd benzinestation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de balie/kassa is gelopen en/of (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [Aangever 6] en/of (daarbij) die [Aangever 6] dreigend de woorden heeft toegevoegd "Doe de la open en er gebeurt verder niets" en/of "Is er niet meer?", althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 25 februari 2009 te Hoevelaken, althans in de gemeente Nijkerk, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [Aangever 6] heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan benzinestation [Tankstation cq. eigenaar daarvan], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte genoemd benzinestation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de balie/kassa is gelopen en/of (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [Aangever 6] en/of (daarbij) die [Aangever 6] dreigend de woorden heeft toegevoegd "Doe de la open en er gebeurt verder niets" en/of "Is er niet meer?", althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
hij op of omstreeks 26 februari 2009, in de gemeente Putten, met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld, toebehorende aan benzinestation [Tankstation cq. eigenaar daarvan], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen genoemde [Aangever 7], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte genoemd benzinestation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de balie is gelopen en/of (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [Aangever 7] en/of (daarbij) die [Aangever 7] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Geef mij al je geld, dan zal ik je niets doen" en/of "Je mag de eerste 3 minuten de politie niet bellen. Als je dat wel doet kom ik terug om je dood te maken", althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking;
hij op of omstreeks 28 februari 2009, te Rossum, althans in de gemeente Maasdriel, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een medewerker van een [Tankstation], genaamd [Aangever 8], heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het [Tankstation], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte genoemd tankstation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de toonbank is gelopen en/of (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [Aangever 8] en/of (daarbij) die [Aangever 8] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Geld" en/of "Menens, opschieten, opschieten, hier is mijn mes", althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 28 februari 2009 te Rossum, althans in de gemeente Maasdriel, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld en/of een pakje sigaretten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan tankstation BP en/of [Aangever 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [Aangever 8], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte genoemd tankstation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de toonbank is gelopen en/of (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [Aangever 8] en/of (daarbij) die [Aangever 8] dreigend de woorden heeft toegevoegd "Geld" en/of "Menens, opschieten, opschieten, hier is mijn mes", althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking.
hij op of omstreeks 25 augustus 2007, in de gemeente Groningen, als bestuurder van een motorrijtuig, personenauto, dit motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 225 microgram, in elk geval hoger dan 88 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn, terwijl voor het besturen van dat motorrijtuig een rijbewijs was vereist en verdachte dit motorrijtuig heeft bestuurd zonder rijbewijs.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat het in dagvaarding met nummer 630112-09 onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 subsidiair, 5 primair, 6 primair, 7 en 8 primair en in dagvaarding met nummer 650677-08 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
De officier van justitie heeft gewezen op de processen-verbaal van aangifte, de getuigenverklaringen waarin wordt gerelateerd dat een Suzuki Swift (met kenteken [Kenteken]) wordt gesignaleerd, het feit dat die auto op naam staat van verdachte, het feit dat de kleding, de schaar en het mes die zijn gezien bij de overvallen zich in deze auto bevonden, de fotoconfrontaties waarbij verdachte wordt herkend en de ter terechtzitting getoonde videobeelden. Naar de mening van de officier van justitie volgt het bewijs voor het tenlastegelegde uit deze bewijsmiddelen in onderlinge samenhang bezien.
Standpunt van de verdediging
Namens verdachte is aangevoerd dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het aan hem tenlastegelegde heeft begaan. De raadsman van verdachte heeft geconcludeerd tot algehele vrijspraak van verdachte voor het hem tenlastegelegde.
Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat de signalementen van de verschillende aangevers en getuigen niet onderling overeenkomen en dus niet telkens op de persoon van verdachte kunnen zien. Naar de stelling van de verdediging is het feit dat de bij een aantal van de overvallen betrokken personenauto op naam van verdachte staat niet indicatief voor het feit dat de overvallen door verdachte zijn begaan. De situatie dat een ander dan verdachte de bestuurder van de Suzuki Swift was en daarmee de dader van de overvallen, is niet strijdig met de inhoud van de bewijsmiddelen en moet volgens de raadsman als niet onaannemelijk worden beoordeeld.
Terzake het onder parketnummer 650677-08 tenlastegelegde heeft de raadsman aangevoerd dat de mogelijkheid dat niet verdachte, maar diens broer [Broer verdachte] de bestuurder van de auto van verdachte was, niet strijdig is met de inhoud van bewijsmiddelen en als niet onaannemelijk moet worden beoordeeld. De raadsman heeft ook terzake dit feit gepleit voor vrijspraak van verdachte.
Met de raadsman en de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich aan het onder 4 primair tenlastegelegde voltooide delict van diefstal met geweld schuldig heeft gemaakt. De rechtbank zal verdachte van dit feit vrijspreken.
De rechtbank heeft bij de beoordeling acht geslagen op de volgende bewijsmiddelen.
Een proces-verbaal van aangifte door [Aangever 1] d.d. 15 februari 2009, opgenomen op pagina 112 e.v. van map 1 van een strafdossier met nummer 2009018271 d.d. 14 april 2009, waaruit, als verklaring van aangeefster, zakelijk weergegeven, het volgende:
Ik ben als pompbediende werkzaam bij de [Tankstation]. Ik was daar vanmiddag 15 februari 2009 alleen aan het werk. Om 15:35 kwam er een jongen de shop binnen lopen. Hij liep naar de balie en toen zag ik dat hij een grote schaar in zijn rechterhand had. Ik hoorde dat hij zei: ‘Geef me je geld, geef me je geld’. Met de schaar met de punt naar mij gericht liep hij om de balie heen. Ik heb toen gelijk de kassa geopend. Voor ik geld kon geven, pakte hij zelf nagenoeg al het papiergeld uit de kassa. Hij hield daarbij de schaar in zijn hand. Toen hij het geld had liep hij de shop uit en tijdens het weglopen zei hij tegen mij: als je binnen 5 minuten de politie belt, kom ik terug en maak ik je dood. Toen hij buiten was rende hij weg.
Een proces-verbaal van verhoor van getuige [Getuige 1] d.d. 15 februari 2009, opgenomen op pagina 116 e.v. van map 1 van het onder 1. genoemde strafdossier, waaruit, als verklaring van de getuige, zakelijk weergegeven, het volgende:
Ik was vandaag bij het [Tankstation], Ik zag daar een man het tankstation binnenlopen en na ongeveer 30 seconden het tankstation weer uitrennen. Ik zag dat hij in een kleine rode auto stapte gelijkend op een Suzuki Swift en met hoge snelheid wegreed in de richting van Nijkerk.
Een schriftelijk stuk, te weten een fotoblad met opnames gemaakt met een flitskast, als opgenomen op pagina 140 van map 2 van het onder 1. genoemde strafdossier, waaruit, zakelijk weergegeven, het volgende:
Op 15 februari 2009 om 15.48 uur wordt een Suzuki Swift met kenteken [Kenteken] geflitst na een snelheidsovertreding op de Frieswijkstraat te Nijkerk.
De waarneming van rechters mr. H.L. Stuiver, mr. G. Laman en mr. H.J. Bastin geschiedt ten tijde van het onderzoek ter terechtzitting van 15 oktober 2009, zakelijk weergegeven inhoudende het volgende:
Ter terechtzitting van 15 oktober 2009 zijn door de rechtbank de videobeelden bekeken zoals deze zijn opgenomen bij de overvallen op de volgende tankstations:
[Tankstation] op 15 februari 2009
Te zien is hoe een blanke man gekleed in een spijkerbroek en een donkerblauwe trui met capuchon de winkel van het tankstation binnenloopt. De man heeft de capuchon over het hoofd getrokken. De man loopt naar de achterzijde van de balie. De vrouw achter de balie, kennelijk aangeefster Van Lokhorst, opent de kassalade. De man reikt naar de geopende kassalade en haalt daar geldbiljetten uit. De rechtbank neemt waar dat de man qua lengte, postuur en gelaatsuitdrukking grote gelijkenis vertoont met de persoon van verdachte. De trui met capuchon die door de man wordt gedragen vertoont grote gelijkenis met de in de auto van verdachte aangetroffen trui .
[Tankstation] op 25 februari 2009
Te zien is hoe een man met een donkere, korte jas en een honkbalpetje de winkel van het tankstation binnenloopt. De vrouw achter de balie, kennelijk aangeefster [Aangever 6], opent de kassalade. De man reikt naar de geopende kassalade en haalt daar kennelijk iets uit. De rechtbank neemt waar dat de man qua lengte en postuur grote gelijkenis vertoont met de persoon van verdachte. De jas en honkbalpet die door de man worden gedragen vertonen bovendien grote gelijkenis met de in de auto van verdachte aangetroffen pet en jas .
[Tankstation] op 28 februari 2009
De rechtbank bekijkt beelden vanuit een drietal verschillende cameraposities. Te zien is hoe een man met een donkerblauwe jas en een honkbalpetje de winkel van het tankstation binnenloopt. Het gelaat van de man is daarbij een moment goed zichtbaar als de man richting de camera kijkt. Te zien is hoe de man iets uit zijn rechterbroekzak pakt en vervolgens zijn arm richting de vrouw achter de toonbank beweegt. De vrouw, kennelijk aangeefster [Aangever 8], opent de kassalade. De man reikt met zijn arm achter de toonbank, pakt kennelijk iets en verlaat de winkel. De rechtbank neemt waar dat de man qua lengte, postuur en gelaatsuitdrukking zeer grote gelijkenis vertoont met de persoon van verdachte. De jas en honkbalpet die door de man worden gedragen vertonen bovendien grote gelijkenis met de in de auto van verdachte aangetroffen pet en jas (zie ook voetnoot 2).
Een proces-verbaal van aangifte door [Aangever 2] d.d. 17 februari 2009, opgenomen op pagina 124 e.v. van map 1 van het onder 1. genoemde strafdossier, waaruit, als verklaring van aangever, zakelijk weergegeven, het volgende:
Mijn vader is eigenaar van het [Tankstation]. Op dinsdag 17 februari 2009 was ik aan het werk in dit BP station.
(..) toen ik geld aan het tellen was zag ik plotseling een manspersoon voor mij staan. het eerste wat ik zag was een mes. Het lemmet was ongeveer 20 cm. Het was een dun mes. Het lemmet was zilver en het handvat was zwart/bruin. Ik ben een beetje kleurenblind. Ik hoorde vervolgens dat hij zei: ‘geef het geld’. Vervolgens hoorde ik dat deze man zei dat ik op moest schieten. Toen deze man dit zei besefte ik dat het serieus was. Ik hoorde dat deze man weer zei dat ik het geld moest geven. Ik heb vervolgens het geld op de balie gegooid. Het eerste geld kwam uit de kassa, die rechts van de balie stond, ongeveer € 100,- à € 200,-. Het tweede geld kwam uit de kassa die op de stoel links van de kassa stond, ongeveer € 300,-. Ik zag dat hij het geld pakte en in zijn zak stopte. Daarna stak hij het mes in zijn broekzak.
Vervolgens liep hij richting de uitgang. Het geld wat is weggenomen bestond uit alle soorten bankbiljetten tussen de 5 en 50 euro.
Een proces-verbaal van verhoor van getuige [Getuige 2] d.d. 19 februari 2009, opgenomen op pagina 138 e.v. van map 1 van het onder 1. genoemde strafdossier, waaruit, als verklaring van de getuige, zakelijk weergegeven, het volgende:
Op 17 februari 2009 zag ik dat een man tussen 12.50 uur en 13.00 uur de straat over rende van het [Tankstation] in de richting van de Dompselaerstraat. De man liep overdreven hard. De man stapte in een rode, verweerde Suzuki Swift. De auto reed hard weg in de richting van de Churchillstraat. De man had een blauw/groene sweater aan met een capuchon over het hoofd.
Een schriftelijk stuk, te weten een fotoblad houdende opnamen van een bewakingscamera, als opgenomen op pagina 140 van map 1 van het onder 1. genoemde strafdossier, waarop, zakelijk weergegeven, het volgende is te zien:
Op 17 februari 2009 omstreeks 12.45 uur komt een man met een trui met capuchon de shop van het [Tankstation] binnen. De trui met capuchon die door de man wordt gedragen vertoont grote gelijkenis met de in de auto van verdachte aangetroffen trui (zie ook de onder 4. genoemde voetnoot).
Een proces-verbaal van aangifte door [Aangever 3] d.d. 18 februari 2009, opgenomen op pagina 088 e.v. van map 1 van het onder 1. genoemde strafdossier, waaruit, als verklaring van aangever, zakelijk weergegeven, het volgende:
Ik ben stationsmanager van het tankstation [Tankstation]. Ik ben vandaag, 18 februari 2009 omstreeks 14.00 uur met mijn werkzaamheden begonnen. Om 16.00 uur zat ik achter de toonbank van het tankstation. Ik zag een manspersoon de zaak binnen komen. Ik was aan de telefoon. De man liep direct naar de balie en vroeg om een pakje Marlboro. Op het moment dat ik de sigaretten wilde geven zag ik dat hij een mes in zijn rechterhand vast had. De man riep: ‘geld, geld, geld uit de kassa’. De man greep met zijn linkerhand in de kassalade. De man boog over de toonbank. De man griste het geld uit de lade. Hij pakte alleen papiergeld uit de lade. Ik zag dat de man het geld direct in zijn zak stopte. Het totaal weggenomen bedrag bedraagt € 855,-.
Een proces-verbaal van verhoor van getuige [Getuige 3] d.d. 18 februari 2009, opgenomen op pagina 097 e.v. van map 1 van het onder 1. genoemde strafdossier, waaruit, als verklaring van de getuige, zakelijk weergegeven, het volgende:
Ik fietste vandaag langs het tankstation toen ik een vrouw hoorde gillen dat ze was beroofd. Ik zag een man rennen. De man rende naar de parkeerplaats. Ik ben hem achterna gefietst en zag dat hij in een kleine rode auto stapte. Ik lette goed op en zag dat het kenteken van de auto [Kenteken] was.
Een proces-verbaal van aangifte door [Aangever 4] d.d. 24 februari 2009, opgenomen op pagina 077 e.v. van map 1 van het onder 1. genoemde strafdossier, waaruit, als verklaring van aangever, zakelijk weergegeven, het volgende:
Op zaterdag 21 februari 2009 werkte ik als pompbediende bij het [Tankstation]. Ik zag om ongeveer 18:55 uur vanuit mijn ooghoeken een man binnen komen. Ik zag dat de man zijn rechterhand vanachter zijn rug haalde. Ik zag dat hij een mes in zijn hand vasthield. Hij stond voor de balie en hield het mes voor zich. Ik hoorde de man zeggen: ‘geef me geld of ik steek je (neer)’. Ik schrok enorm. Ik kon door een deur naar achter komen. Ik weet niet of de belager daadwerkelijk iets heeft weggenomen.
Een schriftelijk stuk, te weten een fotoblad houdende opnamen van een bewakingscamera, als opgenomen op pagina 083 van map 1 van het onder 1. genoemde strafdossier, waarop, zakelijk weergegeven, het volgende is te zien:
Een man met blauwe jas en een honkbalpet staat aan de balie van het [Tankstation]. De man lijkt een mes in zijn rechterhand te hebben. De jas en de pet die door de man worden gedragen, vertonen sterke gelijkenis met de in de auto van verdachte aangetroffen jas en pet (zie ook voetnoot 2).
Een proces-verbaal van een meervoudige fotoconfrontatie als afgenomen op 24 februari 2009 met de getuige [Aangever 4] als opgenomen op pagina 085 e.v. van het onder 1. genoemde strafdossier, waaruit, zakelijk weergegeven, het volgende:
De verbalisant toont de getuige een zestal geselecteerde foto’s die qua formaat, kleur, beeldvulling en lay-out identiek gemaakt zijn aan de foto van verdachte. De foto van verdachte bevond zich daarbij op plaats nummer 2. Bij het tonen van de foto’s merkte de getuige op de dader van het feit waarvan hij getuige was te herkennen op foto nummer 2.
13.
Een schriftelijk stuk, te weten een tapverslag, als opgenomen op pagina 205 van map 2 van het onder 1. genoemde strafdossier, waaruit, zakelijk weergegeven, het volgende:
Op 27 februari 2009 heeft om 17.13.52 een telefoongesprek plaats tussen [J. en J.].
Daarin wordt door J. verwoord dat de politie hem heeft benaderd omdat R. wordt gezocht. J. zegt tegen J. dat hij weet dat R. bezig is met overvalletjes. R. wilde iemand beroven met een mes in een winkel. Daarbij was iemand een kantoortje ingevlucht en had de deur op slot gedaan waardoor R. zonder buit naar buiten was gekomen.
Een proces-verbaal van aangifte door [Aangever 5] d.d. 22 februari 2009, opgenomen op pagina 060 e.v. van map 1 van het onder 1. genoemde strafdossier, waaruit, als verklaring van aangever, zakelijk weergegeven, het volgende:
Op zondag 22 februari 2009 omstreeks 11.00 uur was ik aan het werk als kassamedewerker bij het [Tankstation]. Om 14:35 uur kwam dezelfde man het benzinestation weer binnen. Hij liep naar de kassa. Ineens zag ik dat hij in zijn rechterhand een mes had. Het mes had een zwart handvat, met een plat tussenstuk naar het steekgedeelte toe. Het steekgedeelte was zilverkleurig en had een lengte van 15-20 cm. Ik hoorde hem direct zeggen: ‘Doe die kassa open’. Dit zei hij twee keer op schreeuwende en luide stem. Ik zag dat hij mij met een mes bedreigde, door een zwaaiende beweging te maken met de punt van het mes in mijn richting. Toen schreeuwde hij weer: ‘Maak die kassa open’. Ik heb toen de kassa voor hem geopend. Ik zag dat hij met zijn linkerhand het geld uit de kassa graaide, terwijl hij in zijn rechterhand nog steeds het mes vast hield.
Een proces-verbaal van verhoor van getuige [Getuige 4] d.d. 23 februari 2009, opgenomen op pagina 070 e.v. van map 1 van het onder 1. genoemde strafdossier, waaruit, als verklaring van de getuige, zakelijk weergegeven, het volgende:
Ik reed vanmiddag 22 februari 2009 met mijn man van Delfzijl naar Groningen. Omstreeks 14.40 uur passeerden wij het [Tankstation]. Op dat moment zagen wij een blanke man rennend uit het tankstation komen. Hij rende in de richting van een rode auto. De man droeg een kort blauw jack en een blauw petje.
Wij waren inmiddels het tankstation gepasseerd en bevonden ons ter hoogte van Ten Boer. We waren de rotonde voorbij toen we door dezelfde rode auto werden ingehaald. Dat ging maar net goed, voor ons bevond zich een vluchtheuvel in de weg. Ik heb toen het kenteken van de auto genoteerd: [Kenteken].
Een proces-verbaal van een meervoudige fotoconfrontatie als afgenomen op 24 februari 2009 met de getuige [Aangever 5] als opgenomen op pagina 074 e.v. van het onder 1. genoemde strafdossier, waaruit, zakelijk weergegeven, het volgende:
De verbalisant toont de getuige een zestal geselecteerde foto’s die qua formaat, kleur, beeldvulling en lay-out identiek gemaakt zijn aan de foto van verdachte. De foto van verdachte bevond zich daarbij op plaats nummer 4. Bij het tonen van de foto’s merkte de getuige op de dader van het feit waarvan zij getuige was te herkennen op foto nummer 4 (zie ook voetnoot 3).
Een proces-verbaal van aangifte door [Aangever 6] d.d. 26 februari 2009, opgenomen op pagina 144 e.v. van map 1 van het onder 1. genoemde strafdossier, waaruit, als verklaring van aangever, zakelijk weergegeven, het volgende:
Ik werk als bedrijfsleidster bij het [Tankstation]. Op 25 februari 2009 ben ik gaan werken. Omstreeks 12.45 uur ben ik gaan afromen. Plotseling zag ik dat er een manspersoon de shop in kwam lopen. Ik zag dat het een grote man was met een pet op zijn hoofd, met een klep er aan. Hij liep naar mij toe en ik hoorde dat hij zei: ‘Een pakje Marlboro’. Vervolgens zag ik dat hij zich naar mij toedraaide en met zijn rechterhand naar mij toe wees en ik zag dat hij een mes in zijn hand had waarvan het lemmet gekarteld was. Ik hoorde dat deze man zei, terwijl hij mij met het mes bedreigde: ‘Doe de la open en er gebeurt verder niets’. Toen ik de lade van de kassa geopend had, zag ik dat de man voorover bukte en met zijn linkerhand in de kassa aan het graaien was.
Een proces-verbaal van verhoor van getuige [Getuige 5] d.d. 2 maart 2009, opgenomen op pagina 155 e.v. van map 1 van het onder 1. genoemde strafdossier, waaruit, als verklaring van de getuige, zakelijk weergegeven, het volgende:
Op 25 februari 2009 omstreeks 13.19 uur reed ik samen met collega’s op de A1 richting Hoevelaken. Ik zag dat er een personenvoertuig naderde in tegenovergestelde richting vervolgens zag ik dat het een rode Suzuki Swift betrof. Ik zag dat er een grote man in zat met donkere kleding. Vervolgens zag ik toen het personenvoertuig ons gepasseerd was, aan de achterzijde van het voertuig het kenteken, dit was [Kenteken].
Een proces-verbaal van aangifte door [Aangever 7] d.d. 26 februari 2009, opgenomen op pagina 188 e.v. van map 1 van het onder 1. genoemde strafdossier, waaruit, als verklaring van aangever, zakelijk weergegeven, het volgende:
Ik ben werkzaam als medewerker bij [Tankstation]. Op 26 februari 2009 zat ik iets na 13.30 uur achter de kassa.
Er kwam een man binnengelopen. De man liep rechtstreeks naar mijn balie toe en bestelde een pakje Marlboro. Ik zag dat de man recht voor mij stond en in zijn rechterhand iets had. Plotseling sprong er een mes uit. Ik zag dat die man een stiletto in zijn rechterhand had. Ik zag dat hij de punt van het mes in mijn richting hield. Ik hoorde hem zeggen: ‘Geef mij al je geld, dan zal ik je niets doen’. Ik had de kassalade al open gedaan om de sigaretten af te rekenen. Ik zag dat de man voorover boog en zelf het papiergeld uit de kassa pakte. Die man hield ondertussen het mes met de punt dreigend in mijn richting. Ik hoorde dat de man tegen mij zei dat ik de politie de eerste drie minuten niet mocht bellen. Zou ik dit wel doen dan zou hij terugkomen om mij dood te maken. Daarna liep de man weg. De man was ruim 1.90 meter en droeg een pet met een klep aan de voorzijde.
Een proces-verbaal van verhoor van getuige [Getuige 6] d.d. 26 februari 2009, opgenomen op pagina 192 e.v. van map 1 van het onder 1. genoemde strafdossier, waaruit, als verklaring van de getuige, zakelijk weergegeven, het volgende:
Op 26 februari 2009, omstreeks 13.45 uur reed ik vanaf de [Straat- en plaatsnaam]. Precies daar op de hoek is een [Tankstation] gelegen. Op dat moment zag ik een man hard lopen vanuit de richting van de shop, over de tankplaats naar de parkeerplaats van een restaurant. Hij rende in de richting van een rode auto die daar geparkeerd stond. Door goed om te kijken kon ik het kenteken [Kenteken] opnemen.
Een schriftelijk stuk, te weten een fotoblad houdende opnamen van een bewakingscamera, als opgenomen op pagina 198 van map 1 van het onder 1. genoemde strafdossier, waarop, zakelijk weergegeven, het volgende te zien is:
Een man met blauwe jas en een honkbalpet staat aan de balie van het [Tankstation]. De tijdsindicatie geeft aan dat het 26 februari 2009 is omstreeks 13.55 uur. De man lijkt een mes in zijn rechterhand te hebben. De jas en de pet die door de man worden gedragen, vertonen sterke gelijkenis met de in de auto van verdachte aangetroffen jas en pet (zie ook voetnoot 2).
Een proces-verbaal van aangifte door [Aangever 8] d.d. 28 februari 2009, opgenomen op pagina 204 e.v. van map 1 van het onder 1. genoemde strafdossier, waaruit, als verklaring van aangever, zakelijk weergegeven, het volgende:
Ik ben medewerker van het [Tankstation]. Op 28 februari 2009 omstreeks 13.12 uur was ik werkzaam in het tankstation. Ik zag dat er een man het tankstation binnenliep. De man wilde een pakje Marlboro. Ik zag opeens dat die man een mes in zijn hand had. Ik hoorde dat die man zei: ‘geld’. Die man stond tegenover mij aan de andere kant van de toonbank. Ik zag dat hij over de toonbank heen boog. Ik hoorde dat die man zei: ‘Menens, opschieten, opschieten, hier is mijn mes’.
Ik zag dat hij tegelijkertijd het mes, een keukenmes, met de punt in mijn richting wees. Ik wilde hem geld uit de kassalade geven. Ik kreeg echter niet gelijk de kassalade open. Toen ik het nogmaals probeerde ging de kassalade wel open. Ik pakte bankbiljetten uit de kassa. Ik legde dit geld op de toonbank. Ik zag dat die man de bankbiljetten pakte.
Een proces-verbaal van verhoor van getuige [Getuige 7] d.d. 28 februari 2009, opgenomen op pagina 211 e.v. van map 1 van het onder 1. genoemde strafdossier, waaruit, als verklaring van de getuige, zakelijk weergegeven, het volgende:
Ik reed op 28 februari 2009 omstreeks 13:00 uur over de [Straat- en plaatsnaam]. Ik zag ter hoogte van het [Tankstation] een man vanuit de richting van [Tankstation] naar een rode Suzuki Swift hollen. Twee auto’s voor mij moesten nogal remmen door de actie van de man. Die Suzuki stond aan de rechterzijde van de weg in de berm net na het [Tankstation] geparkeerd. Het kenteken luidt: [Kenteken]. De man had een honkbalpetje op zijn hoofd.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 maart 2009 als opgenomen op pagina 099 e.v. van map 2 van het onder 1. genoemde strafdossier, waaruit, als relatering van de verbalisanten, zakelijk weergegeven, het volgende:
Op 3 maart 2009 onderzochten wij de inbeslaggenomen personenauto van verdachte, een Suzuki Swift met kenteken [Kenteken]. In deze personenauto werden ondermeer aangetroffen een schaar, een gekarteld mes, een blauwe jas van het merk Taurus, een zwarte honkbalpet met opdruk ‘NY’ en een blauwe sweater merk Le Coq Sportif. (Inclusief fotobijlage op pagina’s 101-115).
Een schriftelijk stuk, te weten een uitdraai RDW bevraging kenteken, als opgenomen op pagina 130 van map 2 van het onder 1. genoemde strafdossier, waaruit, zakelijk weergegeven, het volgende:
De rode Suzuki Swift met kenteken [Kenteken] staat vanaf 10 februari 2009 op naam van R. Vink, geboren op 21 mei 1975.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [Broer verdachte] d.d. 25 augustus 2007, opgenomen op pagina 6 e.v. van een strafdossier met nummer PL01SA/07-010196 d.d. 10 december 2007, waaruit, als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven, het volgende:
Ik ben vanavond door u aangehouden vanwege rijden onder invloed. Ik heb vanavond enkele biertjes en wat cola-berenburg gedronken.
Ik ben daarna gaan rijden in een auto, hierop werd ik door u gecontroleerd. Ik kon u bij de controle geen rijbewijs tonen, ik heb geen rijbewijs meer. Ik heb een rijontzegging tot 4 oktober 2007.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 november 2007, opgenomen op pagina 8 e.v. van het onder 26. genoemde strafdossier, waaruit, als verklaring van de verbalisanten, zakelijk weergegeven, het volgende:
Wij hebben op 25 augustus 2007 een bestuurder van een personenauto staande gehouden ter controle op naleving van de Wegenverkeerswet 1994. Wij zagen dat de bestuurder bloeddoorlopen ogen had en rook naar inwendig gebruik van alcoholhoudende drank. Wij hebben de bestuurder laten blazen en zagen dat het ademtestapparaat indiceerde dat de bestuurder tussen 300-650 µgr/l alcohol in zijn adem had.
De bestuurder gaf ons op te zijn: [Broer verdachte], geboren op [Geboortedatum] te Groningen en overhandigde daarbij een kopie van een identiteitsbewijs.
Wij hebben de bestuurder aangehouden en meegebracht naar het bureau aan de Rademarkt te Groningen. Wij hebben de bestuurder aldaar bevolen mee te werken aan een ademalcoholonderzoek. Het bedoelde ademanalyseapparaat werd daarbij door verbalisant G.H. Oost bediend overeenkomstig de bijbehorende gebruiksvoorschriften met inachtneming van de voorschriften. Blijkens het voltooide onderzoek had de bestuurder 225 µgr/l alcohol in zijn adem.
Op zaterdag 25 augustus 2007 hoorden wij van een collega dat de door ons aangehouden bestuurder mogelijk Ronald Vink was, die zich als zijn broer [Broer verdachte] zou hebben geïdentificeerd. Die collega was ambtshalve bekend dat de broers Vink regelmatig elkaars namens doorgaven bij aanhoudingen. Wij hebben daarna de beide foto’s van [Broer verdachte] en [Verdachte] in het systeem opgezocht en zagen daarbij dat de door ons aangehouden persoon daadwerkelijk [Verdachte], geboren op [Geboortedatum] te Groningen betrof. [Verdachte] beschikt niet over een geldig rijbewijs en moet daarom worden beschouwd als een beginnende bestuurder bij wie genoemd ademalcoholgehalte wel rijden onder invloed zou meebrengen.
De verklaring van getuige [Getuige 8], geboren op 14 augustus 1963, van beroep brigadier bij de Regiopolitie Groningen, wonende te [Woonplaats], als afgelegd ter terechtzitting van 3 september 2009, voor zover inhoudende, onder meer, zakelijk weergegeven:
Ik was bij de staandehouding aanwezig. Deze vond plaats tijdens de nachtelijke uren. Er werd een fotokopie van een identiteitsbewijs overlegd. De tekst was goed leesbaar, maar de foto was erg onduidelijk. Uit de ademanalyse kwam als uitslag 225 microgram, dit heb ik voor de zitting nog nagekeken. Ten tijde van de staande houding gaf verdachte meteen aan dat hij reed tijdens een ontzegging van de rijbevoegdheid. Hiervoor werd een proces-verbaal opgemaakt. De volgende dag hoorde ik van een collega dat de gebroeders Vink elkaars personalia gebruikten. Naar aanleiding hiervan heb ik de systemen geraadpleegd en stuitte ik op een foto van [Verdachte]. Dit bleek de verdachte te zijn die door mij was aangehouden.
Dit is in een proces-verbaal vastgelegd. Later heb ik foto’s aan het dossier toegevoegd van de broers [Verdachte en broer verdachte].
Gedurende de aanhouding heb ik ongeveer een uur met de verdachte doorgebracht.
Ik weet voor 100% zeker dat de persoon die ik heb aangehouden hier in de zaal aanwezig is. (opmerking griffier: de getuige wijst de verdachte aan).
De verklaring van getuige [Broer verdachte], geboren op [Geboortedatum], verblijvende te Hoogeveen in P.I. Noord - De Grittenborgh, als afgelegd ter terechtzitting van 3 september 2009, voor zover inhoudende, onder meer, zakelijk weergegeven:
Ten tijde van het onderhavige incident zat ik gedetineerd. Ik zat toen in Bankenbosch.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Daar waar de raadsman van verdachte – kort gezegd – heeft aangegeven dat de rechtbank bij de beantwoording van de bewijsvraag rekening moet houden met het alternatieve scenario dat niet verdachte maar een derde, gebruikmakend van de auto van verdachte, de overvallen heeft gepleegd, kan de rechtbank hem niet volgen. Op basis van de inhoud van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte (en niet een ander) zich aan de tenlastegelegde overvallen heeft schuldig gemaakt, één en ander zoals hierna weergegeven. Met name gelet op de bij de bewijsvoering betrokken camerabeelden, fotobladen van cameraopnamen en positieve identificaties bij fotoconfrontaties acht de rechtbank het door de verdediging aangevoerde alternatieve scenario strijdig met de inhoud van de bewijsmiddelen.
Dat niet alle door getuigen en aangevers opgegeven signalementen in strikte zin overeenkomen, doet naar het oordeel van de rechtbank – anders dan door de raadsman is betoogd – niet af aan de bewijswaarde en overtuigingskracht van de bewuste verklaringen.
Op grond van alle bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd, is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte het in dagvaarding met nummer 630112-09 onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 subsidiair, 5 primair, 6 primair, 7 en 8 primair en in dagvaarding met nummer 650677-08 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 15 februari 2009, in de gemeente Putten, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld, toebehorende aan tankstation [Tankstation en/of eigenaar], welke diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen een pompbediende van genoemd tankstation, genaamd [Aangever 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte genoemd tankstation is binnengegaan en (vervolgens) richting de balie is gelopen en (vervolgens) een schaar, heeft gehouden in de richting van en getoond aan die [Aangever 1] en (daarbij) die [Aangever 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd "Geef me geld. Geef me geld" en (vervolgens) met die schaar gericht op die [Aangever 1] om de balie heen is gelopen en (vervolgens) een hoeveelheid geld uit de kassa heeft gegraaid/gepakt en (vervolgens) die [Aangever 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Als je binnen 5 minuten de politie belt kom ik terug en maak ik je dood";
hij op 17 februari 2009, in de gemeente Barneveld, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld een medewerker van een [Tankstation], genaamd [Aangever 2], heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, toebehorende aan het [Tankstation en/of eigenaar], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte genoemd tankstation is binnengegaan en (vervolgens) richting de balie is gelopen en (vervolgens) een mes, heeft gehouden in de richting van en getoond aan die [Aangever 2] en (daarbij) die [Aangever 2] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Geef het geld" en "Schiet op. Geef het geld";
hij op 18 februari 2009, in de gemeente Grave, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld en een pakje sigaretten, toebehorende aan [Tankstation en/of eigenaar], welke diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen genoemde [Aangever 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte genoemd tankstation is binnengegaan en (vervolgens) richting de toonbank is gelopen en (vervolgens) een mes heeft gehouden in de richting van en getoond aan die [Aangever 3] en (daarbij) die [Aangever 3] dreigend de woorden heeft toegevoegd "geld, geld, geld uit de kassa";
hij op 21 februari 2009, in de gemeente Groningen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld een medewerker van een [Tankstation], genaamd [Aangever 4], te dwingen tot de afgifte van geld, toebehorende aan [Tankstation], genoemd tankstation is binnengegaan en (vervolgens) richting de balie is gelopen en (vervolgens) een mes heeft gehouden in de richting van en getoond aan die [Aangever 4] en (daarbij) die [Aangever 4] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "geef me geld of ik steek je (neer)", zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
hij op 22 februari 2009 te Ten Post, in de gemeente Ten Boer, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld, toebehorende aan [Tankstation en/of eigenaar], welke diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen de kassamedewerkster van een [Tankstation], genaamd [Aangever 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte genoemd benzinestation is binnengegaan en (vervolgens) richting de kassa is gelopen en (vervolgens) een mes heeft gehouden in de richting van en getoond aan die [Aangever 5] en (daarbij) die [Aangever 5] meermalen dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Doe die kassa open" en (vervolgens) met de punt van dat mes een zwaaiende beweging heeft gemaakt in de richting van die [Aangever 5] en (vervolgens) die [Aangever 5] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Maak die kassa open";
hij op 25 februari 2009, te Hoevelaken, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld, toebehorende aan [Tankstation en/of eigenaar], welke diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen genoemde [Aangever 6], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte genoemd benzinestation is binnengegaan en (vervolgens) richting de balie/kassa is gelopen en (vervolgens) een mes, heeft gehouden in de richting van en getoond aan die [Aangever 6] en (daarbij) die [Aangever 6] dreigend de woorden heeft toegevoegd "Doe de la open en er gebeurt verder niets";
hij op 26 februari 2009, in de gemeente Putten, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld, toebehorende aan benzinestation [Tankstation en/of eigenaar], welke diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen genoemde [Aangever 7], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte genoemd benzinestation is binnengegaan en (vervolgens) richting de balie is gelopen en (vervolgens) een mes heeft gehouden in de richting van en getoond aan die [Aangever 7] en (daarbij) die [Aangever 7] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Geef mij al je geld, dan zal ik je niets doen" en "Je mag de eerste 3 minuten de politie niet bellen. Als je dat wel doet kom ik terug om je dood te maken";
hij op 28 februari 2009, te Rossum, althans in de gemeente Maasdriel, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld een medewerker van een [Tankstation], genaamd [Aangever 8], heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, toebehorende aan het [Tankstation], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte genoemd tankstation is binnengegaan en (vervolgens) richting de toonbank is gelopen en (vervolgens) een mes, heeft gehouden in de richting van en getoond aan die [Aangever 8] en (daarbij) die [Aangever 8] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Geld" en "Menens, opschieten, opschieten, hier is mijn mes".
hij op 25 augustus 2007, in de gemeente Groningen, als bestuurder van een motorrijtuig, personenauto, dit motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 225 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn, terwijl voor het besturen van dat motorrijtuig een rijbewijs was vereist en verdachte dit motorrijtuig heeft bestuurd zonder rijbewijs.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen in dagvaarding met nummer 630112-09 onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 subsidiair, 5 primair, 6 primair, 7 en 8 primair en in dagvaarding met nummer 650677-08 meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld. De verdediging is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
Strafbaarheid van het feit
Hetgeen de rechtbank bewezen heeft verklaard, levert de volgende strafbare feiten op:
1 primair Diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken.
2 primair Diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken.
3 primair Diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken.
4 subsidiair Poging tot diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken.
5 primair Diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken.
6 primair Diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken.
7 Diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken.
Overtreding van artikel 8, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
Ten aanzien van de strafbaarheid van verdachte heeft de rechtbank gelet op de psychologische onderzoeksrapportage d.d. 12 augustus 2009, opgemaakt door A. Tatlicioglu, Gz-psycholoog. De conclusie van dit rapport luidt, zakelijk weergegeven, dat bij verdachte sprake is van cocaïneafhankelijkheid en ADHD. Tevens is er sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis en lichte zwakzinnigheid hetgeen zich manifesteert in problemen op vrijwel elk levensgebied. Deze stoornissen waren aanwezig ten tijde van het ten laste gelegde. Door de houding van verdachte valt er echter niet te zeggen of ze een rol hebben gespeeld in het ten laste gelegde en daardoor kunnen er geen uitspraken worden gedaan over zijn mate van toerekeningsvatbaarheid voor het ten laste gelegde, indien bewezen.
De rechtbank kan zich met deze conclusie verenigen en neemt deze over en concludeert met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheid van verdachte dat niet gebleken is van een verminderde toerekeningsvatbaarheid, zodat het bewezenverklaarde aan verdachte volledig kan worden toegerekend.
De rechtbank acht verdachte derhalve strafbaar, nu ten opzichte van verdachte ook overigens geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het in dagvaarding met nummer 630112-09 onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 subsidiair, 5 primair, 6 primair, 7 en 8 primair en in dagvaarding met nummer 650677-08 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren.
De officier van justitie heeft daarbij gelet op de hoeveelheid, de aard en de ernst van de tenlastegelegde feiten en de omstandigheden waaronder verdachte deze heeft gepleegd. Voorts heeft de officier van justitie gelet op het feit dat verdachte reeds meermalen eerder met politie en justitie in aanraking is geweest.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, voor het geval de rechtbank het feit bewezen mocht achten, gepleit voor matiging van de door de officier van justitie geëiste straf.
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en het aangaande zijn persoon opgemaakte reclasseringsrapport d.d. 12 juni 2009, alsmede de vordering van de officier van justitie.
Op grond van het bovenstaande komt de rechtbank tot het oordeel dat een vrijheidsstraf moet worden opgelegd. De rechtbank neemt hierbij en bij de bepaling van de hoogte hiervan in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ten laste van verdachte is bewezenverklaard dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan een achttal overvallen op tankstations, alle gepleegd in korte tijd na elkaar. Verdachte heeft telkens onder dreiging van een steekwapen de betrokken tankstationmedewerker gedwongen geld af te staan of te dulden dat verdachte geld uit de kassa wegnam. Het gedrag van verdachte getuigt van een ernstig gebrek aan respect voor de (eigendoms)rechten en de gevolgen van zijn handelen voor anderen.
Blijkens de ter terechtzitting voorgehouden schriftelijke slachtofferverklaringen, maar ook blijkens de processen-verbaal van aangifte is verdachte verantwoordelijk voor teweegbrengen van hevige gevoelens van angst, onrust en onveiligheid bij aangevers. De gevolgen van de door verdachte gepleegde delicten zijn voor aangevers nog steeds merkbaar en actueel.
De rechtbank rekent verdachte de gevolgen van zijn handelen zwaar aan.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de hoogte van de straf rekening gehouden met het feit dat verdachte blijkens een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 3 maart 2009 reeds meermalen eerder met politie en justitie in aanraking is geweest en eerder tot gevangenisstraffen van lange duur is veroordeeld.
Bovendien heeft de rechtbank gelet op genoemd reclasseringsrapport d.d. 12 juni 2009 voor zover daaruit blijkt van een groot gevaar voor recidive.
Het vorenstaande in aanmerking nemend is de rechtbank van oordeel dat de straf zoals door de officier van justitie is geëist, passend en geboden is. De rechtbank acht geen feiten of omstandigheden aanwezig die maken dat de gevorderde straf moet worden gematigd.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de hoogte van de straf tevens gelet op het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.
Vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummers 18/670521-07 en 01/830450-08
De officier van justitie heeft op grond van het onherroepelijk geworden vonnis van de meervoudige strafkamer in deze rechtbank d.d. 21 april 2008 met nummer 18/670521-07 gevorderd dat door deze rechtbank een last tot tenuitvoerlegging zal worden gegeven.
Veroordeelde is bij voormeld vonnis veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 27 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
Bovendien heeft de officier van justitie op grond van het onherroepelijk geworden vonnis van de politierechter in de rechtbank ‘s Hertogenbosch d.d. 4 november 2008 met nummer 01/830450-08 gevorderd dat door deze rechtbank een last tot tenuitvoerlegging zal worden gegeven. Veroordeelde is bij voormeld vonnis veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
Blijkens in genoemde vorderingen vermeld dossier onder parketnummer 18/630112-09 heeft de veroordeelde zich voor het einde van de beide proeftijden schuldig gemaakt aan meerdere vermogensdelicten, waarvoor nu een veroordeling volgt.
De rechtbank is van oordeel dat, nu de veroordeelde de in voormelde vonnissen gestelde algemene voorwaarde niet heeft nageleefd, alsnog tenuitvoerlegging dient te worden gelast van de niet ten uitvoer gelegde straffen.
Vorderingen van de benadeelde partijen
Als benadeelde partijen hebben zich in het strafproces gevoegd [Aangever 8], wonende te [Woonplaats], [Aangever 7], wonende te [Woonplaats] en [Tankstation].
De benadeelde partijen hebben schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust.
De vordering van de benadeelde partij [Aangever 8] is ter zitting voor wat betreft de hoogte van de gevorderde (immateriële) schade gemotiveerd weersproken. De rechtbank zal de vordering beperken tot dat deel dat in het kader van het onderhavige strafgeding van eenvoudige aard is. Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij [Aangever 8] door het bewezenverklaarde rechtstreeks (immateriële) schade is toegebracht tot een bedrag van € 1.000,-.
De rechtbank zal de vordering tot dat bedrag toewijzen en de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk verklaren voor het overige.
Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij
[Aangever 7] door het bewezenverklaarde rechtstreeks (immateriële) schade is toegebracht tot een bedrag van € 750,-.
De rechtbank zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
De rechtbank zal ten aanzien van beide vorderingen eveneens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, inhoudende dat voornoemde geldbedragen ten behoeve van de benadeelde partijen aan de Staat dienen te worden betaald. De rechtbank heeft daartoe besloten omdat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht en het belang van de benadeelde partij ermee is gediend niet zelf te worden belast met het innen van de toegewezen schadevergoeding.
Naar het oordeel van de rechtbank is de vordering van de benadeelde partij [Tankstation] niet naar behoren van onderbouwing voorzien. De rechtbank is derhalve van oordeel dat de benadeelde partij (de hoogte van) het gevorderde bedrag en de relatie daarvan tot de schadeveroorzakende gedraging niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt.
De rechtbank zal daarom bepalen dat de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk is, zodat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
De rechtbank is van oordeel dat het inbeslaggenomene, te weten een personenauto, merk Susuki Swift met kenteken [Kenteken], moet worden verbeurd verklaard.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken, dat het een voorwerp betreft met behulp waarvan de strafbare feiten zijn begaan.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14g, 33, 33a, 36f, 45, 57, 63, 310, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
verklaart het onder 4 primair tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart het in dagvaarding met nummer 630112-09 onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 subsidiair, 5 primair, 6 primair, 7 en 8 primair en in dagvaarding met nummer 650677-08 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hiervoor is aangegeven, te kwalificeren als voormeld en verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
verklaart verdachte voor het bewezen verklaarde strafbaar;
verklaart het in dagvaarding met nummer 630112-09 onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 subsidiair, 5 primair, 6 primair, 7 en 8 primair en in dagvaarding met nummer 650677-08 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte voor het bewezen- en strafbaar verklaarde tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren;
beveelt dat bij de tenuitvoerlegging van deze straf de tijd die veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht tenzij die tijd op een andere straf in mindering is gebracht;
beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling
gelast de tenuitvoerlegging van het vonnis van de meervoudige strafkamer in deze rechtbank d.d. 21 april 2008 onder parketnummer 18/670521-07, voorzover het betreft de toen voorwaardelijk opgelegde 9 maanden gevangenisstraf;
gelast de tenuitvoerlegging van het vonnis van de politierechter in de rechtbank ’s Hertogenbosch d.d. 4 november 2008 onder parketnummer 01/830450-08, voorzover betreft de toen voorwaardelijk opgelegde 3 maanden gevangenisstraf;
beslissing op de vordering van de benadeelde partij
wijst de vordering van de benadeelde partij [Aangever 7], toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 750,- (zegge zevenhonderdvijftig Euro) en veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van € 750,- (zegge zevenhonderdvijftig Euro) ten behoeve van de benadeelde partij [Aangever 7], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 15 dagen hechtenis; toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op;
heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 750,- ten behoeve van de benadeelde partij [Aangever 7], dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen; dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat;
wijst de vordering van de benadeelde partij [Aangever 8], toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 1.000,- (zegge duizend Euro) en veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van € 1.000,- (zegge duizend Euro) ten behoeve van de benadeelde partij [Aangever 8], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 20 dagen hechtenis; toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op;
heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.000,- ten behoeve van de benadeelde partij [Aangever 8], dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen; dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat;
verklaart de benadeelde partij [Aangever 8] voor het overige niet-ontvankelijk;
verklaart de benadeelde partij [Tankstation] in de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de benadeelde partij en de veroordeelde ieder de eigen kosten dragen;
verklaart verbeurd de onder veroordeelde in beslag genomen personenauto merk Suzuki Swift met kenteken [Kenteken].
Dit vonnis is aldus gewezen door mr. H.L. Stuiver, voorzitter, mr. G. Laman en
mr. H.J. Bastin, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.H.S. Kroeze als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 29 oktober 2009.
Mr. Stuiver is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.