ECLI:NL:RBGRO:2009:BJ4769
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid werkgever bij arbeidsongeval op zee
In deze zaak vorderde de eiser, een eerste stuurman, schadevergoeding van zijn werkgever, Feedercrew B.V., na een arbeidsongeval dat plaatsvond op 29 december 2000 in de haven van Bari, Italië. De eiser viel van een loopplank en liep nekklachten op, waardoor hij niet meer in staat was zijn werk uit te voeren. De werkgever had geen onderzoek ingesteld naar de toedracht van het ongeval, wat leidde tot de conclusie dat het ontbreken van rapportage voor rekening van de werkgever kwam. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever op grond van artikel 7:658 BW aansprakelijk was voor de schade die de werknemer had geleden, tenzij de werkgever kon aantonen dat hij aan zijn zorgplicht had voldaan. De kantonrechter stelde vast dat de werkgever niet voldoende bewijs had geleverd dat hij aan zijn zorgplicht had voldaan en dat de werknemer niet in opzet of bewuste roekeloosheid had gehandeld. De vorderingen tegen de andere gedaagden, Feederlines B.V. en Beheersmaatschappij M.S. Vlistdiep B.V., werden afgewezen op basis van verjaring. De kantonrechter oordeelde dat de eiser recht had op een voorschot van € 20.000,00 op de schadevergoeding, te vermeerderen met wettelijke rente, en dat de werkgever de proceskosten van de eiser diende te vergoeden. De zaak benadrukt de verantwoordelijkheid van werkgevers om een veilige werkomgeving te waarborgen en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichtingen.