ECLI:NL:RBGRO:2009:BJ4541

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
25 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
377467 CV EXPL 08-12771
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en concurrentiebeding in arbeidsovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Groningen op 25 juni 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen [B.], eiseres in conventie en verweerster in reconventie, en de besloten vennootschap Repoint B.V., gedaagde in conventie en eiseres in reconventie. De zaak betreft een ontslag op staande voet dat door Repoint aan [B.] is aangezegd, waarbij de werkgever zich beroept op een concurrentiebeding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was, omdat Repoint niet voldoende onderbouwde redenen heeft gegeven voor de beëindiging van het dienstverband. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het dienstverband tussen partijen is blijven voortduren tot en met 1 juli 2008. Tevens heeft de rechter geoordeeld dat Repoint geen rechten kan ontlenen aan het concurrentiebeding, omdat het ontslag als schadeplichtig werd aangemerkt. [B.] heeft aanspraak gemaakt op loon, vakantiegeld en niet opgenomen vakantiedagen, welke vorderingen door de kantonrechter zijn toegewezen. Repoint is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 1.519,39 aan bruto loon, vakantiebijslag, niet genoten vakantiedagen, wettelijke verhoging en reiskosten. In reconventie heeft de kantonrechter de vorderingen van Repoint afgewezen, waarbij ook de vordering tot betaling van een boete wegens overtreding van het concurrentiebeding niet werd gehonoreerd. De proceskosten zijn voor rekening van Repoint, die als in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton
Locatie Groningen
Zaak\rolnummer: 377467 CV EXPL 08-12771
Vonnis d.d. 25 juni 2009
inzake
[eiseres],
wonende te Joure,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
hierna te noemen [B.],
gemachtigde mr. A.C. Zillinger Molenaar, advocaat te Heerenveen (postbus 542, 8440 AM),
en
de besloten vennootschap Repoint B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Leek,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
hierna te noemen Repoint,
gemachtigde mr. H. Hulshof, advocaat te Emmeloord (postbus 131, 8300 AC).
PROCESVERLOOP
De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- dagvaarding
- conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie
- conclusie van repliek in conventie houdende vermeerdering van eis, tevens conclusie van antwoord in reconventie
- conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van repliek in reconventie houdende wijziging van eis
- conclusie van dupliek in reconventie
Partijen hebben producties overgelegd.
Vonnis is (nader) bepaald op heden.
OVERWEGINGEN
1. De feiten
1.1 Repoint houdt zich onder meer bezig met het leveren van diensten op het gebied van beveiliging. Daartoe heeft zij meerdere beveiligers/toezichthouders in dienst. De diensten worden onder meer afgenomen door Arriva.
1.2 [B.] is op 1 januari 2008 als toezichthouder bij Repoint in dienst getreden krachtens (schriftelijke) arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, te weten 6 maanden, eindigend op 2 juli 2008, zulks tegen een uurloon van € 9,31 bruto, zijnde € 1.452,36 per maand. De arbeidstijd bedroeg gemiddeld 36 uur per week. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Particuliere Beveiliging van toepassing.
1.3 Artikel 13 van de arbeidsovereenkomst bevat een verbod op het verrichten van nevenwerkzaamheden voor derden gelijk aan of vergelijkbaar met de bedongen werkzaamheden, zulks op straffe van verbeurte van een boete van € 23.000,-.
1.4 Artikel 14 van de arbeidsovereenkomst bevat een concurrentiebeding. Bij overtreding daarvan verbeurt de werknemer 10% van het bruto jaarsalaris en € 500,00 voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, zulks onverminderd het recht op schadevergoeding zijdens de werkgever.
1.5 Bij schrijven van 30 mei 2008 heeft Repoint onder meer het volgende aan [B.] bericht:
Deze brief is de opzeggingsbrief zoals vereist in de CAO, een maand voor ommekomst van het contract.
Zoals beloofd, zou ik u de overwegingen van Repoint BV schriftelijk mededelen, om het arbeidscontract voor bepaalde tijd, niet te verlengen.
Helaas is de werkweigering van hedenmiddag een duidelijk voorbeeld waarom wij per onmiddellijk niet meer verder willen met [B.].
(...)
Samengevat heb ik hierboven 12 redenen voor Repoint genoemd om het contract met u definitief te beëindigen.
(...)
1.9 Bij schrijven van 2 juni 2008 heeft [B.] het volgende aan Repoint bericht:
Via deze brief, deel ik u mede dat ik het niet eens ben met mijn ontslag op staande voet.
Ook wil ik hierbij aangeven dat ik voor werk, volgens rooster beschikbaar ben en tevens eis ik loondoorbetaling van de maand juni en mijn vakantiegeld.
(...)
1.10 Krachtens artikel 17 lid 3 van de CAO dient een werkgever uiterlijk een maand voor afloop van een contract voor bepaalde tijd aan de werknemer kenbaar te maken dat het contract niet zal worden verlengd.
1.11 Bij de gedingstukken bevindt zich een schriftelijke arbeidsovereenkomst tussen [B.] en HeBu Synergy waarin staat dat [B.] met ingang van 1 juli 2008 als ingangcontroleur wordt uitgeleend aan Arriva Trein.
2. De vorderingen
2.1 [B.] heeft gevorderd dat de kantonrechter:
1. vernietigt het ontslag op staande voet
2. verklaart voor recht dat het dienstverband tussen partijen is blijven voortduren tot en met 1 juli 2008
3. verklaart voor recht dat Repoint geen rechten kan ontlenen aan het non-concurrentiebeding
4. Repoint veroordeelt om aan haar te betalen:
a. de somma van € 1.519,39 wegens bruto loon
b. de vakantiebijslag over de periode 1 januari 2008 tot en met 1 juli 2008
c. de somma van € 930,81 wegens niet genoten vakantiedagen
d. de wettelijke verhoging en rente
e. de somma van € 162,64 aan reiskosten
f. afgifte loonstroken over de periode januari tot en met juni 2008, een en ander kosten rechtens.
2.2 Repoint heeft gevorderd:
1. voor recht te verklaren dat [B.] het concurrentiebeding heeft overtreden
2. [B.] te bevelen haar werkzaamheden voor HeBu Synergie en andere binnen de werking van het concurrentiebeding vallende ondernemingen, te staken en gestaakt te houden voor de duur van het in de arbeidsovereenkomst opgenomen concurrentiebeding, op straffe van een dwangsom van € 200,- voor iedere dag dat [B.] in gebreke blijft aan het in dezen te wijzen vonnis te voldoen
3. [B.] te veroordelen om aan Repoint te betalen:
a. een bedrag van € 3.216,- ter zake van onverschuldigde loonbetaling
b. een bedrag van € 59,85 ter zake van ten onrechte uitbetaalde reiskosten
c. een bedrag van € 111.382,23 ter zake van boetes/schade overtreding concurrentiebeding
d. een bedrag van € 23.000,- ter zake van opeisbare boete, een en ander kosten rechtens.
3. De beoordeling
In conventie
3.1 Repoint heeft zich niet verzet tegen de wijziging van eis. Nu Repoint ter zake niet in haar verdedigingsbelang is geschaad en de procedure geen onnodige vertraging heeft opgelopen, zal hierna van de gewijzigde eis worden uitgegaan.
3.2 Naar het oordeel van de kantonrechter dient het ervoor te worden gehouden dat Repoint bij brief van 30 mei 2008 ontslag op staande voet heeft aangezegd aan [B.]. De kantonrechter heeft daarbij in aanmerking genomen dat Repoint in voormeld schrijven te kennen heeft gegeven de samenwerking met [B.] met onmiddellijke ingang te willen beëindigen op grond van daarin genoemde concrete (vermeend) dringende redenen. Bovendien heeft Repoint sedertdien geen loon meer aan [B.] betaald.
3.3 De stelling van Repoint dat zij de loonbetaling heeft gestaakt met het oog op verrekening van betaalde maar niet gewerkte uren, ten onrechte gedeclareerde reiskosten, boete en schade wordt gepasseerd. Niet alleen wordt daaromtrent in voormeld schrijven van Repoint met geen woord gerept, bovendien is een dergelijke verrekening in strijd met artikel 7:632 lid 2 BW.
3.4 Uit de proceshouding van Repoint leidt de kantonrechter voorts af dat zij haar standpunt ter zake van het aanvankelijk gegeven ontslag op staande voet niet wenst te handhaven. [B.] heeft dan ook op goede gronden de vernietigbaarheid van het ontslag ingeroepen. De stelling van Repoint dat zij de brief van [B.] d.d. 2 juni 2008 niet heeft ontvangen doet aan dit oordeel niet af, al was het maar omdat Repoint dat verweer eerst bij conclusie van dupliek, en dus te laat, heeft gevoerd.
3.5 Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen is de kantonrechter van oordeel dat de onderhavige dienstbetrekking rechtens heeft voortgeduurd tot 2 juli 2008. Waar [B.] haar arbeidskrachten aan Repoint beschikbaar heeft gesteld is deze in beginsel gehouden loon, vakantiegeld en niet opgenomen vakantiedagen in geld aan [B.] te voldoen.
3.6 Voormeld beginsel lijdt uitzondering indien Repoint zich met vrucht op verrekening kan beroepen. Naar het oordeel van de kantonrechter is dat niet het geval nu de gegrondheid van dat verweer bij gemotiveerde betwisting van [B.] niet op eenvoudige wijze is vast te stellen als bedoeld in artikel 6:136 BW, reden waarom de vorderingen met betrekking tot loon, vakantiedagen, vakantiedagen in geld en reiskosten voor toewijzing gereed liggen. Hetzelfde heeft te gelden met betrekking tot de vorderingen ter zake van de wettelijke verhoging, die zal worden beperkt tot 25%, en de wettelijke rente.
3.7 In het licht van voorgaande overwegingen komt de kantonrechter tevens tot de gevolgtrekking dat in casu sprake is van een schadeplichtig ontslag, zodat Repoint ingevolge artikel 7:653 lid 3 BW geen rechten kan ontlenen aan het concurrentiebeding. De ter zake door [B.] gevraagde verklaring voor recht zal derhalve worden gehonoreerd.
3.8 Bij conclusie van dupliek in conventie tevens conclusie van repliek in reconventie heeft Repoint de loonstroken over de periode januari tot en met mei 2008 in het geding gebracht. Voor zover de vordering ziet op dat tijdvak zal deze derhalve worden afgewezen. Waar het gaat om de periode juni 2008 zal Repoint nog een loonstrook aan [B.] ter hand dienen te stellen.
3.9 Als (grotendeels) in het ongelijk gestelde partij zal Repoint worden veroordeeld in de proceskosten in conventie.
In reconventie
3.10 De kantonrechter verwijst naar en neemt over hetgeen hiervoor in conventie is overwogen en beslist.
3.11 [B.] heeft zich niet verzet tegen de wijziging van eis. Nu [B.] ter zake niet in haar verdedigingsbelang is geschaad en de procedure geen onnodige vertraging heeft opgelopen, zal hierna van de gewijzigde eis worden uitgegaan.
3.12 Gelet op voormelde overweging is de kantonrechter van oordeel dat de vorderingen van Repoint ter zake van de vermeende overtreding van het concurrentiebeding dienen te worden afgewezen.
3.13 De vordering met betrekking tot de boete dient hetzelfde lot te ondergaan. Nog daargelaten dat Repoint haar stelling als zou [B.] reeds in juni 2008 voor Arriva hebben gewerkt onvoldoende handen en voeten heeft gegeven, is de kantonrechter van oordeel dat het onder de gegeven omstandigheden - de wijze waarop [B.] is ontslagen zonder het haar toekomende loon uit te betalen, de aard van haar functie, de relatief geringe hoogte van haar loon en het feit dat Arriva de kritiek op haar kennelijk niet deelt met Repoint - naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om [B.] aan het boetebeding te houden.
3.14 Ook de vordering ten aanzien van het volgens Repoint onverschuldigd betaalde loon wordt afgewezen. Begrijpt de kantonrechter Repoint goed dan heeft zij reeds sedert januari 2008 stevige kritiek op de inzet van [B.]. Niettemin is gesteld noch gebleken dat zij [B.] in het kader van de aan de arbeidsovereenkomst inherente gezagsverhouding heeft opgedragen haar werkzaamheden overeenkomstig het contract uit te voeren, laat staan dat zij daarbij het inhouden van loon in het vooruitzicht heeft gesteld indien [B.] zich niet naar behoren van haar taken zou kwijten. Sterker, Repoint heeft zonder enig voorbehoud het loon van [B.] tot en met mei 2008 onverkort doorbetaald. Zelfs in de brief van 30 mei 2008 heeft Repoint zich ter zake geen rechten voorbehouden. Onder die omstandigheden heeft Repoint haar rechten verwerkt.
3.15 Ten slotte kan ook de vordering met betrekking tot de ten onrechte gedeclareerde reiskosten Repoint niet baten, waar zij zich louter heeft beroepen op een uitdraai van Routeplanner. Daarin wordt aangegeven welke de reisafstand is tussen Groningen en Leek. Zonder nadere toelichting van Repoint, welke toelichting ontbreekt, valt niet in te zien dat daaruit is af te leiden dat en wanneer [B.], die in Joure woont, te veel heeft gedeclareerd. Repoint heeft dan ook niet aan de op haar rustende stelplicht voldaan.
3.16 Als in het ongelijk gestelde partij zal Repoint worden veroordeeld in de proceskosten in reconventie.
BESLISSING
De kantonrechter:
In conventie
a. vernietigt het ontslag op staande voet;
b. verklaart voor recht dat het dienstverband tussen partijen is blijven voortduren tot en met 1 juli 2008;
c. veroordeelt Repoint om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [B.] te betalen € 1.519,39 wegens bruto loon, 8% vakantiebijslag over de periode 1 januari 2008 tot en met 1 juli 2008, € 930,81 wegens niet genoten verlof, vermeerderd met de wettelijke verhoging ad 25% over de hiervoor genoemde posten, alsmede vermeerderd met de wettelijke rente, telkens vanaf de dag der opeisbaarheid van voormelde bedragen en € 162,64 aan reiskosten;
d. verklaart voor recht dat Repoint geen rechten kan ontlenen aan het concurrentiebeding;
e. veroordeelt Repoint om binnen twee weken na betekening van dit vonnis aan [B.] uit te reiken de loonstrook over de maand juni 2008, een en ander bij verzuim op straffe van verbeurte van een dwangsom groot € 50,- voor elke dag dat Repoint in gebreke blijft geheel aan deze veroordeling te voldoen, zulks tot een maximum van € 1000,-;
f. veroordeelt Repoint in de kosten van deze procedure, die aan de zijde van [B.] tot aan deze uitspraak worden vastgesteld op € 636,44, waarvan te voldoen aan de griffier van dit gerecht € 586,19 (zijnde € 85,44 aan dagvaardingskosten, € 150,75 aan in debet gesteld griffierecht en € 350,00 aan salaris van de gemachtigde) en te voldoen aan [B.] € 50,25 aan niet in debet gesteld griffierecht;
g. verklaart de veroordelingen c, e en f uitvoerbaar bij voorraad;
h. wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
In reconventie
i. wijst af de vorderingen van Repoint;
j. veroordeelt Repoint in de kosten van de procedure in reconventie aan de zijde van [B.] gevallen, welke kosten tot aan deze uitspraak worden vastgesteld op € 700,- aan salaris van de gemachtigde, welk bedrag dient te worden voldaan aan de griffier van dit gerecht;
k. verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Fokkema, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 juni 2009 in aanwezigheid van de griffier.