ECLI:NL:RBGRO:2009:BJ2222
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot gesloten machtiging voor minderjarige met ernstige opvoed- en opgroeiproblemen
Op 3 juni 2009 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Groningen de zaak van een 11-jarig meisje behandeld, dat onder toezicht stond van het Bureau Jeugdzorg Groningen (BJZ). De moeder van het meisje had een verzoek ingediend tot ondertoezichtstelling, terwijl BJZ een machtiging tot gesloten plaatsing vroeg. Het meisje, dat kampt met ernstige gedragsproblemen en een hechtingsstoornis, verblijft op dat moment in een kinderpsychiatrische kliniek. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de moeder zich grote zorgen maakt over de ontwikkeling van haar dochter en dat zij niet in staat is om de zorg voor haar te dragen. De kinderrechter heeft de zorgen van de moeder en de problemen van het meisje erkend, maar oordeelde dat het verzoek tot gesloten plaatsing onvoldoende onderbouwd was. Er was geen overtuigend bewijs dat een gesloten setting noodzakelijk was voor het meisje, gezien haar jonge leeftijd en de recente ontwikkelingen in haar behandeling.
De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling toe te wijzen, omdat er voldoende bewijs was dat andere middelen in het vrijwillige kader niet hadden gewerkt. De kinderrechter heeft ook een machtiging tot uithuisplaatsing in een residentiële AWBZ-instelling verleend, in het belang van de verzorging en opvoeding van het meisje. De beslissing is genomen met het oog op het welzijn van de minderjarige, waarbij de kinderrechter benadrukte dat het belangrijk is om te onderzoeken waar het meisje het beste behandeld kan worden zonder haar onnodig te belasten.
De uitspraak werd gedaan door kinderrechter M.P. den Hollander, in aanwezigheid van griffier C.J.A. Joosse. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en er kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld.