ECLI:NL:RBGRO:2008:BG6122
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rechter wegens vermeende vooringenomenheid tijdens de behandeling van een inbewaringstelling
Op 2 december 2008 werd [verdachte] voorgeleid aan mr. G. Eelsing, kinderrechter/rechter-commissaris, in het kader van een vordering tot inbewaringstelling. Tijdens deze voorgeleiding diende mr. M.C. van Linde, de advocaat van [verdachte], een verzoek tot wraking in tegen mr. Eelsing. Dit verzoek was gebaseerd op de stelling dat mr. Eelsing niet onpartijdig was, gezien haar vraagstelling en uitlatingen tijdens de zitting. Verzoeker stelde dat de vraag van mr. Eelsing, 'Dus iedereen liegt, behalve jij?', blijk gaf van vooringenomenheid, omdat het dossier enkel de verklaringen van de aangever en [verdachte] bevatte.
Mr. Eelsing verdedigde zich door te stellen dat haar vraag niet gericht was op de onpartijdigheid, maar op de discrepantie tussen de verklaringen van [verdachte] en die van de verbalisanten. De rechtbank oordeelde dat de vraag van mr. Eelsing niet als een blijk van vooringenomenheid kon worden gezien, maar eerder als een confrontatie met de tegenstrijdige verklaringen. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken.
Na beoordeling van de argumenten van beide partijen, concludeerde de rechtbank dat er geen blijk was van vooringenomenheid van mr. Eelsing. Het verzoek tot wraking werd afgewezen, en de rechtbank besloot dat de procedure in de hoofdzaak voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag, 2 december 2008.