ECLI:NL:RBGRO:2008:BG3284

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
3 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
18/653033-08; 18/630186-08 (ttzgev)
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting en bedreiging met geweld door verdachte via internet

In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 3 november 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van meerdere feiten, waaronder oplichting en bedreiging. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan oplichting van verschillende personen door goederen aan te bieden op marktplaats.nl, waarvoor hij betalingen ontving zonder de goederen daadwerkelijk te leveren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich voordeed als een bonafide verkoper en hierdoor meerdere slachtoffers financieel heeft benadeeld. Daarnaast is de verdachte ook beschuldigd van bedreiging van zijn ex-partner, waarbij hij een vuurwapen of een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft getoond en haar heeft bedreigd met geweld. De rechtbank heeft de verdachte voor deze feiten veroordeeld tot een taakstraf van 180 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden, met bijzondere voorwaarden voor reclassering. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte verplicht werd om schadevergoedingen te betalen aan de slachtoffers. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij [aangeefster] niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze niet van zodanig eenvoudige aard was dat deze zich leende voor behandeling in het strafproces. De rechtbank heeft de verdachte als strafbaar verklaard, rekening houdend met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Strafrecht
parketnummers: 18/653033-08 en 18/630186-08 (gev ttz)
datum uitspraak: 3 november 2008
op tegenspraak
raadsman: mr. K.B. Spoelstra
V O N N I S
van de rechtbank Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1972,
wonende te [woonplaats + adres].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 20 oktober 2008.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
(parketnummer 18/653033-08)
1.
hij op of omstreeks 01 en 02 april 2008 te Finsterwolde, gemeente Reiderland,
althans te Nederland, meermalen, althans eenmaal, een Krediet
aanvraagformulier, een overeenkomst van kredietverlening cardkrediet, een
polisblad koopsom en een afrekeningsnota, - (elk) zijnde een geschrift dat
bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt
of vervalst, immers heeft verdachte (telkens) valselijk de naam en
persoonlijke gegevens van [aangeefster] ingevuld of laten
invullen en vervolgens een handtekening gezet, welke lijkt op de naam [naam aangeefster],
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 01 en 02 april 2008 te Finsterwolde, gemeente Reiderland
en Ede en Leusden, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte
voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en)
wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van
een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door
een samenweefsel van verdichtsels, [naam financieringsmaatschappij] te Leusden
te bewegen tot de afgifte van 14.000 euro, in elk geval van enig goed, met
vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk
en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- een Krediet aanvraagformulier, een overeenkomst van kredietverlening
cardkrediet, een polisblad koopsom en een afrekeningsnota heeft ingevuld of
laten invullen met de naam en persoonlijke gegevens van [aangeefster] en
- op deze papieren als contactgegevens zijn (oude) mobiele nummer en zijn
emailadres heeft ingevuld of laten invullen,
- deze papieren ondertekend met een handtekening welke lijkt op de naam [naam aangeefster] en
- deze papieren en een kopie van de identiteitskaard van [aangeefster] aan intermediair [naam intermediair] te Ede verzonden, althans doen toekomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 326 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 22 juni 2008 te Finsterwolde, gemeente Reiderland, [aangeefster] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven
gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk
dreigend
- zijn vingers achter de deurstijl van haar autodeur heeft gezet en geroepen
dat hij zijn sleutel terug wilde hebben, anders zou hij haar portier open
breken en
- een vuurwapen of een op een vuurwapen gelijkend voorwerp getoond en/of
(daarbij) deze dreigend de woorden toegevoegd : "Dit is het laatste wat jij
van mij kunt krijgen" en
- in zijn auto is gestapt en haar dreigend de woorden toegevoegd: "Nu wegwezen
anders rijd ik tegen je auto aan",
althans woorden en gedragingen van gelijke dreigende aard of strekking;
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 22 juni 2008 te Finsterwolde, gemeente Reiderland,, [aangeefster], door geweld of enige andere feitelijkheid en/of
door bedreiging met geweld wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet
te doen of te dulden.
Verdachte heeft zijn vingers achter de deurstijl van haar autodeur gezet en
geroepen dat hij zijn sleutel terug wilde hebben, anders zou hij haar portier
open breken, waarop zij hem deze sleutel gaf.
Verdachte is in zijn auto gaan zitten en heeft haar dreigend de woorden
toegevoegd: "Nu wegwezen anders rijd ik tegen je auto aan", waarop zij aan de
kant is gegaan en is weggereden.
art 284 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 22 juni 2008 te Winschoten, [aangeefster],
ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om door geweld of enige
andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld haar wederrechtelijk te
dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden,
- haar heeft opgebeld en uitgescholden en
- (toen hij bemerkte dat zij op het politiebureau zat om aangifte tegen hem te
doen) met harde stem meermalen gezegd dat zij de aangifte moest intrekken of
niet door moest laten gaan, anders zou het niet goed met haar gaan, wetende
dat zij er van uit ging dat hij op dat moment in het bezit van een vuurwapen
was,
terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid.
art 284 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
(parketnummer 18/630186-08)
1.
hij in of omstreeks de periode van 27 oktober 2007 tot en met 26 november
2007, in de gemeente Reiderland, in ieder geval in Nederland,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels,
-een persoon, te weten [benadeelde 1], heeft bewogen tot de afgifte van een
geldbedrag van 185,- euro, in elk geval van enig goed, en/of
-een persoon, te weten [benadeelde 2], heeft bewogen tot de afgifte van een
geldbedrag van 35,- euro, in elk geval van enig goed, en/of
-een persoon, te weten [benadeelde 3], heeft bewogen tot de afgifte van een
geldbedrag van 80,- euro, in elk geval van enig goed,
hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
verschillende modelauto's en/of een miniatuur van een motor, althans een
aantal artikelen, te koop aangeboden op het internet, te weten op de website
www.marktplaats.nl, en/of (vervolgens) met die [benadeelde 1], die [benadeelde 2] en/of die [benadeelde 3] via email contact gehad, waarbij hij, verdachte,
zich aan die [benadeelde 1], die [benadeelde 2] en/of die [benadeelde 3] heeft
voorgedaan als zijnde Eddy Kalk, althans een andere naam heeft gebruikt, dan
zijn, verdachtes, werkelijke naam, en/of (vervolgens) voor die verschillende
modelauto's en/of die miniatuur van een motor de koop gesloten, en/of (aldus)
zich voorgedaan als bonafide verkoper, waardoor die [benadeelde 1], die [benadeelde 2] en/of die [benadeelde 3] werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
(incidenten 1, 2 en 6)
art 326 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks van 27 oktober 2007 tot en met 26 november 2007, in de
gemeente Reiderland, in ieder geval in Nederland,
opzettelijk
-een geldbedrag van 185,- euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan een persoon, te weten [benadeelde 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of
-een geldbedrag van 35,- euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan een persoon, te weten [benadeelde 2], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte, en/of
-een geldbedrag van 80,- euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan een persoon, te weten [benadeelde 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
welke gelden verdachte ten onrechte, althans geheel onverplicht, van of
vanwege bovengenoemde personen op zijn bankrekening had ontvangen en alzo
anders dan door misdrijf, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft
toegeëigend;
(incidenten 1, 2 en 6)
art 321 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 27 oktober 2007 tot en met 26 november
2007, in de gemeente Reiderland, in ieder geval in Nederland,
een geldbedrag van 185,- euro, een geldbedrag van 35,- euro en/of een
geldbedrag van 80,- euro, in ieder geval een hoeveelheid geld, heeft
verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten
tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die geldbedragen wist,
althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het door misdrijf verkregen
goederen betrof;
(incident 1, 2 en 6)
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de periode van 19 november 2007 tot en met 5 december
2007, in de gemeente Reiderland, in ieder geval in Nederland,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels, een persoon, te weten [benadeelde 4] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 110,- euro, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid een paar Uggs
(bontschoenen), te koop aangeboden op het internet, te weten op de website
www.marktplaats.nl, en/of (vervolgens) met die [benadeelde 4] via email contact
gehad, waarbij hij, verdachte, zich aan die [benadeelde 4] heeft voorgedaan als
zijnde M. Bouman, althans een andere naam heeft gebruikt, dan zijn,
verdachtes, werkelijke naam, en/of (vervolgens) voor die Uggs de koop
gesloten, en/of (aldus) zich voorgedaan als een bonafide verkoper, waardoor
die [benadeelde 4] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(incident 3)
art 326 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 19 november 2007 tot en met 5 december
2007, in de gemeente Reiderland, in ieder geval in Nederland,
opzettelijk een geldbedrag van 110,- euro, in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan een persoon, te weten [benadeelde 4], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte, welk geld verdachte ten onrechte,
althans geheel onverplicht, van of vanwege bovengenoemde persoon op zijn
bankrekening had ontvangen en alzo anders dan door misdrijf, onder zich had,
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
(incident 3)
art 321 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 19 november 2007 tot en met 5 december
2007, in de gemeente Reiderland, in ieder geval in Nederland,
een geldbedrag van 110,- euro, in ieder geval een hoeveelheid geld, heeft
verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten
tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat geldbedrag wist,
althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf
verkregen goed betrof;
(incident 3)
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
3.
hij in of omstreeks de periode van 23 november 2007 tot en met 16 december
2007, in de gemeente Reiderland, in ieder geval in Nederland,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels,
-een persoon, te weten [benadeelde 5] heeft bewogen tot de afgifte van een
geldbedrag van 166,- euro, in elk geval van enig goed, en/of
-een persoon, te weten [benadeelde 6] heeft bewogen tot de afgifte van een
geldbedrag van 160,- euro, in elk geval van enig goed,
hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
een modelvrachtauto te koop aangeboden op het internet, te weten op de website
www.marktplaats.nl, en/of (vervolgens) met die [benadeelde 5] en/of die [benadeelde 6] via email contact gehad, waarbij hij, verdachte, zich heeft
voorgedaan als zijnde Jurgen Valkenburg uit Vleuten, althans een andere naam
heeft gebruikt dan zijn, verdachtes, werkelijke naam, en/of (vervolgens) voor
die modelvrachtauto met die [benadeelde 5] en/of die [benadeelde 6] de koop
gesloten, en/of (aldus) zich voorgedaan als bonafide verkoper, waardoor die [benadeelde 5] en/of die [benadeelde 6] werd(en) bewogen tot bovenomschreven
afgifte(n);
(incidenten 4 en 5)
art 326 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 23 november 2007 tot en met 16 december
2007, in de gemeente Reiderland, in ieder geval in Nederland,
opzettelijk
-een geldbedrag van 166,- euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan een persoon, te weten [benadeelde 5],en/of
-een geldbedrag van 160,- euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan een persoon, te weten [benadeelde 6],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke gelden
verdachte ten onrechte, althans geheel onverplicht, van of vanwege
bovengenoemde personen op zijn bankrekening had ontvangen en alzo anders dan
door misdrijf, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
(incidenten 4 en 5)
art 321 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 23 november 2007 tot en met 16 december
2007, in de gemeente Reiderland, in ieder geval in Nederland,
een geldbedrag van 166,- euro en/of een geldbedrag van 160,- euro heeft
verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten
tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die geldbedragen wist,
althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het door misdrijf verkregen
goederen betrof;
(incidenten 4 en 5)
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
4.
hij in of omstreeks de periode van 8 november 2007 tot en met 12 november
2007, in de gemeente Reiderland, in ieder geval in Nederland,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels, een persoon, te weten [benadeelde 7] heeft bewogen tot de afgifte
van een geldbedrag van 195,- euro, in elk geval van enig goed, hebbende
verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid een
modelvrachtauto te koop aangeboden op internet, te weten op de website
www.marktplaats.nl en/of (vervolgens) met die [benadeelde 7] via email contact
gehad, waarbij hij, verdachte, zich heeft voorgedaan als zijnde Cor Brands uit
Heemstede, althans een andere naam heeft gebruikt dan zijn, verdachtes,
werkelijke naam, en/of (vervolgens) voor die modelvrachtauto de koop heeft
gesloten en/of (aldus) zich heeft voorgedaan als bonafide verkoper, waardoor
die [benadeelde 7] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(incident 7)
art 326 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 8 november 2007 tot en met 12 november
2007, in de gemeente Reiderland, in ieder geval in Nederland,
opzettelijk een geldbedrag van 195,- euro, in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan een persoon, te weten [benadeelde 7], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte, welk geld verdachte ten onrechte,
althans geheel onverplicht, van of vanwege bovengenoemde persoon op zijn
bankrekening had ontvangen en alzo anders dan door misdrijf, onder zich had,
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
(incident 7)
art 321 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 8 november 2007 tot en met 12 november
2007, in de gemeente Reiderland, in ieder geval in Nederland,
een geldbedrag van 195,- euro heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of
heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden
krijgen van dat geldbedrag wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden,
dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
(incident 7)
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het in de zaak met parketnummer 18/653033-08 onder 1 primair, 2 primair en 3 ten laste gelegde en het in de zaak met parketnummer 18/630186-08 onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een werkstraf van 200 uren subsidiair 100 dagen hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaren met als bijzondere voorwaarde verplicht reclasseringscontact.
Vrijspraak
(parketnummer 18/653033-08, feit 1)
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe dat niet uitgesloten is dat aangeefster zelf de papieren ter verkrijging van een krediet heeft ingevuld en ondertekend, zoals verdachte heeft aangegeven.
Bewijsoverweging
(parketnummer 18/653033-08, feit 2)
Verdachte heeft ontkend dat hij zijn ex-partner met een vuurwapen of met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft bedreigd. De rechtbank overweegt als volgt. Twee verbalisanten hebben in een proces-verbaal uiteengezet dat ze hebben gehoord dat aangeefster tijdens een telefoongesprek tegen verdachte zei dat hij haar had bedreigd met een vuurwapen, waarop verdachte zei: "Zo'n plastic ding". Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij doelde op de afstandsbediening van de auto. Nu verdachte rechtstreeks reageert op het woord "vuurwapen", acht de rechtbank de verklaring van verdachte ongeloofwaardig en acht zij bewezen dat verdachte aangeefster een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) heeft getoond, waardoor zij zich bedreigd kon voelen.
(parketnummer 18/630186-08)
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte van alle feiten dient te worden vrijgesproken, omdat verdachte heeft ontkend. Bovendien is ten aanzien van de feiten waarbij aangevers [benadeelde 6] en [benadeelde 5] betrokken zijn, niet komen vast te staan dat verdachte de desbetreffende bedragen heeft ontvangen.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat ene Ali deze feiten gepleegd heeft ongeloofwaardig. De rechtbank neemt daarbij in overweging dat verdachte geen verdere gegevens over deze Ali kan verstrekken en voorts verschillende keren in de verklaringen die hij tegenover de politie en ter zitting heeft afgelegd de periode waarin deze Ali bij hem heeft gewoond heeft aangepast. Daarnaast is het geld door aangevers op de rekening van verdachte gestort en niet op die van voornoemde Ali. De verklaring die verdachte hiervoor heeft gegeven, namelijk dat Ali verdachte nog geld verschuldigd was, acht de rechtbank eveneens ongeloofwaardig, net als de verklaring van verdachte dat hij op zijn bankrekening niet heeft gezien dat het geld was overgemaakt en dat hij maandenlang zijn email niet heeft gecheckt.
Wat betreft de betalingen van aangevers [benadeelde 6] en [benadeelde 5] overweegt de rechtbank het volgende.
[benadeelde 6] heeft in zijn aangifte (p 47) verklaard dat hij op 30 oktober 2007 een bedrag van € 35,00 heeft overgemaakt op rekeningnummer [rekeningnummer verdachte]. [benadeelde 6] heeft ook zijn eigen bankrekeningnummer in de aangifte vermeld, zijnde [rekeningnummer benadeelde 6. Op het mutatie-overzicht van de ING betreffende de bankrekening van verdachte - rekeningnummer [rekeningnummer verdachte] - is te zien dat op 5 november 2007 een bedrag van € 35,00 is bijgeboekt met als tegenrekening het door [benadeelde 6] opgegeven bankrekeningnummer. Daarmee is komen vast te staan dat verdachte het door [benadeelde 6] in zijn aangifte vermelde bedrag heeft ontvangen.
Aangever [benadeelde 5] heeft verklaard dat hij € 166,00 heeft overgemaakt op het rekeningnummer van verdachte. In een bij de aangifte gevoegd emailbericht van "jurgen valkenburg", dat op 26 november 2007 aan [benadeelde 5] is verzonden, is te lezen dat het model zal worden opgestuurd, als [benadeelde 5] een bedrag van € 166,00 overmaakt op rekening [rekeningnummer verdachte]. In het emailbericht is tevens te lezen dat het gaat om een "Scania T144 L torpedo met container trailer". Blijkens eerdergenoemd mutatie-overzicht is op de rekening van verdachte op 27 november 2007 een bedrag bijgeboekt van
€ 166,20 onder vermelding van "TEKNO SCANIA T144 L TORPEDO M". Hoewel de bedragen niet geheel overeenkomen, acht de rechtbank aannemelijk dat deze betaling afkomstig is van aangever [benadeelde 5], gezien de omschrijving van het model en de datum van overboeking.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 18/653033-08 onder 2 primair en 3 ten laste gelegde en het in de zaak met parketnummer 18/630186-08 onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
(parketnummer 18/653033-08)
2.
hij op 22 juni 2008 te Finsterwolde, gemeente Reiderland, [aangeefster] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk
dreigend
- een vuurwapen of een op een vuurwapen gelijkend voorwerp getoond en daarbij deze dreigend de woorden toegevoegd : "Dit is het laatste wat jij van mij kunt krijgen" en
- in zijn auto is gestapt en haar dreigend de woorden toegevoegd: "Nu wegwezen anders rijd ik tegen je auto aan";
3.
hij op 22 juni 2008 te Winschoten, [aangeefster], ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om door bedreiging met geweld haar wederrechtelijk te
dwingen iets te doen of niet te doen,
- haar heeft opgebeld en uitgescholden en
- toen hij bemerkte dat zij op het politiebureau zat om aangifte tegen hem te doen met harde stem meermalen gezegd dat zij de aangifte moest intrekken of niet door moest laten gaan, anders zou het niet goed met haar gaan, terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid.
(parketnummer 18/630186-08)
1.
hij in de periode van 27 oktober 2007 tot en met 26 november 2007, in de gemeente Reiderland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen,
- [benadeelde 1], heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 185,- euro, en
- [benadeelde 2], heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 35,- euro, en
- [benadeelde 3], heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 80,- euro,
hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid verschillende modelauto's en/of een miniatuur van een motor te koop aangeboden op het internet, te weten op de website
www.marktplaats.nl, en vervolgens met die [benadeelde 1], die [benadeelde 2] en die
[benadeelde 3] via email contact gehad, waarbij hij, verdachte, zich aan die [benadeelde 1], die [benadeelde 2] en die [benadeelde 3] heeft voorgedaan als zijnde Eddy Kalk, en vervolgens voor die verschillende modelauto's en die miniatuur van een motor de koop gesloten, en aldus zich voorgedaan als bonafide verkoper, waardoor die [benadeelde 1], die [benadeelde 2] en die [benadeelde 3] werden bewogen tot bovenomschreven afgiften;
2.
hij in de periode van 19 november 2007 tot en met 5 december 2007, in de gemeente Reiderland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen, [benadeelde 4] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 110,- euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid een paar Uggs (bontschoenen), te koop aangeboden op het internet, te weten op de website www.marktplaats.nl, en vervolgens met die [benadeelde 4] via email contact gehad, waarbij hij, verdachte, zich aan die [benadeelde 4] heeft voorgedaan als zijnde
M. Bouman, en vervolgens voor die Uggs de koop gesloten, en aldus zich voorgedaan als een bonafide verkoper, waardoor die [benadeelde 4] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
3.
hij in de periode van 23 november 2007 tot en met 16 december 2007, in de gemeente Reiderland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen,
- [benadeelde 5] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 166,- euro, en
- [benadeelde 6] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 160,- euro,
hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid een modelvrachtauto te koop aangeboden op het internet, te weten op de website www.marktplaats.nl, en vervolgens met die [benadeelde 5] en die [benadeelde 6] via email contact gehad, waarbij hij, verdachte, zich heeft voorgedaan als zijnde Jurgen Valkenburg uit Vleuten, en vervolgens voor die modelvrachtauto met die [benadeelde 5] en die [benadeelde 6] de koop gesloten, en aldus zich voorgedaan als bonafide verkoper, waardoor die [benadeelde 5] en die [benadeelde 6] werden bewogen tot bovenomschreven afgiften;
4.
hij in de periode van 8 november 2007 tot en met 12 november 2007, in de gemeente Reiderland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen, [benadeelde 7] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 195,- euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid een modelvrachtauto te koop aangeboden op internet, te weten op de website www.marktplaats.nl en vervolgens met die [benadeelde 7] via email contact gehad, waarbij hij, verdachte, zich heeft voorgedaan als zijnde Cor Brands uit Heemstede, en vervolgens voor die modelvrachtauto de koop heeft gesloten en aldus zich heeft voorgedaan als bonafide verkoper, waardoor die [benadeelde 7] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen in de zaak met parketnummer 18/653033-08 onder 2 primair en 3 en in de zaak met parketnummer 18/630186-08 onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Kwalificatie
Hetgeen de rechtbank bewezen heeft verklaard levert de volgende strafbare feiten op:
(parketnummer 18/653033-08)
2. primair bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
3. een ander door bedreiging met geweld, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te doen of niet te doen;
(parketnummer 18/630186-08)
1. primair oplichting, meermalen gepleegd;
2. primair oplichting;
3. primair oplichting, meermalen gepleegd;
4. primair oplichting.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar, nu ten aanzien van verdachte geen strafuitsluitings-gronden aanwezig worden geacht.
Motivering straf
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en het aangaande zijn persoon opgemaakte reclasseringsrapport d.d. 17 oktober 2008, alsmede de vordering van de officier van justitie.
Taakstraf en vrijheidsstraf
Op grond van het bovenstaande komt de rechtbank tot het oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke taakstraf, bestaande uit een werkstraf en een voorwaardelijke vrijheidsstraf moet worden opgelegd.
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hoogte hiervan in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Verdachte heeft zich meermalen schuldig gemaakt aan bedreiging van zijn ex-vriendin. Bij een van de feiten is sprake van het tonen van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp. Verdachte heeft daarmee bij aangeefster angstgevoelens teweeggebracht. Aangeefster heeft in een schriftelijke slachtofferverklaring aangegeven dat ze er zeker van was dat verdachte haar zou neerschieten en dat ze doodsbang was. Ook in de periode erna was ze bang dat verdachte haar zou vinden en was ze wekenlang niet in staat om te werken. Ze voelde zich ziek, misselijk van angst en had geen eetlust. Daarnaast had ze last van nachtmerries. Inmiddels, bijna vier maanden later, doet ze langzamerhand weer de normale dingen, maar nog vaak is ze neerslachtig, negatief, bang en vermoeid. De rechtbank rekent verdachte deze feiten zwaar aan.
Daarnaast heeft verdachte zich gedurende ongeveer twee maanden meermalen schuldig gemaakt aan oplichting. Verdachte heeft via de site Marktplaats.nl op internet onder een valse naam goederen aangeboden, waarop door aspirant-kopers werd gereageerd. Verdachte heeft zich voorgedaan als een bonafide verkoper, terwijl hij de goederen niet heeft geleverd. Alle aangevers zijn door verdachte financieel benadeeld. Zij hebben telkens het afgesproken bedrag op een door verdachte opgegeven rekeningnummer overgemaakt, waarna verdachte verzuimde de goederen op te sturen en vervolgens niets meer van zich liet horen. Verdachte heeft daarmee het vertrouwen van mensen in het handelsverkeer via internet geschaad. Bovendien hebben deze feiten materiële schade, ergernis en ongemak bij de slachtoffers veroorzaakt.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 11 juli 2008 heeft hij zich niet eerder schuldig gemaakt aan soortgelijke feiten.
De rechtbank is van oordeel dat voormelde een werkstraf van na te melden duur rechtvaardigt. Voorts zal de rechtbank een voorwaardelijke vrijheidsstraf opleggen om verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw aan dergelijke strafbare feiten schuldig te maken. Aan de voorwaardelijke vrijheidsstraf zal een bijzondere voorwaarde worden gekoppeld, die ook kan inhouden dat verdachte zich ambulant laat behandelen in verband met zijn psychische problematiek.
Vorderingen van de benadeelde partijen
Parketnummer 18/653033-08, feiten 2 en 3
Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [aangeefster], wonende te [woonplaats aangeefster].
De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust.
De vordering is ter terechtzitting gemotiveerd bestreden.
Naar het oordeel van de rechtbank is de vordering van de benadeelde partij niet van zodanig eenvoudige aard, dat deze zich leent voor behandeling in dit strafproces.
De rechtbank zal daarom bepalen dat de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Parketnummer 18/630186-08, feit 1
Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [benadeelde 1], wonende te [woonplaats benadeelde 1].
De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust.
Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde rechtstreeks schade is toegebracht tot een bedrag van € 185,00.
De rechtbank zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [benadeelde 2], wonende te [woonplaats benadeelde 2].
De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust.
Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde rechtstreeks schade is toegebracht tot een bedrag van € 50,00.
De rechtbank zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [benadeelde 3], wonende te [woonplaats benadeelde 3].
De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust.
Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde rechtstreeks schade is toegebracht tot een bedrag van € 80,00.
De rechtbank zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
Feit 2
Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [benadeelde 4], wonende te [woonplaats benadeelde 4].
De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust.
Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde rechtstreeks schade is toegebracht tot een bedrag van € 120,00.
De rechtbank zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
Feit 3
Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [benadeelde 6], wonende te [woonplaats benadeelde 6].
De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust.
Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde rechtstreeks schade is toegebracht tot een bedrag van € 160,00.
De rechtbank zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
Feit 4
Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [benadeelde 7], wonende te [woonplaats benadeelde 7].
De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust.
Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde rechtstreeks schade is toegebracht tot een bedrag van € 195,00.
De rechtbank zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal aan verdachte de verplichting opleggen voornoemde geldbedragen ten behoeve van de benadeelde partijen aan de Staat te betalen. De rechtbank heeft daartoe besloten omdat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht en het belang van de benadeelde partij ermee is gediend niet zelf te worden belast met het innen van de toegewezen schadevergoeding.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 24c, 36f, 45, 57, 284, 285 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank:
Verklaart het in de zaak met parketnummer 18/653033-08 onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 18/653033-08 onder 2 primair en 3 ten laste gelegde en het in de zaak met parketnummer 18/630186-08 onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hiervoor is aangegeven, te kwalificeren als voormeld en verklaart het bewezen verklaarde strafbaar.
Verklaart verdachte voor het bewezen verklaarde strafbaar.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 18/653033-08 onder 2 primair en 3 en het in de zaak met parketnummer 18/630186-08 onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte voor het bewezen- en strafbaar verklaarde tot:
- een taakstraf bestaande uit een werkstraf van 180 uren, met bevel dat vervangende hechtenis voor de duur van 90 dagen zal worden toegepast als veroordeelde deze straf niet naar behoren verricht.
De werkstraf moet zijn voltooid binnen een jaar na het onherroepelijk worden van dit vonnis. De veroordeelde zal zich met betrekking tot de werkstraf gedragen naar de aanwijzingen te geven door of namens de Reclassering Nederland.
- een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden.
Bepaalt dat deze straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders gelast omdat de veroordeelde zich voor het einde van de op 2 jaren gestelde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat de tenuitvoerlegging ook kan worden gelast indien de veroordeelde gedurende de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich gedurende de proeftijd gedragen naar voorschriften en aanwijzingen te geven door of namens Reclassering Nederland, zolang deze instelling dat gedurende de proeftijd nodig oordeelt. Draagt deze instelling op om de veroordeelde hulp en steun te verlenen bij de naleving van de bijzondere voorwaarde.
De hiervoor bedoelde voorschriften en aanwijzingen kunnen ook inhouden dat de veroordeelde zich ambulant zal laten behandelen in verband met zijn psychische problematiek.
Beslissing op de vorderingen van de benadeelde partijen
Verklaart de benadeelde partij [aangeefster], wonende te [woonplaats aangeefster], in de vordering niet-ontvankelijk. Bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de veroordeelde ieder de eigen kosten dragen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1], wonende te [woonplaats benadeelde 1], toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 185,00 (zegge: een honderd vijfentachtig euro).
Veroordeelt de veroordeelde in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van € 185,00 (zegge: een honderd vijfentachtig euro) ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde 1], wonende te [woonplaats benadeelde 1], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 185,00 ten behoeve van de benadeelde partij, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2], wonende te [woonplaats benadeelde 2], toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 50,00 (zegge: vijftig euro).
Veroordeelt de veroordeelde in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van € 50,00 (zegge: vijftig euro) ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde 2], wonende te [woonplaats benadeelde 2], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 50,00 ten behoeve van de benadeelde partij, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3], wonende te [woonplaats benadeelde 3], toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 80,00 (zegge: tachtig euro).
Veroordeelt de veroordeelde in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van € 80,00 (zegge: tachtig euro) ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde 3], wonende te [woonplaats benadeelde 3], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 80,00 ten behoeve van de benadeelde partij, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4], wonende te [woonplaats benadeelde 4], toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 120,00 (zegge: een honderd twintig euro).
Veroordeelt de veroordeelde in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van € 120,00 (zegge: een honderd twintig euro) ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde 4], wonende te [woonplaats benadeelde 4], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 120,00 ten behoeve van de benadeelde partij, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 6], wonende te [woonplaats benadeelde 6], toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 160,00 (zegge: een honderd zestig euro).
Veroordeelt de veroordeelde in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van € 160,00 (zegge: een honderd zestig euro) ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde 6], wonende te [woonplaats benadeelde 6], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 160,00 ten behoeve van de benadeelde partij, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 7], wonende te [woonplaats benadeelde 7], toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 195,00 (zegge: een honderd vijfennegentig euro).
Veroordeelt de veroordeelde in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van € 195,00 (zegge: een honderd vijfennegentig euro) ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde 7], wonende te [woonplaats benadeelde 7], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 195,00 ten behoeve van de benadeelde partij, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat.
Dit vonnis is aldus gewezen door mrs. M.W. de Jonge, voorzitter, M.J.B. Holsink en P.H.M. Tapper-Wessels, rechters, in tegenwoordigheid van A.W. ten Have-Imminga, als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 november 2008.