ECLI:NL:RBGRO:2008:BD8748
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Oplegging van de ISD-maatregel aan een veelpleger ondanks bezwaren van de verdachte
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 3 juli 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1984, die preventief gedetineerd was in Ter Apel. De verdachte werd beschuldigd van diefstal van een fiets, gepleegd op 8 januari 2008 in de gemeente Groningen, en van bedreiging met geweld tegen twee slachtoffers. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met een mededader een fiets had gestolen en daarbij geweld had gebruikt om de diefstal te vergemakkelijken. De rechtbank verwierp het verweer van de raadsvrouw van de verdachte, die stelde dat er geen sprake was van een doorlopende handeling tussen de diefstal en de bedreiging. De rechtbank concludeerde dat er wel degelijk sprake was van een voortgezette handeling, waarbij de verdachte gericht op het slot van de fiets had getrapt, wat zijn oogmerk op diefstal bevestigde.
De rechtbank hield rekening met de psychische toestand van de verdachte, die lijdt aan een ziekelijke storing van het geestesvermogen, en concludeerde dat de feiten hem in licht verminderde mate konden worden toegerekend. Desondanks oordeelde de rechtbank dat de verdachte strafbaar was, omdat er geen strafuitsluitingsgronden aanwezig waren. De rechtbank legde de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD) op, omdat de verdachte een veelpleger was en eerdere interventies niet tot gedragsverandering hadden geleid. De rechtbank achtte het noodzakelijk om de veiligheid van personen en goederen te waarborgen.
Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij, de heer [slachtoffer 1], toegewezen tot een bedrag van € 34,95, dat de verdachte moest betalen. De rechtbank baseerde haar beslissing op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht en concludeerde dat de verdachte voor de bewezenverklaarde feiten moest worden gestraft met een ISD-maatregel van twee jaar.