ECLI:NL:RBGRO:2008:BD7636
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor paspoortaanvraag minderjarigen
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Groningen op 1 juli 2008 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een moeder, die vervangende toestemming vroeg voor de aanvraag van paspoorten voor haar twee minderjarige kinderen. De kinderen, die zowel de Tunesische als de Nederlandse nationaliteit bezitten, hebben geen contact meer met hun vader, die sinds 2001 zonder bericht uit Nederland is verdwenen en afwisselend in Libië en Tunesië verblijft. De moeder heeft geen mogelijkheid om de vader om toestemming te vragen voor de paspoortaanvraag, wat noodzakelijk is voor de kinderen om te kunnen reizen, onder andere naar familie in Tunesië.
De kinderrechter heeft de zaak op 27 juni 2008 met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder en de minderjarigen aanwezig waren. De moeder heeft aangegeven dat het in het belang van de kinderen is dat zij een eigen paspoort hebben, vooral gezien hun leeftijd en de noodzaak om te kunnen reizen voor school en familiebezoek. De minderjarigen hebben ook aangegeven dat zij een identiteitsbewijs nodig hebben voor schoolreizen en bijbaantjes.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de vader geen toestemming heeft gegeven voor de paspoortaanvraag en heeft, op basis van de Paspoortwet, besloten om de moeder vervangende toestemming te verlenen. Dit stelt de kinderen in staat om zelfstandig of met hun moeder naar het buitenland te reizen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.