ECLI:NL:RBGRO:2008:BD7027

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
25 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
102541 / FA RK 08-1341
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om vervangende toestemming voor paspoortafgifte minderjarige

Op 25 juni 2008 heeft de kinderrechter in Groningen de zaak behandeld met betrekking tot de afgifte van een paspoort voor een minderjarige. De vader had op 13 mei 2008 een brief ontvangen van de gemeente Winsum waarin stond dat de moeder haar toestemming voor het paspoort had ingetrokken, waardoor het paspoort van de minderjarige per die datum van rechtswege was vervallen. De vader, die de rol van verzorgende ouder vervult, was onduidelijk over de redenen van de intrekking van de toestemming door de moeder, aangezien er geen wijziging van omstandigheden binnen het gezin zou zijn. De moeder, aan de andere kant, vreesde dat de vader de minderjarige naar Marokko zou meenemen en haar niet zou terugbrengen. Deze vrees was gebaseerd op eerdere uitspraken van de vader en het feit dat hij het paspoort voor de moeder verborgen hield.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder de noodzakelijke toestemming voor de aanvraag van het paspoort niet heeft gegeven. De kinderrechter oordeelde dat de vrees van de moeder ongegrond was, maar dat de omstandigheden rondom de relatie tussen de ouders en de reiscondities van de vader niet in het belang van de minderjarige waren. De vader had geen stabiele situatie in Nederland, geen werk en een verblijfsvergunning die aan de moeder was gerelateerd. De kinderrechter concludeerde dat het verzoek van de vader om vervangende toestemming voor de paspoortaanvraag moest worden afgewezen, en adviseerde de ouders om te investeren in hun relatie om gezamenlijk tot afspraken te komen.

De beslissing werd genomen door mr. K.R. Bosker, kinderrechter, en werd op 25 juni 2008 ter openbare terechtzitting uitgesproken. De ouders zijn belast met het gezag over de minderjarige, en van deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Civielrecht
zaaknr.: 102541 / FA RK 08-1341
beschikking kinderrechter d.d. 25 juni 2008
inzake
* [minderjarige], geboren in de gemeente [***] [in 2005],
kind van:
[vader],
wonende te [adres],
en
[moeder],
wonende te [adres].
De ouders zijn belast met het gezag over voornoemde minderjarige.
PROCESGANG
Op 6 juni 2008 is namens vader een verzoekschrift met bijlage(n) ingediend, gedateerd 5 juni 2008, daartoe strekkende dat vervangende toestemming wordt verleend voor de aanvraag van de afgifte van een paspoort voor voornoemde minderjarige.
Op 25 juni 2008 is ter griffie een verweerschrift van moeder d.d. 23 juni 2008 ontvangen.
Op 25 juni 2008 heeft de kinderrechter de zaak ter terechtzitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn daarbij: vader, bijgestaan door mr. Spoelstra en moeder, bijgestaan door mr. van Wieringen.
OVERWEGINGEN
Standpunt vader
Vader heeft op 13 mei 2008 een brief van de gemeente Winsum ontvangen, waarin werd medegedeeld dat moeder haar verklaring voor het verlenen van toestemming voor het paspoort van [de minderjarige] heeft ingetrokken en dat het paspoort van [de minderjarige] per 13 mei 2008 van rechtswege is vervallen. Het is vader geheel onduidelijk waarom moeder haar toestemming heeft ingetrokken. Er is geen sprake van wijziging van omstandigheden binnen het gezin. Ouders wonen in gezinsverband bij elkaar. Vader vervult de rol van verzorgende ouder, aangezien de moeder psychische problemen heeft.
De man acht het in het belang van zowel hemzelf als van [de minderjarige] dat zij over een eigen paspoort beschikt. Het gezin gaat ieder jaar op vakantie naar familie in Marokko. Ook dit jaar wenst vader met het gezin dan wel met [de minderjarige] naar het buitenland te gaan. Nu de vrouw haar toestemming weigert, verzoekt de man om een vervangende verklaring van toestemming te verlenen voor de afgifte van een paspoort voor [de minderjarige].
De vrees van moeder dat vader [de minderjarige] definitief mee zal nemen naar Marokko, is ongegrond. Als vader dit zou willen, had hij het allang kunnen doen. Hij wil enkel met zijn gezin op vakantie naar Marokko. Om deze reis te kunnen betalen heeft vader een aantal maanden gewerkt. De reden waarom hij zoveel inpakt is omdat hij veel spullen voor familieleden wil meenemen in de auto. Vader woont sinds drie jaar in Nederland en heeft een verblijfsvergunning voor vijf jaar in verband met zijn huwelijk. Hij heeft de Marokkaanse nationaliteit.
Standpunt moeder
Moeder is bang dat vader [de minderjarige] zal meenemen naar Marokko en haar niet meer terug zal brengen. Dit heeft vader moeder meerdere malen te kennen gegeven. Om deze reden en omdat vader het paspoort voor moeder verborgen hield, heeft moeder haar toestemming voor het paspoort van [de minderjarige] ingetrokken. De vakantie waar vader het over heeft, is niet gepland en moeder is niet voornemens mee te gaan. De 'psychische klachten' van moeder bestaan erin dat bij haar PDD-Nos is vastgesteld. De klachten zijn niet dermate dat die haar hinderen bij de zorg voor [de minderjarige]. De zorgtaken voor [de minderjarige] zijn dan ook normaal verdeeld tussen ouders.
Ouders hebben huwelijksproblemen en moeder betwijfelt of het huwelijk wel stand houdt. Vader heeft geen werk in Nederland. Partijen leven van de WAO-uitkering van moeder. Hij heeft geen familie in Nederland; wel kennissen. Als het huwelijk geen stand houdt, is er behalve [de minderjarige] weinig dat hem aan Nederland bindt. Vader beperkt moeder erin om zelfstandig dingen (met [de minderjarige]) te ondernemen. Zodoende kan hij ook stellen dat hij het meeste met [de minderjarige] onderneemt. Vader heeft diverse spullen ingepakt om mee te nemen naar Marokko, meer dan voor een gewone vakantie. Vader wil met de auto naar Marokko en moeder vindt het onverantwoord dat hij om een dergelijke lange reis alleen met [de minderjarige] zal ondernemen. Het belang van [de minderjarige] is volgens moeder niet gediend met een vervangende verklaring van toestemming en moeder verzoekt om het verzoek van vader af te wijzen.
Beoordeling van de kinderrechter
De kinderrechter stelt vast dat moeder de noodzakelijke toestemming voor de aanvraag van de afgifte van een paspoort voor voornoemde minderjarige niet heeft gegeven.
De kinderrechter kan krachtens artikel 34, tweede lid jo. 38 tweede lid van de Paspoortwet een verklaring van toestemming verlenen voor de aanvraag van de afgifte van een paspoort voor een minderjarige, welke toestemming de toestemming van één der gezaghebbende ouders vervangt.
Gelet op de inhoud van het verzoekschrift, de inhoud van het verweerschrift en het verhandelde ter zitting is de kinderrechter van oordeel dat het verzoek namens vader moet worden afgewezen. Vader heeft slechts los/vast werk, geen familie in Nederland en een verblijfsvergunning en inkomen aan de moeder gerelateerd. Gezien de forse relatieproblemen tussen ouders, de reiscondities waaronder vader van plan is om alleen met [de minderjarige] naar Marokko te reizen en het niet volledig uit te sluiten risico dat vader [de minderjarige] niet terug naar Nederland zal brengen, is de kinderrechter van oordeel dat het niet in het belang van de minderjarige [de minderjarige] is dat vervangende toestemming wordt verleend tot de aanvraag van een paspoort voor haar. De kinderrechter zal het verzoek van vader derhalve afwijzen. De kinderrechter adviseert ouders te investeren in hun relatie zodat zij gezamenlijk tot afspraken kunnen komen.
BESLISSING
wijst het verzoek van vader tot het verlenen van vervangende toestemming voor de aanvraag van de afgifte van een paspoort voor het minderjarige kind van partijen, [de minderjarige], af.
Deze beslissing is gegeven te Groningen door mr. K.R. Bosker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van de griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 juni 2008.
MF
Van deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak door indiening van een beroepschrift ter griffie van het Gerechtshof te Leeuwarden.