1.1 De kantonrechter gaat uit van de navolgende vaststaande feiten, zijnde deze over en weer door een partij gesteld en niet, dan wel niet voldoende door de andere partij weersproken, al dan niet gestaafd en in zoverre niet weersproken door de overgelegde stukken.
1.2 [verweerster], geboren op 4 september 1984 en dus 23 jaar oud, is sinds 31 oktober 2005 voor 80% van een volledig dienstverband in dienst bij Ability in de functie van medewerker AMA tegen een laatstgenoten salaris van € 1.102,40 bruto per maand. Ability is een openbaar lichaam dat belast is met de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (verder: WSW). [verweerster] ontvangt vanaf haar 18de jaar een Wajong-uitkering en heeft een indicatie op grond van de WSW. [verweerster] is als gevolg van haar beperkte intellectuele mogelijkheden slechts geschikt om eenvoudig werk te verrichten in een duidelijke werksetting met heldere taken en onder gespecialiseerde begeleiding. [verweerster] werkt op in de door Ability geëxploiteerde Werkvoorziening op de inpakafdeling. Op deze afdeling werkt een grotere groep van ongeveer 120 werknemers gezamenlijk in één ruimte onder gespecialiseerde begeleiding.
1.3 Vanaf eind 2006 is Ability ermee geconfronteerd dat meerdere werknemers van de inpakafdeling in hun kledingkastje (locker) briefjes aantroffen met zeer kwetsende en bedreigende teksten. Ability heeft een onderzoek ingesteld waaruit naar voren kwam dat [verweerster] mogelijk iets met de briefjes te maken had. In mei 2007 heeft een gesprek plaatsgevonden waarin [verweerster] desgevraagd heeft aangegeven niets met de briefjes te maken te hebben.
1.4 Op 20 juni 2007 gaf één werknemer, die herhaaldelijk briefjes in haar kledingkastje had aangetroffen, te kennen dat zij [verweerster] bij haar kledingkastje had gesignaleerd waarop zij [verweerster] had aangesproken en [verweerster] 'iets' had terug gezegd. Ability heeft aan [verweerster] deze melding voorgehouden maar [verweerster] heeft wederom ontkend iets met de briefjes te maken te hebben. Omdat één van dames kennelijk niet de waarheid sprak, heeft Ability beiden op non-actief gesteld met het verzoek thuis goed over de situatie na te denken en de mogelijkheid te geven op de verklaring terug te komen. [verweerster] heeft tegen de op nonactiefstelling schriftelijk geprotesteerd en daarbij ontkend iets met de briefjes te maken te hebben. Op 25 juni 2007 heeft Ability met beide dames gesproken. Bij gebreke aan een aanwijzing dat één van de twee niet de waarheid sprak heeft Ability de op nonactiefstelling van beiden opgeheven.
1.5 Omdat onverminderd briefjes werden gevonden en de onrust op de afdeling groter werd, heeft de directeur in een plenaire bijeenkomst met alle werknemers het dringende verzoek gedaan aan de dader zich te melden. Wanneer deze dat zou doen binnen drie dagen, zou de naam niet bekend worden gemaakt. Tevens heeft de directeur gewaarschuwd dat wanneer de dader op andere wijze later bekend zou worden, dit voor deze grote consequenties zou krijgen. Niemand heeft zich gemeld. In de maanden daarna zijn geen briefjes gevonden.
1.6 In september 2007 werden wederom briefjes gevonden met zeer beledigende en bedreigende teksten. Ability heeft daarop de politie ingeschakeld. In overleg met de politie is een verborgen camera opgehangen in de ruimte met de kledingkasten. Op 23 oktober 2007 werd in één van de kledingkasten een briefje gevonden. Ability heeft vervolgens de opnamen van die dag bekeken. Daarop valt te zien dat [verweerster] binnenkomt en de deur sluit, handschoenen aanheeft, een briefje tussen de deur en de rand van een kledingkastje naar binnen schuift en naar haar eigen kastje loopt. Verderop op de band is te zien dat een medewerker het bewuste briefje in haar kledingkastje vindt.
1.7 Op 30 oktober 2008 heeft mevrouw [B.], sectormanager bij Ability, bij de politie een verklaring afgelegd. Bij de politie is op 5 november 2007 aangifte gedaan door de medewerker die het briefje in haar kastje aantrof. Daarbij is ook aangifte gedaan van het feit dat door een derde op haar naam spullen zijn besteld bij Wehkamp. Ook op
5 november 2007 is [verweerster] ontboden op het politiebureau en als verdachte gehoord.
1.8 Op 5 november 2007 is [verweerster] door Ability geschorst hetgeen bij brief van die datum schriftelijk is bevestigd. Bij brief van 8 november 2007 heeft [verweerster] tegen de schorsing geprotesteerd en daarbij te kennen gegeven dat zij niets met de briefjes te maken had en dat zij geen spullen bij Wehkamp heeft besteld op naam van haar collega.
1.9 Na diverse gesprekken met [verweerster] heeft Ability begin december 2007 te kennen gegeven dat voortzetting van het dienstverband niet mogelijk was, zulks gelet op de ontstane onrust en omdat ander passend werk binnen haar organisatie niet beschikbaar was in verband met de beperkingen van [verweerster]. Aan [verweerster] is overplaatsing aangeboden bij een collega-werkvoorziening in de regio, te weten Fivelingo. Fivelingo bleek daartoe bereid. Na bedenktijd heeft [verweerster] op 13 december 2007 via haar toenmalige gemachtigde laten weten niet met overplaatsing akkoord te gaan. Ook van een hernieuwd aanbod tot overplaatsing bij Fivelingo heeft [verweerster] op 18 december 2007 geen gebruik willen maken.