ECLI:NL:RBGRO:2008:BC2658
Rechtbank Groningen
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de voortzetting van de ISD-maatregel door de rechtbank Groningen
Op 28 november 2007 heeft het openbaar ministerie de veroordeelde opgeroepen te verschijnen voor de rechtbank in Groningen, naar aanleiding van een arrest van het gerechtshof Leeuwarden. De zitting vond plaats op 10 januari 2008, waar de rechtbank de officier van justitie, de veroordeelde en zijn raadsvrouw, mr. J.B. Pieters, heeft gehoord. De zaak betreft de tussentijdse toetsing van de ISD-maatregel die eerder door het hof was opgelegd. De rechtbank overweegt dat het hof in zijn arrest heeft aangegeven dat er hoger beroep mogelijk is tegen de beslissing tot voortzetting of beëindiging van de maatregel, ongeacht of deze door een rechtbank of een hof is opgelegd. Dit betekent dat de rechtbank bevoegd is om de maatregel te toetsen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van een rapport van de Grittenborgh, ondertekend door H. v.d. Meer en J. Mertens, waarin de voortgang van de maatregel wordt besproken. De officier van justitie pleit voor voortzetting van de maatregel, terwijl de raadsvrouw van de veroordeelde vraagt om een rapportage binnen vier maanden over de noodzaak van voortzetting. De rechtbank besluit dat het openbaar ministerie voor 24 mei 2008 moet rapporteren over de voortzetting van de maatregel.
In de beslissing van de rechtbank wordt vastgesteld dat de voortzetting van de ISD-maatregel voorlopig vereist is. De rechtbank benadrukt dat zij zich vrij acht om de maatregel te toetsen, ook al is deze niet door haar opgelegd. De rechtbank concludeert dat, gezien het ontbreken van een psychiatrisch advies, de voortzetting van de maatregel op dit moment wenselijk en noodzakelijk is. Deze beslissing is genomen door de meervoudige kamer van de rechtbank Groningen en is openbaar uitgesproken op 24 januari 2008.