ECLI:NL:RBGRO:2007:BC5742
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.C.P. Venema
- D.M. Schuiling
- P. Mendelts
- Rechtspraak.nl
Weigering aanwijzing Universitair Medisch Centrum Groningen als pijnrevalidatiecentrum door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
In deze zaak heeft de rechtbank Groningen geoordeeld over de weigering van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) aan te wijzen als pijnrevalidatiecentrum. Eiser, de raad van bestuur van het UMCG, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van 19 oktober 2005, waarin deze de aanvraag van het UMCG afwees. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister in strijd met het gelijkheidsbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel heeft gehandeld. De rechtbank oordeelde dat het UMCG voldeed aan de criteria in de Beleidsvisie inzake pijnrevalidatie en revalidatietechnologie, maar dat de minister onterecht aanvullende criteria had gehanteerd die niet in de beleidsvisie waren opgenomen.
De rechtbank heeft de minister verweten dat hij geen zorgvuldige afweging van belangen heeft gemaakt en dat de motivering van het bestreden besluit onvoldoende was. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de minister de aanvraag van het UMCG had moeten honoreren, aangezien er geen gegronde redenen waren om de aanvraag af te wijzen. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en het primaire besluit van 22 oktober 2004 herroepen, waarbij het UMCG alsnog werd aangewezen als ontwikkelcentrum voor pijnrevalidatie. Tevens is de minister veroordeeld in de proceskosten van eiser en is het betaalde griffierecht aan eiser vergoed.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige en transparante besluitvorming door de overheid, vooral wanneer het gaat om de erkenning van medische instellingen en de gevolgen daarvan voor de zorgverlening aan patiënten met chronische pijnklachten.