ECLI:NL:RBGRO:2007:BC1101

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
14 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
98485/KG ZA 07-399
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.J.A.M. Dijkers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Dwangbevel en rechtskracht van verbeurde dwangsommen in kort geding

In deze zaak, die voor de Rechtbank Groningen werd behandeld, ging het om een kort geding dat was aangespannen door de besloten vennootschap Milieu Logistiek Stadskanaal B.V. tegen de Gemeente Stadskanaal. De aanleiding voor de procedure was een dwangbevel dat op 30 augustus 2007 door de gemeente was uitgevaardigd, betreffende verbeurde dwangsommen. Eiseres, Milieu Logistiek Stadskanaal B.V., had geen verzet aangetekend tegen dit dwangbevel, wat leidde tot de vraag of het dwangbevel rechtskracht had verkregen.

De voorzieningenrechter oordeelde dat het dwangbevel ten onrechte was gericht tegen eiseres, aangezien het een andere vennootschap betrof. Desondanks had eiseres nagelaten om binnen de wettelijke termijn van zes weken verzet aan te tekenen. Hierdoor werd het dwangbevel geacht rechtskracht te hebben verkregen. De voorzieningenrechter benadrukte dat een andere zienswijze het gesloten systeem van rechtsmiddelen zou ondermijnen, wat niet acceptabel is.

De vordering van eiseres om het dwangbevel op te heffen en schadevergoeding te ontvangen werd afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de dwangsommen rechtsgeldig waren opgelegd en dat eiseres niet in haar verzoek kon worden ontvangen. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken op 14 december 2007 door mr. W.J.A.M. Dijkers.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GRONINGEN
Sector civielrecht
zaaknummer / rolnummer: 98485 / KG ZA 07-399
Vonnis in kort geding van 14 december 2007
in de zaak van
de besloten vennootschap
MILIEU LOGISTIEK STADSKANAAL B.V.,
gevestigd te Stadskanaal,
eiseres,
procureur mr. M.J. Blokzijl,
tegen
de rechtspersoonlijkheid bezittende
GEMEENTE STADSKANAAL,
gevestigd te Stadskanaal,
gedaagde,
procureur mr. H.G.B. van der Wal.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van eiseres
- de pleitnota van gedaagde.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Eiseres handelt onder de naam MLS Noord Nederland en heeft als enig aandeelhouder de besloten vennootschap Germeraad Holding B.V. waarvan [naam] de bestuurder is.
De besloten vennootschap Germeraad Exploitatie B.V. heeft blijkens een uittreksel uit het handelsregister van de Kamers van Koophandel als handelsnaam Germeraad Exploitatie B.V. en heeft als enig aandeelhouder de besloten vennootschap Germeraad Holding B.V. waarvan [naam] de bestuurder is.
De genoemde vennootschappen hebben alle hetzelfde adres (H.J. Kniggestraat 59 te Stadskanaal) en voeren hetzelfde correspondentieadres (Postbus 170, Stadskanaal).
In de sfeer van eiseres en de andere vennootschappen wordt ‘MLS Recycling’ gebezigd als naam waaronder activiteiten worden ontplooid.
2.2. Aan ‘MLS Recycling’ is door gedaagde bij brief van 16 juni 2005 handhaving door middel van een dwangsom aangezegd. Hiertegen is in bezwaar en beroep opgekomen, welke procedure is geëindigd in een uitspraak van de Raad van State op het hoger beroep van ‘MLS Recycling B.V.’, bij welke uitspraak die appellante in het ongelijk is gesteld.
2.3. MLS Recycling B.V. is een niet bestaande vennootschap.
2.4. Op 30 augustus 2007 heeft gedaagde een dwangbevel aangaande de verbeurde dwangsommen uitgevaardigd aan eiseres.
Daartegen heeft eiseres geen verzet aangetekend.
2.5. Uit hoofde van dat dwangbevel zijn in opdracht van gedaagde en ten laste van eiseres diverse executoriale derdenbeslagen gelegd.
3. Het geschil
3.1. De vordering van eiseres strekt ertoe:
- gedaagde te veroordelen om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis over te gaan tot opheffing van de namens gedaagde gelegde derdenbeslagen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 1.000,00 (met een maximum van EUR 100.000,00) voor elke dag en/of dagdeel dat gedaagde in gebreke blijft aan dit vonnis te voldoen;
- gedaagde te veroordelen tot betaling van een voorschot op de geleden en nog te lijden schade een bedrag van EUR 7.500,00, te vermeerderen met kosten en rente vanaf de datum waarop de derdenbeslagen zijn gelegd;
- gedaagde te veroordelen in de kosten van de procedure.
3.2. Gedaagde voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. De voorzieningenrechter gaat er - ondanks hetgeen de gemeente heeft aangevoerd teneinde bij de rechter een andere gedachte ingang te doen vinden - voorshands vanuit dat het besluit d.d. 16 juni 2005 van de gemeente (en de daarop gevolgde bestuursrechtelijke procedure, eindigend in de uitspraak van de Raad van State van 25 juli 2007) een andere vennootschap heeft betroffen dan eiseres. In dat licht bezien is voorshands dan ook de conclusie gerechtvaardigd dat het dwangbevel van 30 augustus 2007 niet jegens eiseres uitgevaardigd had mogen worden.
4.2. Het is evenwel een feit dat bedoeld dwangbevel jegens eiseres is uitgevaardigd.
Eiseres tracht in de onderhavige procedure de gevolgen van de voorshands aan te nemen fout van de gemeente af te wenden, maar daar kan zij naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet in slagen. Eiseres had immers tegen het dwangbevel van 30 augustus 2007 op de door de wet aangewezen (en in het dwangbevel genoemde) wijze kunnen opkomen, namelijk door binnen zes weken daartegen in verzet te komen. Nu zij dat heeft nagelaten, moet het dwangbevel geacht worden rechtskracht te hebben: door het verstrijken van de termijn zonder dat het rechtsmiddel is aangewend, heeft de titel rechtskracht verkregen. Een andere zienswijze van de voorzieningenrechter zou het gesloten systeem van rechtsmiddelen dat aan de wet ten grondslag ligt, op ontoelaatbare wijze uithollen.
4.3. Het vorenstaande brengt naar het oordeel van de voorzieningenrechter met zich dat de uit hoofde van het dwangbevel van 30 augustus 2007 gelegde derdenbeslagen niet ongerechtvaardigd zijn gelegd en dat daarin geen grond kan worden gevonden voor toekenning van de op basis daarvan gevorderde schadevergoeding.
4.4. Gelet op het vorenoverwogene worden de gevraagde voorzieningen afgewezen.
In de aard van de zaak ziet de voorzieningenrechter aanleiding de kosten te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
- wijst de gevraagde voorzieningen af;
- compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.A.M. Dijkers en in het openbaar uitgesproken op 14 december 2007.?