ECLI:NL:RBGRO:2007:BB5703
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen intrekking WAO-uitkering en vaststelling arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft eiseres, geboren op 9 mei 1973, beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) waarbij haar WAO-uitkering per 2 juli 2006 werd ingetrokken. Eiseres was werkzaam als ziekenverzorgende en had zich op 20 augustus 1998 ziek gemeld vanwege psychische klachten. In 1999 werd haar een WAO-uitkering toegekend met een arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Na een herbeoordeling door de bezwaararbeidsdeskundige en de bezwaarverzekeringsarts, werd de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 15 tot 25%. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en heeft beroep aangetekend.
De rechtbank Groningen heeft de zaak behandeld op 3 oktober 2007, waarbij eiseres in persoon verscheen, bijgestaan door haar gemachtigde J.S. Visser. De verweerder, UWV, werd vertegenwoordigd door J.A. Klaver. De rechtbank oordeelde dat de bezwaararbeidsdeskundige voldoende had gemotiveerd waarom de geduide functies geschikt waren voor eiseres, ondanks signaleringen. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen in stand, wat betekent dat de eerdere beslissing van het UWV niet werd teruggedraaid. Eiseres kreeg het betaalde griffiegeld vergoed en de proceskosten werden vastgesteld op € 6,-, die door het UWV aan eiseres moesten worden betaald.
De rechtbank concludeerde dat de medische gegevens geen aanknopingspunten boden voor een verdergaande beperking van eiseres dan de bezwaarverzekeringsarts had aangenomen. De rechtbank benadrukte dat de sociale omstandigheden van eiseres, hoewel belastend, niet voldoende waren om een medische urenbeperking aan te nemen. De rechtbank oordeelde dat eiseres in staat was om arbeid te verrichten die in overeenstemming was met haar vastgestelde medische beperkingen. De rechtbank heeft de zaak dus in het voordeel van eiseres beslist, maar met behoud van de rechtsgevolgen van het eerdere besluit van het UWV.