ECLI:NL:RBGRO:2007:BB5039
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.A. Flinterman
- K.R. Bosker
- L.C. Bosch
- Rechtspraak.nl
Ontheffing van het ouderlijk gezag van de moeder over haar minderjarig kind met benoeming van een neutrale voogdij
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 17 juli 2007 uitspraak gedaan over het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming om de moeder van het minderjarige kind A. te ontheffen van het ouderlijk gezag. De moeder heeft zich niet verzet tegen dit verzoek. De Raad heeft op 10 mei 2007 een verzoekschrift ingediend waarin werd verzocht om de ontheffing van het gezag en de benoeming van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (WSS) als voogd. De rechtbank heeft de zaak behandeld met gesloten deuren op 3 juli 2007, waarbij de procureur van de moeder, de vertegenwoordiger van de Raad en de WSS aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder van rechtswege belast is met het gezag over de minderjarige A., die in augustus 2003 onder toezicht is gesteld en op 11 maart 2004 in een pleeggezin is geplaatst. De ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing zijn verlengd tot 27 augustus 2007. De Raad heeft het verzoek tot ontheffing van het ouderlijk gezag gebaseerd op de onmacht van de moeder om haar zorgplicht te vervullen en het belang van A. dat zij in het pleeggezin kan blijven.
De rechtbank heeft overwogen dat het in het belang van A. is om in het pleeggezin te blijven, waar haar veiligheid gewaarborgd is. A. heeft aangegeven niet terug te willen naar haar ouders en de moeder heeft geen bezwaar gemaakt tegen de ontheffing. De rechtbank heeft daarom het verzoek toegewezen en de WSS benoemd tot voogdes over A., met de toezegging dat de moeder op de hoogte zal worden gehouden van het welbevinden van het kind. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.