ECLI:NL:RBGRO:2007:BB4418

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
3 juli 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 06/1516 BELEI
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning subsidie voor 2006 en de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders

In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 3 juli 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Bibliotheken Zuidoost Fryslân en het college van burgemeester en wethouders van Weststellingwerf. Eiser, de Stichting, had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, waarbij een eerder ingediend bezwaarschrift ongegrond was verklaard. Het geschil draaide om de toekenning van een subsidie van € 384.297,-- voor het jaar 2006, en de vraag of verweerder bevoegd was om een structurele verhoging van het subsidieplafond met € 50.000,-- door te voeren, evenals een verhoging van de huisvestingskosten met 1,5%.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeenteraad op 7 november 2005 de begroting voor 2006 en het subsidieplafond had vastgesteld op € 384.560,--. Indien verweerder de subsidie met € 50.000,-- zou verhogen, zou dit het subsidieplafond overschrijden, wat in strijd is met artikel 4:25, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelde dat verweerder niet bevoegd was om de gevraagde aanvullende subsidie toe te kennen en dat er geen grond was voor een beroep op het vertrouwensbeginsel. Eiser was eerder geïnformeerd over de begroting en had de gelegenheid om zijn zienswijze kenbaar te maken, maar had hiervan geen gebruik gemaakt.

De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarmee de beslissing van verweerder om de subsidie niet te verhogen werd bevestigd. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor overheidsorganen om binnen de vastgestelde begrotingen en subsidieplafonds te opereren, en dat toezeggingen aan subsidieaanvragers duidelijk moeten zijn en in overeenstemming met de vastgestelde beleidsplannen.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Bestuursrecht, meervoudige kamer
Zaaknummer: AWB 06/1516 BELEI
Uitspraak in het geschil tussen
Het bestuur van de Stichting Bibliotheken Zuidoost Fryslân, zetelend te Weststellingwerf, eiser
en
het college van burgemeester en wethouders van Weststellingwerf, verweerder.
1. ONDERWERP VAN GESCHIL
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 12 juni 2006
(kenmerk: 2006-000887/u/BZ), waarbij het door eiser tegen het besluit van verweerder van
30 november 2005 bij brief van 9 januari 2006 ingediende bezwaarschrift ongegrond is verklaard.
2. ZITTING
Het beroep is behandeld ter zitting van de meervoudige kamer van de rechtbank op
28 juni 2006. Eiser heeft zich ter zitting laten vertegenwoordigen door L. Postma.
Verweerder heeft zich ter zitting laten vertegenwoordigen door R. Steur.
3. RECHTSOVERWEGINGEN
Feiten en procesverloop
Bij besluit van 30 november 2005 heeft verweerder eiser € 384.297,-- subsidie toegekend voor het jaar 2006.
Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 9 januari 2006 op grond van artikel 7:1, eerste lid,
Awb bij verweerder een bezwaarschrift ingediend.
Na een op 30 mei 2006 gehouden hoorzitting heeft verweerder het door eiser ingediende bezwaarschrift ongegrond verklaard.
Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 20 juli 2006, aangevuld op 30 augustus 2006, beroep ingesteld bij de rechtbank Leeuwarden.
Bij brief van 20 september 2006 heeft verweerder een verweerschrift ingediend en de op de zaak betrekking hebbende stukken toegezonden.
Op de voet van artikel 8:13, eerste lid, Awb heeft de rechtbank Leeuwarden het beroep ter behandeling aan de rechtbank Groningen doorgezonden.
Afschriften van de gedingstukken zijn, voor zover niet door hen ingediend, aan partijen toegezonden.
Standpunten van partijen
Eiser kan zich niet vinden in het bestreden besluit omdat daarmee naar zijn mening voorbijgegaan wordt aan het positieve besluit van de gemeenteraad.
Tussen eiser, de gemeente en Corporatieholding Friesland hebben de nodige onderhandelingen plaatsgevonden over verhuizing van de bibliotheek van de locatie Dr. Dreeslaan 22 naar het Griffioenplein te Wolvega. Het gemeentebestuur was een groot voorstander van een verhuizing, enerzijds vanwege de realisatie van een nieuw centrum bij het gemeentehuis waarin de bibliotheek een plaats diende te krijgen, anderzijds vanwege de grote investeringen die aan het huidige pand van de bibliotheek nodig waren. Eiser was minder enthousiast omdat zij tevreden was met de huidige locatie en hij allerlei extra kosten voorzag. Om uit de impasse te geraken heeft de gemeentesecretaris bij brief van 5 oktober 2004 het voorstel gedaan om vanwege de verhuizing de subsidie aan de bibliotheek structureel te verhogen met € 50.000,--, een en ander onder voorbehoud van toestemming door de gemeenteraad. Eiser kon zich in dit voorstel vinden en stemde er mee in. Op 25 april 2005 heeft ook de gemeenteraad ingestemd met het voorstel van verweerder.
Besloten werd tot een structurele verhoging van het subsidieplafond met € 50.000,--, voor het eerst op te nemen in de exploitatiebegroting van 2006.
Tot grote verbazing van eiser werd bij besluit van 30 november 2005 echter subsidie verleend zonder dat rekening werd gehouden met voormeld bedrag van € 50.000,--.
Verweerder bleek bij de begroting van 2006 (tevens meerjarenbegroting 2006-2009) aan de gemeenteraad voorgesteld te hebben de structurele verhoging eerst met ingang van 2007 te laten ingaan. De gemeenteraad heeft dit onderdeel van de begroting als hamerstuk afgedaan, zich niet bewust van het feit dat hij daarmee in strijd handelde met zijn besluit van
25 april 2005.
Eiser is van mening dat van een overheidsorgaan mag worden verwacht dat het uitvoering geeft aan zijn besluiten. Vaststaat dat verweerder de subsidie aan eiser met € 50.000,-- heeft verhoogd met ingang van 2006 om eiser over de streep te trekken wat de verhuizing naar een nieuwe locatie betreft. Nu de gemeenteraad met dat voorstel op 25 april 2005 heeft ingestemd, is er voor verweerder geen weg meer terug. Hij kan zich niet verschuilen achter de door de gemeenteraad nadien vastgestelde begroting 2006.
Eiser heeft, zowel wat de locatie Wolvega als Noordwolde betreft, te maken met een jaarlijkse stijging van de huisvestingskosten zoals energie, schoonmaken, onderhoud en (alleen voor Noordwolde) met groot onderhoud. In verband met de verhuizing van de bibliotheek in Wolvega zijn nog geen nieuwe huisvestingscontracten opgemaakt.
Eiser acht het onder deze omstandigheden niet meer dan billijk dat voor het jaar 2006 de huisvestingskosten worden verhoogd met acres van 1,5%. Ook hier heeft verweerder vanaf gezien.
Verweerder heeft gesteld dat de gemeenteraad de subsidieplafonds vaststelt en dat hij niet de vrijheid heeft om in afwijking daarvan een positieve beslissing te nemen op een verzoek om extra subsidie.
Op 22 september 2004 heeft verweerder de beleidsvoornemens "Welzijn 2005-2008" voor de begroting 2005 bekend gemaakt. Op 8 november 2004 heeft de gemeenteraad de Programma begroting 2005 en het Meerjarenperspectief 2005-2008 vastgesteld.
In oktober 2005 heeft verweerder de beleidsvoornemens Welzijn voor de begroting 2006 en de beleidsvoornemens Welzijn 2006-2009 bekendgemaakt. De gesubsidieerde instellingen werden hierover geïnformeerd bij brief van 3 oktober 2005, voorzien van een toelichting per subsidieplafond in de ontwerpbegroting 2006.
Op 7 november 2005 heeft de gemeenteraad de Programmabegroting 2006 en het Meerjarenperspectief voor 2006-2009 vastgesteld, waaronder de beleidsvoornemens Welzijn.
Hiermee is de maximale omvang bepaald van de subsidies waarop eiser aanspraak heeft zowel in 2005, als in 2006.
Bij besluit van 25 april 2005 heeft de gemeenteraad ingestemd met het voorstel van verweerder om over te gaan tot een structurele verhoging van het subsidieplafond in 2006. Dit besluit hield verband met de voorgenomen verhuizing (ultimo 2006) van de bibliotheek .
Ten onrechte meent eiser dat hierdoor de aanspraak is vastgelegd op het volledige geraamde budget van € 50.000,00. Het ging hier niet om een ongeclausuleerde verhoging van het subsidieplafond over heel het jaar 2006, maar om een beginselbesluit dat betrekking had op de daadwerkelijke verhuizing en ervan uitging dat de huurovereenkomst in de loop van 2006 tot stand zou komen. Verweerder bestrijdt met klem dat de gemeenteraad dit onderdeel van de begroting als een hamerstuk heeft afgedaan.
Dit blijkt uit de passage op pagina 74 van de begroting 2006, onder nummer 510.1: "Huisvesting bibliotheek", luidend als volgt:
"Conform de afspraken die zijn gemaakt in het kader van de WCG-project (Griffioenpark) willen wij dat de bibliotheek verhuist naar het Griffioenpark. Vanaf 2007 is hiervoor een extra subsidie noodzakelijk van 50.000 euro (prijspeil 2004). Het betreft hier een toezegging waarvoor de raad reeds eerder inhoudelijk gezien zijn instemming heeft verleend"
Meermalen is uitgelegd dat de gemeenteraad rekening heeft willen houden met een structurele verhoging van de subsidie voor huisvestingskosten. Het staat buiten twijfel dat de gemeenteraad deze subsidie pas uitbetaald wenst te zien nadat de oplevering van de nieuwe huisvesting zijn beslag heeft gekregen én de verhuizing van de bibliotheek een feit is. De gemeenteraad is daarbij niet uitgegaan van uitbetaling in 2006, maar voor het eerst in 2007 en heeft daarover een bewust besluit genomen.
Het is onjuist dat de subsidie zou zijn verhoogd met ingang van 2006 om de bibliotheek over de streep te trekken. Van meet af aan heeft verweerder in samenspraak met de gemeenteraad zich de nodige moeite getroost om de verhuizing van de bibliotheek naar het Griffioenplein financieel mogelijk te maken, ondanks de moeilijke begrotingspositie van de gemeente.
Het staat buiten twijfel dat er altijd een directe relatie is gelegd tussen de verhuizing en de kostenverhoging die daarmee gepaard.
Hoewel er nog geen nieuwe huisvestingskosten zijn gemaakt is eiser van mening dat de huisvestingskosten voor 2006 dienen te worden verhoogd met 1,5 %.
Verweerder deelt die mening niet. De hoogte van budgetsubsidies, exclusief huisvestingskosten, wordt jaarlijks bijgesteld aan de hand van de prognose van inflatie op basis van het consumentenprijsindexcijfer voor huishoudens (CPI). In overeenstemming hiermee is het bedrag van de subsidie (exclusief huisvestingskosten) in de begroting voor 2006 verhoogd met 1,5% (CPI) ten opzichte van 2005. Voor 2006 resulteerde dit in een budgetbedrag van € 384.560,--.
Bij het vaststellen van de productenraming heeft de gemeenteraad het subsidieplafond vastgesteld op € 380.00,00, exclusief kapitaallasten. Via de Voorjaarsnota werd daarbij een inflatiecorrectie opgeteld van € 4.560,-- waardoor uiteindelijk € 384.297,00 werd toegekend.
Beoordeling
Bij het thans bestreden besluit heeft verweerder het tegen zijn besluit van 30 november 2005 ingediende bezwaarschrift ongegrond verklaard. Het geschil spitst zich toe op de beantwoording van de vraag of verweerder heeft kunnen besluiten:
-niet over te gaan tot een structurele verhoging met € 50.000,-- teneinde te voorzien in de extra kosten van huisvesting en
-niet over te gaan tot verhoging van de huisvestingskosten over 2006 met 1,5 %.
De rechtbank overweegt dienaangaand als volgt.
Verweerder heeft de aan eiser toegekende subsidie van € 384.297,-- als volgt berekend:
-Subsidie voor 2006 exclusief huisvestingskosten € 318.727,--
-Subsidie huisvestingskosten 2006 € 65.570,--
Artikel 4:25, tweede lid, Awb bepaalt dat een subsidie wordt geweigerd voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.
De rechtbank stelt vast dat de gemeenteraad in zijn openbare vergadering van 7 november 2005 onder meer de begroting 2006 heeft vastgesteld en het subsidieplafond heeft bepaald.
In de "tekstuele toelichting per subsidieplafond in de ontwerpbegroting 2006" staat met betrekking tot de openbare bibliotheek het navolgende geschreven:
"De bibliotheek gaat verhuizen naar het Wolvega Centrum Oost (WCO) aan het Griffioenplein. Dit is een uitgelezen kans om de bibliotheek nieuwe stijl vorm te geven, maar brengt ook een kostenverhoging van de huisvesting met zich mee. Daarom wordt voor de toegenomen huisvestingslasten in het nieuwe WCO-complex de subsidie aan de bibliotheek verhoogd met € 50.000,00. Dit bedrag wordt structureel gereserveerd, in het kader van nieuw beleid en komt bovenop de bestaande subsidie. Overeenkomstig de subsidieovereenkomst wordt het bedrag in de begroting met 1,2 % (CPII) verhoogd ten opzichte van 2005. Voor 2006 geldt een subsidiebedrag van € 384.560,00."
De rechtbank stelt vast dat de hoogte van het subsidieplafond € 384.560,-- bedraagt.
Indien verweerder de subsidie 2006 met € 50.000,-- zou verhogen en de huisvestingskosten met 1,5% zou verhogen zou dat betekenen dat het subsidieplafond wordt overschreden, hetgeen in strijd met het bepaalde in artikel 4:25, tweede lid, Awb is te achten.
Het vorenstaande leidt de rechtbank tot het oordeel dat verweerder niet bevoegd is de (aanvullende) subsidie die eiser heeft verzocht toe te kennen. Voorts is niet gebleken van enige grond voor een gerechtvaardigd beroep op het vertrouwensbeginsel. Verweerder heeft eiser reeds bij brief van 3 oktober 2005 in kennis gesteld van het voorstel van burgemeester en wethouders van Weststellingwerf ten aanzien van de begroting voor het jaar 2006 en het meerjarenprogramma voor de jaren 2006 tot en met 2009. In de toelichting op het voorstel staat ook het subsidiebedrag voor 2006 vermeldt. Bij deze brief is eiser ook in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze kenbaar te maken van welke gelegenheid hij geen gebruik heeft gemaakt. Dat eiser dat niet heeft gedaan omdat hij de toelichting anders heeft begrepen komt voor rekening en risico van eiser. Anders dan eiser is de rechtbank van oordeel dat uit deze toelichting niet blijkt dat het daar vermelde bedrag nog wordt verhoogd met € 50.000,--. Het beroep dient dan ook ongegrond te worden verklaard.
4. BESLISSING
De rechtbank Groningen,
RECHT DOENDE,
verklaart het beroep ongegrond
Aldus gegeven door mrs. M.P. den Hollander, voorzitter, M.W. de Jonge en P. Mendelts en in het openbaar door de voorzitter uitgesproken op 3 juli 2007, in tegenwoordigheid van mr. H.A. Hulst als griffier.
De griffier, De voorzitter,
De rechtbank wijst er op dat belanghebbenden binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak daartegen hoger beroep kunnen instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019,2500 EA in Den Haag.
Afschrift verzonden op:
typ: HtH.