ECLI:NL:RBGRO:2007:BB2643

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
31 augustus 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
96190 / KG ZA 07-278
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vereisten voor ondertekening offertes in aanbestedingsprocedure

In deze zaak gaat het om een kort geding tussen Haskoning Nederland B.V. en het Havenschap Delfzijl/Eemshaven, vertegenwoordigd door Groningen Seaports. Haskoning heeft deelgenomen aan een aanbestedingsprocedure voor een raamovereenkomst voor het leveren van ingenieursdiensten ten behoeve van het Energy Park Eemshaven. De aanbestedende dienst, Groningen Seaports, had als knock-outcriterium gesteld dat de offerte ondertekend moest zijn door een daartoe bevoegde persoon, met een procuratie die minimaal gelijk is aan de geraamde waarde van de deelopdrachten, die op minimaal EUR 2,0 miljoen was vastgesteld.

Haskoning heeft haar offerte ingediend, maar deze werd ongeldig verklaard omdat de ondertekenaar niet over de vereiste procuratie zou beschikken. Haskoning vorderde in kort geding dat Groningen Seaports haar zou toelaten tot de aanbestedingsprocedure en dat de gunning aan andere inschrijvers zou worden verboden. De voorzieningenrechter oordeelde dat de geraamde minimale waarde van de deelopdrachten niet als de waarde van de raamovereenkomst kon worden aangemerkt, en dat Groningen Seaports de offerte van Haskoning ten onrechte ongeldig had verklaard.

De voorzieningenrechter gebiedt Groningen Seaports om Haskoning toe te laten tot de aanbestedingsprocedure en verbiedt de definitieve gunning van de raamovereenkomst aan de reeds geselecteerde inschrijvers totdat de offerte van Haskoning definitief is beoordeeld. Tevens wordt Groningen Seaports veroordeeld in de proceskosten van Haskoning, die zijn begroot op EUR 1.137,85. Dit vonnis is uitgesproken op 31 augustus 2007.

Uitspraak

de besloten vennootschap
HASKONING NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
eiseres,
procureur mr. P.E. Mazel,
advocaat mr. D. Vainas te 's-Gravenhage,
tegen
het rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam
HAVENSCHAP DELFZIJL/EEMSHAVEN, h.o.d.n. GRONINGEN SEAPORTS,
gevestigd te Delfzijl,
gedaagde,
vertegenwoordigd door drs. H. Dijkgraaf (schriftelijke volmacht).
Partijen zullen hierna Haskoning en Groningen Seaports genoemd worden.
1. De procedure
[...]
2. De feiten
2.1. Groningen Seaports is een Europese aanbestedingprocedure gestart voor de selectie van minimaal drie en maximaal vijf ondernemers voor het deelnemen aan een raamovereenkomst. Deze raamovereenkomst faciliteert tot de aanbesteding van circa 20 deelopdrachten voor het leveren van ingenieursdiensten ten behoeve van de inrichting van het Energy Park Eemshaven, waarop de geselecteerde deelnemers vervolgens mogen inschrijven gedurende een periode van vier jaar. Groningen Seaports kan op deze manier de komende vier jaar zaken doen met aan haar bekende ondernemers.
2.2. Op de gevolgde aanbestedingsprocedure is het Besluit Aanbestedingsregels voor Speciale Sectoren van 16 juli 2005 (BASS) van toepassing. In artikel 14 lid 4 BASS is het volgende bepaald:
Bij de berekening van de waarde van een raamovereenkomst of een dynamisch aankoopsysteem gaat de aanbestedende dienst uit van de geraamde maximale waarde, exclusief omzetbelasting, van alle voor de totale duur van de raamovereenkomst of van het dynamisch aankoopsysteem voorgenomen opdrachten.
2.3. In het aanbestedingsdocument heeft Groningen Seaports onder meer het volgende bepaald:
1.10 Raamcontract
Contract tussen opdrachtgever en drie contractanten met een looptijd van vier jaren (48 maanden). In het raamcontract zijn de kernbedingen vastgelegd die van toepassing zijn op de levering van ingenieursdiensten ten behoeve van inrichting van Energy Park Eemshaven in de gemeente Eemsmond. (…)
3.2.2 Locatie Energy Park Eemshaven
De uitvoering van het aantal deelprojecten zal onder andere afhangen van de ontwikkeling en groei van Energy Park Eemshaven. Indien, om welke reden dan ook, de gevraagde en gewenste ontwikkeling van Energy Park Eemshaven geen voortgang kan vinden, behoudt opdrachtgever zich het recht voor om op basis van het raamcontract geen deelovereenkomsten meer te sluiten zonder enig recht op schadevergoeding.
3.2.3 Procedure gunning van een deelopdracht
(…)
Er is geen sprake van een afnameverplichting voor zover opdrachtgever in staat is de diensten/werkzaamheden met eigen personeel uit te voeren. In de navolgende gevallen geldt in ieder geval ook geen afnameverplichting voor opdrachtgever en staat het hem vrij de deelopdracht te gunnen aan een derde die geen partij is bij het raamcontract:
(…)
3.2.5 Totale waarde van de deelopdrachten
Aangezien het aantal en de inhoud van de deelopdrachten/deelprojecten op dit moment nog niet vastligt, en de groei en ontwikkeling van het Energy Park een onzekere factor is, is het voor opdrachtgever lastig om een raming van de totaalwaarde van de deelopdrachten tezamen aan te geven. Opdrachtgever kan wel aangeven dat de geraamde totaalwaarde minimaal EUR 2,0 miljoen zal bedragen.
5.3.1 Knock-outcriteria
Voor het beoordelen van de offertes hanteert de opdrachtgever de volgende knock outcriteria:
(…)
- de offerte is ondertekend door een rechtsgeldig bevoegde c.q. geautoriseerde persoon (blijkend uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel);
(…)
2.4. Op 4 juli 2007 heeft Haskoning ingeschreven op de aanbesteding voor deelname aan de raamovereenkomst voor het leveren van ingenieursdiensten. De inschrijvingsdocumenten van Haskoning zijn ondertekend door [naam] in zijn hoedanigheid van Divisie Directeur Ruimtelijke Ontwikkeling. De offerte is mede ingediend namens [naam], Divisie Directeur Infrastructuur & Transport, die de offerte echter niet heeft ondertekend. De procuratieregeling ten aanzien van [naam Divisie Directeur R.O.] en [naam Divisie Directeur I. & T.] luidt als volgt:
PROCURATIE teneinde de vennootschap te vertegenwoordigen, voor haar rechten op te komen en haar belangen te behartigen, door middel van het uitbrengen van offertes en aanvaarden van adviesopdrachten binnen de doelstellingen van de vennootschap en al datgene wat nodig is voor de richtige uitvoering daarvan tot ten hoogste EUR 1.000.000 excl. BTW (of de tegenwaarde daarvan in vreemde valuta) per opdracht (…).
2.5. Op 6 juli 2007 is namens Groningen Seaports schriftelijk aan Haskoning onder meer het volgende medegedeeld:
Tot onze spijt hebben wij moeten constateren dat uw offerte niet voldoet aan het knock outcriterium “de offerte is ondertekend door een rechtsgeldig bevoegde c.q. geautoriseerde persoon (blijkend uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel)”.
Op grond van het ingeleverde uittreksel van de KvK wordt duidelijk dat [naam Divisie Directeur R.O. naam Divisie Directeur I. & T.] gevolmachtigd zijn met een beperkte volmacht (…) voor een bedrag van EUR 1.000.000, zegge één miljoen euro, als het gaat om het uitbrengen van offertes.
In het aanbestedingsdocument is (…) aangegeven dat de geraamde waarde van de opdracht minimaal EUR 2,0 miljoen zal bedragen. Dit houdt in dat de ondertekenaar van de offerte rechtsgeldig ondertekend heeft als hij over een financieel mandaat beschikt voor het uitbrengen van offertes dat minimaal gelijk is aan de geraamde waarde van de opdracht. (…)
Op grond van deze constatering is de conclusie getrokken dat de door u ingediende offerte niet voldoet aan de knock outcriteria en dus niet als een geldige offerte is te kwalificeren. Uw aanbieding wordt derhalve van verdere deelname aan de aanbestedingsprocedure uitgesloten.
3. Het geschil
3.1. Haskoning vordert samengevat – dat Groningen Seaports wordt verboden de raamovereenkomsten definitief te gunnen aan de vier reeds geselecteerde inschrijvers, alsmede dat Groningen Seaports wordt geboden dat zij Haskoning onmiddellijk toelaat tot de aanbesteding voor het deelnemen aan de raamovereenkomst. Haskoning voert aan dat de procuratie van [Divisie Directeur R.O.] voldoende was, aangezien het sluiten van de raamovereenkomst op zichzelf geen waarde heeft. Groningen Seaports had de inschrijving van Haskoning daarom niet ongeldig mogen verklaren.
3.2. Groningen Seaports voert verweer en stelt dat de minimale waarde van de deelopdrachten EUR 2,0 miljoen bedraagt en dat een offerte daarom slechts door een bevoegd persoon ondertekend is, indien de procuratie van die persoon minimaal een bedrag van EUR 2,0 miljoen beloopt.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Eén van de knock outcriteria is de ondertekening van de offerte door een rechtsgeldig bevoegde persoon. Dit criterium koppelt de hoogte van de procuratie niet expliciet aan de waarde van de raamovereenkomst. Groningen Seaports geeft echter wel deze invulling hieraan. De vraag die derhalve beantwoord dient te worden is de vraag of aan de raamovereenkomst een waarde van minimaal EUR 2,0 miljoen dient te worden toegekend. De voorzieningenrechter overweegt dienaangaande het volgende.
4.2. Groningen Seaports voert aan dat de minimale waarde van de deelopdrachten EUR 2,0 miljoen bedraagt. Uit artikel 14 lid 4 BASS volgt dat de maximale waarde van de deelopdrachten tezamen de waarde bepalen van de raamovereenkomst. De voorzieningenrechter constateert echter dat Groningen Seaports in het aanbestedingsdocument heeft vermeld dat de waarde van de deelopdrachten nog onzeker is. Derhalve is in artikel 3.2.5 van het aanbestedingsdocument opgenomen wat de geraamde minimale waarde is van de deelopdrachten. De vraag is of de geraamde minimale waarde van de deelopdrachten voldoende bepaalbaar is om te kunnen worden gekwalificeerd als de waarde van de raamovereenkomst.
Groningen Seaports voert dienaangaande aan dat de waarde van de deelopdrachten op dit moment nog onbepaalbaar is, omdat dit afhankelijk is van een aantal onzekere factoren, zoals de wensen van de klanten van Groningen Seaports. Deze waarde kan daarom meer of minder worden.
Tevens blijkt uit de artikelen 3.2.2 en 3.2.3 van het aanbestedingsdocument expliciet dat Groningen Seaports zich het recht voorbehoudt geen deelopdrachten aan te besteden en dat er ook overigens geen afnameverplichting bestaat voor Groningen Seaports. De voorzieningenrechter acht daarom de stelling van Groningen Seaports dat zij verplicht is tot het aanbesteden van de deelopdrachten niet in overeenstemming met de inhoud van het aanbestedingsdocument. Het is derhalve onzeker of de deelopdrachten tezamen uiteindelijk een waarde van EUR 2,0 miljoen zullen vertegenwoordigen en daarom is de voorzieningenrechter van oordeel dat de geraamde minimale waarde van de deelopdrachten slechts een verwachting is en geen vaststaand gegeven.
4.3. Gelet op het vorenoverwogene is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat in dit geval de geraamde minimale waarde van de deelopdrachten niet als de waarde van de raamovereenkomst aangemerkt kan worden. De raamovereenkomst is op dit moment van onbepaalde waarde. Dat Groningen Seaports de facto hiervan ook uitgaat, blijkt uit haar ter zitting gedane mededeling dat, indien de waarde van de deelopdrachten hoger blijkt te zijn dan EUR 2,0 miljoen, achteraf niet naar de procuratie wordt gekeken, ook niet als die dan achteraf niet blijkt te voldoen aan de pas dan definitief vast te stellen waarde van de raamovereenkomst. De conclusie moet daarom luiden dat de geraamde minimale waarde van de deelopdrachten geen invloed heeft op de vereiste procuratie.
De voorzieningenrechter overweegt derhalve dat Groningen Seaports de door haar gewenste vereiste procuratie expliciet in het aanbestedingsdocument had moeten opnemen om daar gevolgen voor de geldigheid van uitgebrachte offertes aan te kunnen verbinden.
4.4. Op grond van het voorgaande komt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat uit de raamovereenkomst niet genoegzaam duidelijk blijkt dat Groningen Seaports de intentie heeft gehad om aan de procuratie de eis te stellen dat deze een minimale waarde van EUR 2,0 miljoen beliep. De voorzieningenrechter is derhalve van oordeel dat Groningen Seaports de offerte van Haskoning ten onrechte ongeldig heeft verklaard. De voorzieningenrechter zal Groningen Seaports daarom gebieden Haskoning toe te laten tot de aanbestedingsprocedure met betrekking tot het deelnemen aan de raamovereenkomst. Gelet hierop zal Groningen Seaports worden verboden om de raamovereenkomst definitief te gunnen aan de vier reeds geselecteerde inschrijvers tot het moment dat de offerte van Haskoning definitief beoordeeld is.
4.5. Groningen Seaports zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Haskoning worden begroot op:
- dagvaarding EUR 70,85
- vast recht 251,00
- overige kosten 0,00
- salaris procureur 816,00
Totaal EUR 1.137,85
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. gebiedt Groningen Seaports Haskoning toe te laten tot de aanbestedingsprocedure voor het deelnemen aan een raamovereenkomst voor het leveren van ingenieursdiensten ten behoeve van de inrichting van het Energy Park Eemshaven,
5.2. verbiedt Groningen Seaports de raamovereenkomst voor het leveren van ingenieursdiensten ten behoeve van de inrichting van het Energy park Eemshaven definitief te gunnen aan de vier reeds geselecteerde inschrijvers, tot het moment dat de offerte van Haskoning definitief beoordeeld is,
5.3. veroordeelt Groningen Seaports in de proceskosten, aan de zijde van Haskoning tot op heden begroot op EUR 1.137,85,
5.4. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.B.M. Keurentjes en in het openbaar uitgesproken op 31 augustus 2007.?