ECLI:NL:RBGRO:2007:BB2632
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank in subsidiegeschil onder de Kaderwet EZ-subsidies
In deze zaak heeft eiseres, een onderneming gevestigd te Groningen, beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken met betrekking tot een projectvoorstel ingediend in het kader van het Programma Samenwerking Oost-Europa (PSO). De Staatssecretaris heeft het voorstel niet in behandeling genomen, wat eiseres als onterecht beschouwt. De rechtbank Groningen heeft de zaak behandeld op 19 april 2007, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. M. Sanna, en de verweerder door mr. B.B. Zuiderwijk. De rechtbank oordeelt dat de overeenkomst die in het kader van het PSO is gesloten, moet worden aangemerkt als een subsidieovereenkomst volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeert dat de investeringsbijdrage die eiseres heeft aangevraagd, moet worden gekwalificeerd als subsidie in de zin van artikel 4:21 Awb. Echter, de rechtbank verklaart zich onbevoegd om de zaak te behandelen, omdat volgens artikel 9 van de Kaderwet EZ-subsidies beroep moet worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. De rechtbank wijst erop dat de beslissing van de Staatssecretaris van Economische Zaken als een besluit in de zin van artikel 1:3 Awb moet worden beschouwd, maar dat de rechtsgang niet bij de rechtbank kan plaatsvinden. De rechtbank heeft de zaak doorgezonden naar het College van Beroep voor het bedrijfsleven, waarbij partijen binnen zes weken hoger beroep kunnen instellen.