ECLI:NL:RBGRO:2007:BA3320

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
12 april 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
182276
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot voorlopige machtiging tot verblijf in psychiatrisch ziekenhuis

Op 12 april 2007 heeft de Rechtbank Groningen uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek tot het verlenen van een voorlopige machtiging op basis van artikel 2 van de Wet BOPZ. Het verzoek was ingediend door de officier van justitie op 6 april 2007, met als doel de heer A, hierna te noemen betrokkene, verder te doen verblijven in een psychiatrisch ziekenhuis. De rechtbank heeft de betrokkene, zijn raadsman mr. P.T. Bakker, een psychiater en een verpleegkundige gehoord. Uit de overgelegde geneeskundige verklaring bleek dat betrokkene lijdt aan een bipolaire stoornis in combinatie met progressief cognitief functieverlies, wat hem gevaarlijk maakt voor zichzelf en anderen.

De raadsman pleitte voor afwijzing van het verzoek, stellende dat betrokkene thuis kan verblijven mits er meer zorg wordt geregeld. De rechtbank oordeelde echter dat de geestelijke stoornis van betrokkene, in combinatie met zijn gebrek aan inzicht in zijn beperkingen en zijn impulscontroleproblemen, een gevaar voor zowel hemzelf als zijn omgeving met zich meebracht. Extra zorg in de thuissituatie zou niet voldoende zijn om de onverwachte uitingen van de geestelijke stoornis te beheersen.

De rechtbank concludeerde dat het gevaar niet door tussenkomst van personen of instellingen buiten een psychiatrisch ziekenhuis kan worden afgewend en dat betrokkene geen blijk geeft van bereidheid om zich in een psychiatrisch ziekenhuis te laten opnemen. Daarom werd het verzoek toegewezen en werd een voorlopige machtiging verleend, die de bevoegdheid geeft om betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis te doen verblijven tot en met 11 oktober 2007. Deze beschikking werd in het openbaar uitgesproken door K.R. Bosker, bijgestaan door de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Civielrecht
Zaaknr.: 182276
93413 Fark 07-694
beschikking d.d. 12 april 2007
van de Rechtbank Groningen naar aanleiding van het door de officier van justitie op 6 april 2007 ingediende verzoek tot het verlenen van een voorlopige machtiging om:
de heer A, verder te noemen betrokkene,
verder te doen verblijven in een psychiatrisch ziekenhuis.
PROCESGANG
Bij het verzoek is overgelegd een geneeskundige verklaring.
Tevens is overgelegd een behandelingsplan en een bericht over de staat van uitvoering daarvan.
De rechtbank heeft op 12 april 2007 de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door mr. P.T. Bakker, raadsman van betrokkene,
- [...], psychiater, verbonden aan Lentis/Dignis, locatie Winschoten,
- [...], verpleegkundige.
RECHTSOVERWEGINGEN
Uit de geneeskundige verklaring en het verhoor is gebleken dat betrokkene lijdt aan een stoornis van de geestvermogens. Er is sprake van een bipolaire stoornis in combinatie met progressief cognitief functieverlies (waarschijnlijk op basis van multi infarct brein).
De raadsman heeft gepleit voor afwijzing van het verzoek omdat betrokkene naar verwachting thuis kan verblijven indien aldaar meer zorg wordt geregeld.
De rechtbank is van oordeel dat vast is komen te staan dat deze stoornis betrokkene gevaar doet veroorzaken voor zichzelf en voor anderen. Betrokkene overschat eigen kunnen en heeft geen inzicht in zijn beperkingen. Vooral niet wanneer ontremd wanneer de apraxie juist toeneemt. Betrokkene heeft impulscontrole problemen met verbale maar ook fysiek agressieve uitbarstingen. Betrokkene heeft geen inzicht in de beperkingen die echtgenote heeft door een recent CVA.
Extra zorg in de thuissituatie zou afdoende kunnen zijn voor de zorgen met betrekking tot de fysieke gezondheid van betrokkene en zijn echtgenote echter niet voor de onverwachte uitingen van de geestelijke stoornis.
Gebleken is voorts, dat het gevaar niet door tussenkomst van personen of instellingen buiten een psychiatrisch ziekenhuis kan worden afgewend.
Betrokkene geeft geen blijk van de nodige bereidheid zich in een psychiatrisch ziekenhuis te doen opnemen.
Het verzoek zal dan ook worden toegewezen.
BESLISSING
De rechtbank:
verleent een voorlopige machtiging als bedoeld in art. 2 Wet Bopz, welke machtiging de bevoegdheid geeft om betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis te doen verblijven tot en met 11 oktober 2007.
Deze beschikking is gegeven door K.R. Bosker, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken op 12 april 2007.