ECLI:NL:RBGRO:2006:AZ9237
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Waardering onroerende zaak restaurant in WOZ-zaak
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Groningen, staat de waardering van een onroerende zaak, specifiek een restaurant, centraal. De rechtbank heeft op 20 december 2006 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiseres, de gebruiker en eigenaar van het restaurant, en de heffingsambtenaar van de gemeente Groningen. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak vastgesteld op € 499.440,-, na een eerdere waardering van € 537.280,-. Eiseres was het niet eens met deze waardering en had beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 29 november 2006 werd de bewijslast inzake de waarde van de onroerende zaak besproken. De heffingsambtenaar had een taxatierapport overgelegd, opgesteld door taxateur H.D. Kroon, waarin de waarde van de onroerende zaak werd onderbouwd. De rechtbank oordeelde dat de waarde van de extra grond, die als aanhorige grond werd aangemerkt, op correcte wijze was betrokken in de WOZ-waardebepaling. De rechtbank concludeerde dat de extra grond een meerwaarde oplevert, ook al was het niet mogelijk om deze apart te verkopen.
De rechtbank verwierp de argumenten van eiseres en oordeelde dat de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum correct had vastgesteld. De rechtbank nam daarbij in overweging dat de vergelijkingsobjecten, die in het taxatierapport waren opgenomen, voldoende vergelijkbaar waren met de onroerende zaak. De uitspraak van de Rechtbank 's-Gravenhage, waar eiseres naar verwees, leidde niet tot een ander oordeel, omdat de rechtbank in deze zaak wel inzichtelijk had gemaakt hoe de waarde was bepaald.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en gaf aan dat partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep konden instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden of beroep in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden, mits de wederpartij schriftelijk instemde. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door de voorzitter, mr. M.P. den Hollander, in aanwezigheid van de griffier.