ECLI:NL:RBGRO:2006:AZ4417
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.A. Flinterman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot plaatsing van baby in pleeggezin vanwege moeder's verslavingsproblematiek en lopend onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Groningen op 24 oktober 2006 uitspraak gedaan in een kwestie betreffende de plaatsing van een baby in een pleeggezin. De moeder van de baby, die verslaafd is en in een psychiatrisch ziekenhuis verblijft, had verzocht om samen met haar baby te worden geplaatst in een beschermde woonvorm. De LJ&R had echter een aanwijzing afgegeven om de baby in een perspectiefbiedend pleeggezin te plaatsen, wat werd geïnterpreteerd als een verzoek om een machtiging voor plaatsing. De kinderrechter heeft dit verzoek afgewezen, in afwachting van een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming naar de noodzaak van een definitieve kinderbeschermingsmaatregel.
De kinderrechter overwoog dat de moeder niet in staat geacht kan worden om de opvoedingsverantwoordelijkheid voor de baby te dragen, gezien haar verslavingsproblematiek en het feit dat zij zich onttrokken heeft aan noodzakelijke hulpverlening. De Raad voor de Kinderbescherming had eerder vastgesteld dat de moeder niet in staat was om de basale zorg en veiligheid voor de baby te bieden. De kinderrechter benadrukte dat de veiligheid van de baby gewaarborgd moet worden en dat de Raad in de komende weken moet onderzoeken of er een definitieve maatregel nodig is.
De uitspraak is in lijn met de relevante wetgeving, waaronder artikel 1:247 BW en de uitleg van het EHRM met betrekking tot de artikelen 6 en 8 van het EVRM. De kinderrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ondanks eventuele rechtsmiddelen die tegen de uitspraak kunnen worden aangewend.