RECHTBANK GRONINGEN
Sector strafrecht
parketnummers: 630388-06 en 654503-05
datum uitspraak: 2 november 2006
raadsman: mr. D.C. Keuning
van de rechtbank te Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 19 oktober 2006.
Aan de verdachte is ten laste gelegd: dat
hij in of omstreeks de pleegperiode van 1 mei 2006 tot en met 10 juli 2006, in
het arrondissement Groningen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, immers heeft
verdachte en/of zijn mededader(s) in of streeks genoemde periode, na te melden
goederen verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en/of
zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van
die goederen wist(en) dat het door misdrijf verkregen goederen betrof:
1. 2 cv-ketels en/of 13, althans een hoeveelheid (design)radiatoren, (gestolen
in of omstreeks de periode van 28 tot en met 29 mei 2006) en/of
2. een laptop (merk Hewlett Packard), (gestolen op of omstreeks 2 juli 2006)
en/of
3. een laptop (merk Fujitsu-Siemens), (gestolen op of omstreeks 8 juli 2006)
en/of
4. een flatscreen (merk Packard Bell), een mini computerkast, een externe
hard schijf, een slijpmachine en/of een boormachine (Hitachi) met
bijbehorende boormachinekoffer, (gestolen op of omstreeks de periode van 9 tot
en met 10 juli 2006) en/of
5. 23, althans meerdere I-pods (model Special Edition U2 en/of model 30
Gigabyte en/of model 60 Gigabyte) en/of een digitale camera (merk Sony),
(gestolen in of omstreeks de periode van 29 juni 2006 tot en met 8 juli 2006);
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2006 tot en met 10 juli 2006 in het
arrondissement Groningen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op
verschillende tijdstippen, in elk geval eenmaal, (telkens)
- 2 cv-ketels en/of 13, althans een hoeveelheid (design)radiatoren, (gestolen
in of omstreeks de periode van 28 tot en met 29 mei 2006) en/of
- een laptop (merk Hewlett Packard), (gestolen op of omstreeks 2 juli 2006)
en/of
- een laptop (merk Fujitsu-Siemens), (gestolen op of omstreeks 8 juli 2006)
en/of
- een flatscreen (merk Packard Bell), een mini computerkast, een externe hard
schijf, een slijpmachine en/of een boormachine (Hitachi) met bijbehorende
boormachinekoffer, (gestolen op of omstreeks de periode van 9 tot en met 10
juli 2006) en/of
- 23, althans meerdere I-pods (model Special Edition U2 en/of model 30
Gigabyte en/of model 60 Gigabyte) en/of een digitale camera (merk Sony),
(gestolen in of omstreeks de periode van 29 juni 2006 tot en met 8 juli 2006);
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij
en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen
van genoemde goederen (telkens) wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen
goed(eren) betrof;
hij in of omstreeks de maand augstus 2005 in het arrondissement Groningen, in
elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens)
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
(telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse
hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels, na te melden personen heeft bewogen tot de
afgifte van na te melden geldbedragen, in elk geval van enig goed,
1. [slachtoffer], wonende te Hilversum, een geldbedrag van 199 euro en/of
2. [slachtoffer], wonende te Hoogeveen, een geldbedrag van 225 euro en/of
3. [slachtoffer], wonende te 's-Gravenzande, een geldbedrag van 225 euro
en/of
4. [slachtoffer], wonende te Nistelrode, een geldbedrag van 450 euro
en/of
5. [slachtoffer], wonende te Oss, een geldbedrag van 450 euro en/of
6. [slachtoffer], wonende te 's-Gravendeel, een geldbedrag van 450 euro
en/of
7. [slachtoffer], wonende te 's-Gravenhage, een geldbedrag van 300 euro en/of
8. [slachtoffer], wonende te Steenwijk, een geldbedrag van 450 euro en/of
9. [slachtoffer], wonende te Emmen, een geldbedrag van 100 euro,
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met
vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk
en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
- onder de naam "Stuntparadijs" een advertentie geplaatst op de website(s)
www.marktplaats.nl en/of www.speurders.nl en/of
- in de advertentie een mobiele telefoon en/of een navigatiesysteem en/of een
I-pod te koop aangeboden en/of
- in de advertentie als contactpersoon/adverteerder de naam [medeverdachte]
opgegeven en/of (vervolgens)
- op het moment dat er telefonisch en/of via de e-mail werd gereageerd op de
advertentie zich bekend gemaakt als "[medeverdachte]" en/of "[medeverdachte]" en/of
(vervolgens)
- op het moment dat er overeenstemming was bereikt over de koopprijs, de
koper heeft verzocht het overeengekomen geldbedrag en/of een deel van het
overeengekomen gelbedrag als aanbetaling over te maken op rekeningnummer
9532960 ten name van [medeverdachte], onder toezegging dat het gekochte goed
zou worden toegestuurd zodra het geld gestort was,
waardoor voornoemde personen (telkens) werden bewogen tot bovenomschreven
afgifte;
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1 primair en het onder 2 tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, alsmede de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter d.d. 30 januari 2006 voorwaardelijk opgelegde straf.
De rechtbank grondt haar overtuiging dat verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde heeft begaan op de verklaringen van de medeverdachte [.] en de getuigen [.] en [.] alsmede de door verdachte bij de politie afgelegde verklaringen, waarin hij met betrekking tot de zaken genoemd onder 1, 4 en 5 aangeeft dat hij wist dat dit geen zuivere koffie was. Met betrekking tot de zaken genoemd onder 2 en 3 is voor de rechtbank maatgevend voor haar overtuiging dat verdachte - werkend in een op dit vlak kwetsbare business – danwel geen bon van de pandtransactie heeft opgemaakt, danwel een goed in pand heeft genomen waarvan, volgens de constatering in het proces-verbaal van de politie, het serienummer verwijderd was.
De rechtbank grond haar overtuiging dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan op de aangiftes en de verklaringen van de medeverdachten [.] en [.].
De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair en het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de pleegperiode van 1 mei 2006 tot en met 10 juli 2006, in
het arrondissement Groningen,
tezamen en in vereniging met anderen,
een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, immers heeft
verdachte en zijn mededaders in genoemde periode, na te melden
goederen verworven, voorhanden gehad en overgedragen, terwijl hij en
zijn mededaders ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van
die goederen wisten dat het door misdrijf verkregen goederen betrof:
1. 2 cv-ketels en 13 (design)radiatoren, (gestolen
in de periode van 28 tot en met 29 mei 2006) en
2. een laptop (merk Hewlett Packard), (gestolen op 2 juli 2006) en
3. een laptop (merk Fujitsu-Siemens), (gestolen op 8 juli 2006) en
4. een flatscreen (merk Packard Bell), een mini computerkast, een externe
harde schijf, een slijpmachine en een boormachine (Hitachi) met
bijbehorende boormachinekoffer, (gestolen in de periode van 9 tot
en met 10 juli 2006) en
5. I-pods (model Special Edition U2 en model 30
Gigabyte en model 60 Gigabyte) en een digitale camera (merk Sony),
(gestolen in de periode van 29 juni 2006 tot en met 8 juli 2006);
hij in of omstreeks de maand augustus 2005 in het arrondissement Groningen,
tezamen en in vereniging met anderen, (telkens)
met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen
(telkens) door listige kunstgrepen en door een
samenweefsel van verdichtsels, na te melden personen heeft bewogen tot de
afgifte van na te melden geldbedragen,
1. [slachtoffer], wonende te Hilversum, een geldbedrag van 199 euro en
2. [slachtoffer], wonende te Hoogeveen, een geldbedrag van 225 euro en
3. [slachtoffer], wonende te 's-Gravenzande, een geldbedrag van 225 euro en
4. [slachtoffer], wonende te Nistelrode, een geldbedrag van 450 euro en
5. [slachtoffer], wonende te Oss, een geldbedrag van 450 euro en
6. [slachtoffer], wonende te 's-Gravendeel, een geldbedrag van 450 euro en
7. [slachtoffer], wonende te 's-Gravenhage, een geldbedrag van 300 euro en
8. [slachtoffer], wonende te Steenwijk, een geldbedrag van 450 euro en
9. [slachtoffer], wonende te Emmen, een geldbedrag van 100 euro,
hebbende verdachte en zijn mededaders toen aldaar (telkens) met
vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - in strijd met de waarheid,
- onder de naam "Stuntparadijs" een advertentie geplaatst op de website(s)
www.marktplaats.nl en www.speurders.nl en
- in de advertentie een mobiele telefoon en een navigatiesysteem en een
I-pod te koop aangeboden en
- in de advertentie als contactpersoon/adverteerder de naam [medeverdachte]
opgegeven en (vervolgens)
- op het moment dat er telefonisch en/of via de e-mail werd gereageerd op de
advertentie zich bekend gemaakt als "[medeverdachte]" en/of "[medeverdachte]" en
(vervolgens)
- op het moment dat er overeenstemming was bereikt over de koopprijs, de
koper heeft verzocht het overeengekomen geldbedrag en/of een deel van het
overeengekomen geldbedrag als aanbetaling over te maken op rekeningnummer
9532960 ten name van [medeverdachte], onder toezegging dat het gekochte goed
zou worden toegestuurd zodra het geld gestort was,
waardoor voornoemde personen (telkens) werden bewogen tot bovenomschreven
afgifte;
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen onder 1 primair en onder 2 meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen de rechtbank bewezen heeft verklaard levert de volgende strafbare feiten op:
1. Medeplegen van een gewoonte maken van het plegen van opzetheling.
2. Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar, nu ten aanzien van verdachte geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en aangaande zijn persoon opgemaakt rapport, alsmede de vordering van de officier van justitie.
Op grond van het bovenstaande komt de rechtbank tot het oordeel dat een deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf moet worden opgelegd.
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hoogte hiervan in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Verdachte heeft in de eerste plaats zich opnieuw schuldig gemaakt aan een vorm van heling, terwijl hij nog in een proeftijd liep van een voorwaardelijke veroordeling voor dit delict. Verdachte was dus een gewaarschuwd man. Desondanks heeft hij zich op grote schaal opnieuw schuldig gemaakt aan ernstige strafbare feiten op dit terrein. Verdachte heeft door zijn handelen een bijdrage geleverd aan het in stand houden van het criminele circuit (‘Zonder heler geen steler’) terzake.
Daarnaast heeft verdachte in een relatief korte periode een negental personen opgelicht door op website’s als Marktplaats en Speurders goederen te koop aan te bieden en degenen die artikelen van hem wilden kopen vooruit te laten betalen, en de goederen die zij hadden besteld nimmer te leveren. Door aldus misbruik te maken van het vertrouwen van zijn slachtoffers heeft hij een negental slachtoffers gedupeerd voor in totaal meer dan € 3.000,00. Verdachte heeft met zijn handelwijze het noodzakelijke vertrouwen in het handelsverkeer, waarbinnen handel via het internet inmiddels een volledig geaccepteerde tak is, schade toegebracht.
Nu hij juist vanuit de sector waarbinnen hij zijn bedrijf uitoefent, waar het voornoemde vertrouwen essentieel is voor een maatschappelijk verantwoorde bedrijfsvoering, op grote schaal vermogensdelicten heeft gepleegd, acht de rechtbank het niet passend om verdachte een taakstraf op te leggen, zoals door de raadsman is bepleit, wat voor motieven in de persoonlijke levenssfeer dan ook de reden zijn geweest om op een dergelijke manier te handelen.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde straf passend en geboden is.
De rechtbank is van oordeel dat het inbeslaggenomene, te weten een geldbedrag van € 1.435,00, moet worden verbeurd verklaard.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken, dat met behulp van dit geld het onder 1 bewezenverklaarde feit is begaan.
De rechtbank is van oordeel dat het inbeslaggenomene, te weten:
een laptop HP, Compaq NC 4200, moet worden teruggegeven aan [slachtoffer], wonende te Groningen, [.];
een computer minikast zilver, een monitor Packerd Bell, een dataschijf, een boormachine Hitachi groen en een boormachine Hityachi zwart, moet worden teruggegeven aan [slachtoffer], wonende te Groningen, [.];
een laptop Fujitsu-Siemen, moet worden teruggegeven aan [slachtoffer], wonende te Groningen, [.].
Vorderingen van de benadeelde partijen
Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [slachtoffer], wonende te Groningen, [.].
De benadeelde partij, ter terechtzitting aanwezig, heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust.
Ter terechtzitting is door de rechtbank een bevel tot teruggave gegeven van de inbeslaggenomen laptop (merk Fujitsu-Siemens) aan de rechthebbende. Derhalve dient de vordering van de benadeelde partij dienaangaande te worden afgewezen.
Voor het overige is naar het oordeel van de rechtbank aan de benadeelde partij door het bewezenverklaarde niet rechtstreeks schade toegebracht.
De rechtbank zal daarom bepalen dat de benadeelde partij voor het overige in de vordering niet-ontvankelijk is.
Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [slachtoffer], gevestigd te Groningen, [.].
De benadeelde partij, als gemachtigde was ter terechtzitting aanwezig de heer [slachtoffer], heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust.
Naar het oordeel van de rechtbank is de vordering van de benadeelde partij niet van zodanig eenvoudige aard, nu niet zonder meer duidelijk is om hoeveel I-pods het gaat, dat deze zich leent voor behandeling in dit strafproces.
De rechtbank zal daarom bepalen dat de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [slachtoffer], wonende te Hoogeveen, [.].
De benadeelde partij, ter terechtzitting aanwezig, heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust.
Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezenverklaarde rechtstreeks schade is toegebracht tot een bedrag van € 225,00.
De rechtbank zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal aan verdachte de verplichting opleggen voornoemd geldbedrag ten behoeve van de benadeelde partij aan de staat te betalen. De rechtbank heeft daartoe besloten omdat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht en het belang van de benadeelde partij ermee is gediend niet zelf te worden belast met het innen van de toegewezen schadevergoeding.
Verdachte is niet tot vergoeding van bovengenoemd bedrag gehouden voorzover dit al door verdachtes mededader(s) is voldaan.
Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [slachtoffer], wonende te ’s-Gravenzande.
De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust.
Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezenverklaarde rechtstreeks schade is toegebracht tot een bedrag van € 225,00.
De rechtbank zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal aan verdachte de verplichting opleggen voornoemd geldbedrag ten behoeve van de benadeelde partij aan de staat te betalen. De rechtbank heeft daartoe besloten omdat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht en het belang van de benadeelde partij ermee is gediend niet zelf te worden belast met het innen van de toegewezen schadevergoeding.
Verdachte is niet tot vergoeding van bovengenoemd bedrag gehouden voorzover dit al door verdachtes mededader(s) is voldaan.
Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [slachtoffer], wonende te Den Haag, [.].
De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust.
Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezenverklaarde rechtstreeks schade is toegebracht tot een bedrag van € 300,00.
De rechtbank zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal aan verdachte de verplichting opleggen voornoemd geldbedrag ten behoeve van de benadeelde partij aan de staat te betalen. De rechtbank heeft daartoe besloten omdat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht en het belang van de benadeelde partij ermee is gediend niet zelf te worden belast met het innen van de toegewezen schadevergoeding.
Verdachte is niet tot vergoeding van bovengenoemd bedrag gehouden voorzover dit al door verdachtes mededader(s) is voldaan.
Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [slachtoffer], wonende te Emmen, [.].
De benadeelde partij, ter terechtzitting aanwezig, heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust.
Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezenverklaarde rechtstreeks schade is toegebracht tot een bedrag van € 160,07.
De rechtbank zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal aan verdachte de verplichting opleggen voornoemd geldbedrag ten behoeve van de benadeelde partij aan de staat te betalen. De rechtbank heeft daartoe besloten omdat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht en het belang van de benadeelde partij ermee is gediend niet zelf te worden belast met het innen van de toegewezen schadevergoeding.
Verdachte is niet tot vergoeding van bovengenoemd bedrag gehouden voorzover dit al door verdachtes mededader(s) is voldaan.
Vordering na voorwaardelijke veroordeling
onder parketnummer: 654503-05
De officier van justitie heeft op grond van het onherroepelijk geworden vonnis van de politierechter in bovengenoemde rechtbank d.d. 30 januari 2006 gevorderd dat door deze rechtbank een last tot tenuitvoerlegging zal worden gegeven.
Veroordeelde is bij voormeld vonnis veroordeeld tot een geldboete van € 1.000,00 subsidiair 20 dagen hechtenis, waarvan € 500,00 subsidiair 10 dagen hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
Blijkens in genoemde vordering vermeld dossier onder parketnummer 630388-06 heeft de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig gemaakt aan nieuwe strafbare feiten, waarvoor nu een veroordeling volgt.
De rechtbank is van oordeel dat, nu de veroordeelde de in voormeld vonnis gestelde algemene voorwaarde niet heeft nageleefd, alsnog tenuitvoerlegging dient te worden gelast van de niet ten uitvoer gelegde straf.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36f, 47, 57, 326 en 417 van het Wetboek van Strafrecht.
- verklaart het onder 1 primair en het onder 2 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hiervoor is aangegeven, te kwalificeren als voormeld en verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.
- verklaart verdachte voor het bewezenverklaarde strafbaar.
- verklaart het onder 1 primair en het onder 2 meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
- veroordeelt verdachte voor het bewezen- en strafbaar verklaarde tot:
een gevangenisstraf voor de duur van ACHTTIEN MAANDEN.
Beveelt dat bij de tenuitvoerlegging van deze straf de tijd die veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht tenzij die tijd op een andere straf in mindering is gebracht.
Bepaalt dat van deze straf een gedeelte, groot ZES MAANDEN, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders gelast omdat de veroordeelde zich voor het einde van de op 2 jaren gestelde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Verklaart verbeurd:
een geldbedrag van € 1.435,00.
Gelast de teruggave van:
een laptop HP, Compaq NC 4200 aan [slachtoffer], wonende te Groningen, [.];
een computer minikast zilver, een monitor Packerd Bell, een dataschijf, een boormachine Hitachi groen en een boormachine Hityachi zwart aan [slachtoffer], wonende te Groningen, [.];
een laptop Fujitsu-Siemen aan [slachtoffer], wonende te Groningen, [.].
Beslissing op de vorderingen van de benadeelde partijen
(1.3) Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer], wonende te Groningen, [.], af, voorzover het de laptop aangaat en verklaart deze voor het overige niet-ontvankelijk.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten, door de veroordeelde in verband met deze vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
(1.5) Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer], gevestigd te Groningen, [.], in de vordering niet-ontvankelijk.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de veroordeelde ieder de eigen kosten dragen.
(2.2) Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer], wonende te Hoogeveen, [.], toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 225,00 (zegge tweehonderdvijfentwintig euro).
Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
De veroordeelde is niet tot vergoeding van bovengenoemd bedrag gehouden voorzover dit al door veroordeeldes mededader(s) is voldaan.
Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van € 225,00 (zegge tweehonderdvijfentwintig euro) ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer], wonende te Hoogeveen, [.], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 4 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 225,00 ten behoeve van de benadeelde partij, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat.
(2.3) Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer], wonende te
’s-Gravenzande, toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 225,00 (zegge tweehonderdvijfentwintig euro).
Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
De veroordeelde is niet tot vergoeding van bovengenoemd bedrag gehouden voorzover dit al door veroordeeldes mededader(s) is voldaan.
Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van € 225,00 (zegge tweehonderdvijfentwintig euro) ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer], wonende te ’s-Gravenzande, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 4 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 225,00 ten behoeve van de benadeelde partij, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat.
(2.7) Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer], wonende te Den Haag, [.], toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 300,00 (zegge driehonderd euro).
Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
De veroordeelde is niet tot vergoeding van bovengenoemd bedrag gehouden voorzover dit al door veroordeeldes mededader(s) is voldaan.
Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van € 300,00 (zegge driehonderd euro) ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer], wonende te Den Haag, [.], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 6 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 300,00 ten behoeve van de benadeelde partij, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat.
(2.9) Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer], wonende te Emmen, [.], toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 160,07 (zegge honderdzestig euro en zeven cent).
Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
De veroordeelde is niet tot vergoeding van bovengenoemd bedrag gehouden voorzover dit al door veroordeeldes mededader(s) is voldaan.
Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van € 160,07 (zegge honderdzestig euro en zeven cent) ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer], wonende te Emmen, [.], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 160,07 ten behoeve van de benadeelde partij, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat.
Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling
Gelast de tenuitvoerlegging van het vonnis van de politierechter in bovengenoemde rechtbank
d.d. 30 januari 2006 onder parketnummer 654503-05, voorzover betreft de toen voorwaardelijk opgelegde geldboete, groot € 500,00 subsidiair 10 dagen hechtenis.
Dit vonnis is aldus gewezen door mrs. J.P. Evenhuis, voorzitter, M.J.B. Holsink en M. Griffioen, in tegenwoordigheid van A.J. Tholen, als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van
2 november 2006.