ECLI:NL:RBGRO:2006:AZ0753
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.P. Evenhuis
- E.M.J. Brink
- G.H. Boekaar
- Rechtspraak.nl
Poging tot brandstichting door moeder met kinderen
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Groningen op 24 oktober 2006, stond een vrouw terecht die beschuldigd werd van poging tot brandstichting. De verdachte had op 7 juli 2006 in een woning in [plaats] geprobeerd zichzelf en haar kinderen in brand te steken, waarbij zij hen had bedreigd met een aansteker en brandbare vloeistoffen. De vrouw was onder invloed van haar overtuigingen en had verklaard dat Allah wilde dat zij en haar kinderen verbrandden. Echter, op het moment dat zij haar voornemen wilde uitvoeren, werd zij aangesproken door haar moeder en stiefvader, die haar succesvol overhaalden om de aansteker weg te leggen en niet door te zetten met haar plan. De rechtbank concludeerde dat, hoewel de verdachte de intentie had om brand te stichten, zij uiteindelijk zelf de beslissing nam om dit niet uit te voeren. Dit leidde tot de conclusie dat het misdrijf niet was voltooid en dat de verdachte daarom niet strafbaar was. De rechtbank ontsloeg de verdachte van alle rechtsvervolging, waarbij zij de omstandigheden van de zaak en de invloed van de familie op de verdachte in overweging nam. De officier van justitie had gevorderd om de verdachte te veroordelen, maar de rechtbank volgde deze vordering niet. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechtbank zich baseerde op de artikelen 45, 46b, 57 en 157 van het Wetboek van Strafrecht.