ECLI:NL:RBGRO:2006:AX8695

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
15 juni 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
18/670627-05
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervolgingszaak tegen een dakloos echtpaar wegens geweldsdelicten binnen de daklozen gemeenschap

In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 15 juni 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een dakloos echtpaar, beiden verslaafd aan alcohol, die werden vervolgd voor meerdere geweldsdelicten. De verdachten, een man van 39 jaar en een vrouw van 37 jaar, werden beschuldigd van bedreigingen en mishandelingen die plaatsvonden binnen de kring van daklozen en verslaafden in de gemeente Groningen. De officier van justitie eiste terbeschikkingstelling (TBS) vanwege de ernst van de feiten en de verslavingsproblematiek van de verdachten. De rechtbank oordeelde dat een klinische behandeling noodzakelijk was en legde een gevangenisstraf op, gecombineerd met verplichte behandeling.

De tenlastelegging omvatte verschillende geweldsdelicten, waaronder poging tot afpersing en openlijk geweld tegen meerdere slachtoffers. De rechtbank heeft de dagvaarding geldig verklaard, ondanks de bezwaren van de verdediging over de onduidelijkheid van de tenlastelegging. De rechtbank sprak de verdachten vrij van enkele tenlastegelegde feiten, maar achtte andere feiten wettig en overtuigend bewezen, waaronder mishandeling en openlijk geweld.

De rechtbank hield rekening met de eerdere veroordelingen van de verdachten en de ernst van de gepleegde feiten, die een ernstige inbreuk maakten op de integriteit van de slachtoffers en bijdroegen aan een gevoel van onveiligheid binnen de gemeenschap. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, en stelde bijzondere voorwaarden voor reclassering en behandeling. Tevens werd een schadevergoeding van € 700 toegewezen aan een van de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Strafrecht
parketnummer: 18/67062705
datum uitspraak: 15 juni 2006
op tegenspraak
raadsman: mr. D.C. Keuning
vonnis van de rechtbank te Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats op [geboortedatum] 1966,
wonende te [woonplaats],
thans preventief gedetineerd in P.I. Noord ‘De Grittenborgh’ te Hoogeveen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 1 juni 2006.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd: dat
1.
hij op of omstreeks 24 september 2005 in de gemeente Groningen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op de openbare weg
(Vismarkt), met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] te dwingen
tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s), met voormeld oogmerk tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen,
- die [slachtoffer 1] heeft omsingeld/ingesloten, en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd "Geef me je portemonnee, anders schop ik je kop achterstevoren", althans woorden van gelijke aard of strekking, en/of
- (daarbij) met een schroevendraaier, althans een scherp en/of puntig
voorwerp, een of meer stekende bewegingen heeft gemaakt naar/in de richting
van die [slachtoffer 1], althans een schroevendraaier, althans een scherp en/of
puntig voorwerp, aan die [slachtoffer 1] heeft getoond, en/of
- die [slachtoffer 1] (met kracht) heeft geschopt/getrapt, en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft staan schelden en schreeuwen, en/of
- (aldus) een voor die [slachtoffer 1] (be)dreigende situatie heeft geschapen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 24 september 2005 in de gemeente Groningen
met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, Vismarkt, in elk geval op
of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen
[slachtoffer 1], welk geweld bestond uit het
- trappen en/of schoppen van/tegen die [slachtoffer 1], en/of
- met een schroevendraaier, althans een scherp en/of puntig voorwerp, een of
meer stekende bewegingen naar/in de richting van die [slachtoffer 1] maken, en/of
- omsingelen/insluiten en/of (daarbij) schreeuwen/schelden van/tegen die
[slachtoffer 1];
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
A)
hij op of omstreeks 24 september 2005 in de gemeente Groningen
[slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans
met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend (met) een
schroevendraaier, althans een scherp en/of puntig voorwerp, een of meer
stekende bewegingen gemaakt naar/in de richting van die [slachtoffer 1], althans aan
die [slachtoffer 1] getoond en/of (daarbij) deze dreigend de woorden toegevoegd :
"Ik schop je kop achterste voren", althans woorden van gelijke dreigende aard
of strekking;
EN/OF
B)
hij op of omstreeks 24 september 2005 in de gemeente Groningen
opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 1]), heeft getrapt
en/of geschopt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft
ondervonden;
2 A)
hij op of omstreeks 13 september 2005 in de gemeente Groningen
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een hoeveelheid bier, geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen
vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
die [slachtoffer 2], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of
aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren,
met voormeld oogmerk tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans
alleen,
- die [slachtoffer 2] heeft omsingeld/ingesloten, en/of
- die [slachtoffer 2] de weg heeft versperd, althans voor die [slachtoffer 2] is gaan staan, en/of
- die [slachtoffer 2] (met) een vinger in de maag heeft geduwd/geprikt, en/of
- tegen die [slachtoffer 2] heeft geschreeuwd/gezegd: "Wij willen bier", "Jij hebt wel
bier", "Jij krijgt problemen met mij", "Ik ga je kop verbouwen" en/of "Wij
krijgen je nog wel en dan krijg je klappen", althans woorden van gelijke
aard of strekking,
- (aldus) een voor die [slachtoffer 2] (be)dreigende situatie heeft geschapen,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid, alleen
EN/OF
B)
hij op of omstreeks 13 september 2005 in de gemeente Groningen
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op de openbare weg
(aan/nabij Bloemsingel) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en)
wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van een hoeveelheid bier, in elk geval van enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
met voormeld oogmerk tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans
alleen,
- die [slachtoffer 2] heeft omsingeld/ingesloten, en/of
- die [slachtoffer 2] de weg heeft versperd, althans voor die [slachtoffer 2] is gaan staan, en/of
- die [slachtoffer 2] (met) een vinger in de maag heeft geduwd/geprikt, en/of
- tegen die [slachtoffer 2] heeft geschreeuwd/gezegd: "Wij willen bier", "Jij hebt wel
bier", "Jij krijgt problemen met mij", "Ik ga je kop verbouwen" en/of "Wij
krijgen je nog wel en dan krijg je klappen", althans woorden van gelijke
aard of strekking,
- (aldus) een voor die [slachtoffer 2] (be)dreigende situatie heeft geschapen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf (telkens) niet is voltooid;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 13 september 2005 in de gemeente Groningen
met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, aan/nabij Bloemsingel, in
elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft
gepleegd tegen [slachtoffer 2], welk geweld bestond uit het
- (met) een vinger in de maag van die [slachtoffer 2] duwen/prikken, en/of
- die [slachtoffer 2] omsingelen/insluiten/tegenhouden, en/of
- (daarbij) tegen die [slachtoffer 2] roepen/schreeuwen/zeggen "Ik/We ga(an) je kop
verbouwen" en/of "Wij krijgen je nog wel en dan krijg je klappen", althans
woorden van gelijke aard of strekking;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 13 september 2005 in de gemeente Groningen,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer 2]
heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware
mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn
mededader(s) opzettelijk dreigend die [slachtoffer 2] (met) een vinger in de maag/buik
geduwd/geprikt en/of (daarbij) deze dreigend de woorden toegevoegd : "Ik/We
ga(an) je kop verbouwen" en/of "Wij krijgen je nog wel en dan krijg je
klappen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3.
hij in of omstreeks de periode van 2 tot en met 18 september 2005 in de
gemeente Groningen meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, (telkens) met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, aan/nabij Martinikerkhof en/of
Gedempte Zuiderdiep, in elk geval (telkens) op of aan een openbare weg,
openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 3], welk
geweld (telkens) bestond uit het stompen, slaan, trappen en/of schoppen van
die [slachtoffer 3];
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 2 tot en met 18 september 2005 in de
gemeente Groningen meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 3]) heeft gestompt, geslagen, getrapt en/of geschopt, waardoor voornoemde [slachtoffer 3] (telkens) letsel heeft bekomen en/of pijn
heeft ondervonden;
4.
hij op of omstreeks 29 mei 2005 in de gemeente Groningen tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, aan een persoon genaamd [slachtoffer 4], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (gebroken neus), heeft toegebracht, door deze tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen, opzettelijk (met kracht) in/tegen het gezicht/hoofd te stompen en/of te slaan;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 29 mei 2005 in de gemeente Groningen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan een persoon genaamd [slachtoffer 4], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen,
die [slachtoffer 4] (met kracht) in/tegen het gezicht/hoofd heeft gestompt en/of
geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 29 mei 2005 in de gemeente Groningen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 4]) (met kracht) in/tegen het gezicht/hoofd heeft gestompt en/of geslagen,
tengevolge waarvan deze zwaar lichamelijk letsel (gebroken neus), althans enig
lichamelijk letsel, heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld.
De verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Geldigheid van de dagvaarding
Namens verdachte is ter terechtzitting aangevoerd dat de dagvaarding waar deze ziet op het onder 3 primair en subsidiair tenlastegelegde nietig verklaard dient te worden, omdat onvoldoende duidelijk omschreven is op welke momenten en op welke plaatsen de openlijke geweldpleging dan wel de mishandeling zou hebben plaatsgevonden.
De rechtbank overweegt dienaangaande dat in het onder 3 primair en subsidiair tenlastegelegde een periode is aangegeven waarin op verschillende plaatsen door verdachte gewelddadige handelingen zouden zijn verricht tegen het slachtoffer. Naar het oordeel van de rechtbank is hiermee voldoende duidelijk omschreven hetgeen verdachte wordt verweten.
Derhalve is de dagvaarding ook waar deze ziet op het onder 3 primair en subsidiair tenlastegelegde geldig.
Vrijspraak
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair, subsidiair en meer subsidiair onder A tenlastegelegde heeft begaan, nu uit het strafdossier enkel uit de verklaring van aangever blijkt dat er sprake zou zijn geweest van een poging tot diefstal met geweldpleging dan wel bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Gelet op de verklaring van verdachte dat hij het slachtoffer tegen diens hand heeft geschopt, acht de rechtbank wél wettig en overtuigend bewezen hetgeen onder 1 meer subsidiair onder B ten laste is gelegd.
Bewijsoverweging
De rechtbank acht gelet op de aangifte van [slachtoffer 3], de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] en de verklaring van verdachte het onder 3 primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen, nu uit deze verklaringen blijkt dat verdachte tussen 2 en 18 september 2005 tezamen met zijn echtgenote het slachtoffer zowel nabij het Martinikerkhof als het Gedempte Zuiderdiep heeft geschopt, gestompt en geslagen.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair, 1 meer subsidiar onder A en onder 2 onder A tenlastegelegde heeft begaan. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 meer subsidiair onder B, onder 2 onder B, 3 primair en 4 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1 meer subsidiair onder B -
hij op 24 september 2005 in de gemeente Groningen opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 1]), heeft geschopt, waardoor deze pijn heeft ondervonden;
2 B -
hij op 13 september 2005 in de gemeente Groningen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, op de openbare weg
(nabij Bloemsingel) met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van een hoeveelheid bier, toebehorende aan [slachtoffer 2], met voormeld oogmerk tezamen en in vereniging met zijn mededader,
- die [slachtoffer 2] heeft ingesloten, en
- die [slachtoffer 2] de weg heeft versperd, en
- die [slachtoffer 2] met een vinger in de maag heeft geduwd, en
- tegen die [slachtoffer 2] heeft geschreeuwd: "Wij willen bier", "Jij hebt wel
bier", "Jij krijgt problemen met mij", "Ik ga je kop verbouwen" en "Wij
krijgen je nog wel en dan krijg je klappen", en
- aldus een voor die [slachtoffer 2] een bedreigende situatie heeft geschapen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3 primair -
hij in de periode van 2 tot en met 18 september 2005 in de gemeente Groningen
meermalen, op verschillende tijdstippen, telkens met een ander, op de openbare weg, aan/nabij het Martinikerkhof en het Gedempte Zuiderdiep, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 3], welk geweld bestond uit het stompen, slaan, trappen en/of schoppen van die [slachtoffer 3];
4 primair -
hij op 29 mei 2005 in de gemeente Groningen tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, aan een persoon genaamd [slachtoffer 4], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (gebroken neus), heeft toegebracht, door deze tezamen en in vereniging met zijn mededader, opzettelijk (met kracht) tegen het hoofd te stompen.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen onder 1 meer subsidiair onder B, onder 2 onder B, 3 primair en 4 primair meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Kwalificatie
Hetgeen de rechtbank als bewezen heeft aangenomen levert de volgende strafbare feiten op:
1 meer subsidiair onder B
Mishandeling;
2 B -
Poging tot afpersing, gepleegd door twee of meer verenigde personen;
3 primair -
Het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen, meermalen gepleegd;
4 primair -
Medeplegen van zware mishandeling.
Strafbaarheid van de verdachte
Ten aanzien van de strafbaarheid van verdachte heeft de rechtbank gelet op de psychiatrische onderzoeksrapportage d.d. 26 mei 2006, opgemaakt door T.W.D.P. van Os, psychiater, en de psychologische onderzoekerrapportage d.d. 18 mei 2006, opgemaakt door J.P. Pauw, klinisch psycholoog.
De conclusies van deze rapporten luiden, zakelijk weergegeven, dat het ten laste gelegde indien bewezen verklaard aan verdachte in verminderde mate kan worden toegerekend. De rechtbank kan zich met deze conclusies verenigen en neemt deze over.
De rechtbank acht verdachte derhalve strafbaar, nu ten opzichte van verdachte ook overigens geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
Motivering straf
Bij de bepaling van de straf, die aan verdachte zal worden opgelegd, heeft de rechtbank rekening gehouden met:
a) - de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de vordering van de officier van justitie, te weten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf conform het voorarrest en oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging;
b) de persoon van de verdachte zoals naar voren is gekomen uit:
- het onderzoek op de terechtzitting d.d. 1 juni 2006;
- de inhoud van een uittreksel uit het algemeen documentatieregister omtrent verdachte d.d. 12 oktober 2005. Hieruit blijkt dat verdachte reeds eerder is veroordeeld wegens het plegen van strafbare feiten;
- het over verdachte door Verslavingszorg Noord Nederland te Groningen uitgebrachte adviesrapport d.d. 24 oktober 2005;
- het over verdachte door Verslavingszorg Noord Nederland te Groningen uitgebrachte maatregelenrapport d.d. 1 juni 2006;
- het briefrapport d.d. 17 november 2005 van de Forensische Psychiatrische Dient Groningen;
- voormelde psychiatrische onderzoeksrapportage d.d. 26 mei 2006;
- voormelde psychologische onderzoeksrapportage d.d. 18 mei 2006;
c) de omstandigheid dat verdachte, zoals deze ter terechtzitting heeft erkend, zich behalve aan het bewezen en strafbaar verklaarde, ook schuldig heeft gemaakt aan het plegen van 2 andere strafbare feiten, hetgeen blijkt uit het dossier met parketnummer 18/670627-05, en welke feiten ter kennisneming aan de rechtbank zijn voorgelegd naast hetgeen in de tenlastelegging staat vermeld.
De officier van justitie heeft verdachte door middel van een in de dagvaarding gedane mededeling ervan op de hoogte gesteld dat deze feiten eveneens aan de rechtbank zouden worden voorgelegd.
Vrijheidsstraf
Op grond van het bovenstaande komt de rechtbank tot het oordeel dat een deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur moet worden opgelegd.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Verdachte heeft zich tezamen met zijn echtgenote schuldig gemaakt aan meerdere strafbare feiten. Zij hebben geprobeerd medeverslaafden tot het afgeven van onder andere bier te dwingen, waarbij zij niet hebben geschroomd hun eisen door middel van geweld kracht bij de zetten. Met dit handelen hebben zij een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van de slachtoffers. Voorts heeft hun handelen bijgedragen tot een gevoel van onveiligheid bij hun medeverslaafden.
Daarnaast heeft de rechtbank meegewogen dat verdachte reeds eerder is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten.
Anderzijds heeft de rechtbank meegewogen dat in de aangaande verdachte opgestelde rapportages is aangegeven dat - indien bewezen verklaard - het tenlastegelegde aan verdachte in verminderende mate kan worden toegerekend. Bij verdachte is sprake van een sterke afhankelijkheid van alcohol en in mindere mate van andere middelen. Er is verder sprake van een gemengde persoonlijkheidsstoornis met antisociale en afhankelijke trekken. De impulscontrole is zeer gebrekkig wat leidt tot grensoverschrijdingen op allerlei terreinen. Intellectueel gezien functioneert verdachte op zwakbegaafd niveau.
In de rapportages is aangegeven dat het niet te verwachten is dat verdachte zich zonder verandering voortaan in de maatschappij behoorlijk zal gedragen en dat dan zonder verandering de kans op herhaling groot is. Het gedrag van verdachte is mogelijk te veranderen indien hij klinisch zal worden behandeld.
Ter terechtzitting hebben verdachte en zijn echtgenote aangegeven dat zij de noodzaak van behandeling inzien en dat zij gemotiveerd zijn aan hun problematiek te werken en hun leven een andere richting te geven. Daarnaast hebben ze aangegeven dat ze inzien dat een gezamenlijke behandeling niet mogelijk is en dat ze openstaan voor afzonderlijke behandeling.
Gelet op het feit dat de door verdachte gepleegde feiten situationeel zijn bepaald, dat hij nimmer gelijktijdig noch gescheiden van zijn echtgenote is behandeld en dat hij heeft aangegeven dat hij gemotiveerd is om een behandeling te volgen, zal de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde maatregel van terbeschikkingstelling niet opleggen. De rechtbank overweegt daarbij dat een terbeschikkingstelling als een uiterst middel aangemerkt dient te worden, welke thans gelet op andere afdoeningmogelijkheden (nog) niet is bereikt.
De rechtbank zal aan verdachte een forse gevangenisstraf opleggen, waarvan een groot deel in voorwaardelijke vorm. Dit om de daaraan gekoppelde bijzondere voorwaarden een voldoende grond voor nakoming te bieden. De bijzondere voorwaarden zullen bestaan uit verplicht reclasseringscontact alsmede dat verdachte zich ter behandeling klinisch zal laten opnemen.
De rechtbank zal, gelet op de problematiek van verdachte, de lengte van de proeftijd op 3 jaar stellen.
Vordering van de benadeelde partij
Feit 4
Als benadeelde partij heeft zich voor de terechtzitting schriftelijk in het strafproces gevoegd [slachtoffer 4].
Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde rechtstreeks schade is toegebracht tot een bedrag van € 700.
De rechtbank zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
Hoofdelijkheid
De verdachte is niet tot vergoeding van bovengenoemd bedrag gehouden voor zover dat al door verdachtes mededader is voldaan.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal aan verdachte de verplichting opleggen voornoemd geldbedrag ten behoeve van de benadeelde partij aan de staat te betalen. De rechtbank heeft daartoe besloten omdat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht en het belang van het slachtoffer ermee is gediend niet zelf te worden belast met het innen van de toegewezen schadevergoeding.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 36f, 45, 57, 141, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
Verklaart het onder 1 primair, 1 subsidiair, 1 meer subsidiair onder A en het onder 2 onder A tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 meer subsidiair onder B, onder 2 onder B, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hierboven is aangegeven, te kwalificeren als voormeld en verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.
Verklaart verdachte voor het bewezenverklaarde strafbaar.
Verklaart het onder 1 meer subsidiair onder B, onder 2 onder B, 3 primair en 4 primair meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt de verdachte voor het bewezen en strafbaar verklaarde tot:
- een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden.
Beveelt dat bij de tenuitvoerlegging van deze straf de tijd, die veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht tenzij die tijd op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Bepaalt dat van deze straf een gedeelte, groot 10 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders gelast omdat de veroordeelde zich voor het einde van de op drie jaren gestelde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat de tenuitvoerlegging óók kan worden gelast indien de veroordeelde gedurende de proeftijd de bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal zich gedurende de proeftijd gedragen naar voorschriften en aanwijzingen te geven door of namens Reclassering Nederland te Groningen, zolang deze instelling dat gedurende de proeftijd nodig oordeelt. Draagt deze instelling op om veroordeelde hulp en steun te verlenen bij de naleving van de bijzondere voorwaarde;
- de veroordeelde zal zich ter behandeling laten opnemen in een door de Reclassering Nederland te Groningen te bepalen instelling en aldaar verblijven zolang de leiding van die instelling dat noodzakelijk acht.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4], toe en veroordeelt veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 700 (zegge: zevenhonderd euro). Veroordeelt veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
De veroordeelde is niet tot vergoeding van bovengenoemd bedrag gehouden voor zover dat al door veroordeeldes mededader is voldaan.
Verplicht veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van € 700 (zegge: zevenhonderd euro) ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 4], wonende aan [adres] bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 14 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Heeft veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 700 ten behoeve van het slachtoffer, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat.
Dit vonnis is aldus gewezen door mrs. M.W. de Jonge, voorzitter, M. Griffioen en C.L.B. Kocken, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.H. Beuker als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 juni 2006.