ECLI:NL:RBGRO:2006:AV9124
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wijziging omgangsregeling op verzoek van minderjarige
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 28 maart 2006 uitspraak gedaan over de wijziging van een omgangsregeling tussen een vader en zijn minderjarige kind, hierna aangeduid als [het kind]. De rechtbank heeft de vader en moeder gehoord tijdens een zitting op 12 januari 2006, waarbij ook mevrouw A.I. van Dijk van de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig was. De ouders zijn gescheiden sinds 23 juni 1998 en hebben samen het gezag over [het kind] en een tweede kind, [kind 2]. De kinderen wonen bij de moeder.
[Het kind] heeft op 9 december 2005 een brief geschreven aan de rechtbank waarin hij verzoekt om wijziging van de omgangsregeling. Momenteel gaat hij eens in de veertien dagen een weekend naar zijn vader, maar hij wil graag alleen op zondag naar zijn vader. Hij heeft aangegeven zich 's nachts niet veilig te voelen bij zijn vader en wil in de vakanties overleggen over de bezoekregeling. De moeder steunt het verzoek van [het kind] en geeft aan dat hij erg gespannen is over de situatie. [Het kind] heeft ernstige ADHD-problematiek en voelt zich niet op zijn gemak bij zijn vader, vooral omdat hij [kind 2] niet ziet en vader geen gebarentaal beheerst.
De vader is verrast door het verzoek van [het kind] en stelt dat hij nooit heeft gehoord dat [het kind] zich onveilig voelt. Hij geeft aan dat hij altijd voor [het kind] zorgt en dat ze samen weinig activiteiten ondernemen vanwege financiële beperkingen. De rechtbank heeft de situatie zorgvuldig gewogen en komt tot de conclusie dat de omgangsregeling moet worden gewijzigd. De rechtbank respecteert de gevoelens van [het kind] en stelt vast dat hij eens in de veertien dagen op zondag bij zijn vader kan zijn. Tevens wordt de vader aangeraden om meer initiatieven te nemen voor gezamenlijke activiteiten.
Wat betreft de omgang met [kind 2] benadrukt de rechtbank het belang van contact tussen vader en dochter. De rechtbank moedigt beide ouders aan om samen te werken aan een vorm van contact, waarbij de vader ook zijn kennis van gebarentaal moet verbeteren. De rechtbank wijzigt de beschikking van 23 juni 1998 en stelt de nieuwe omgangsregeling vast, waarbij de vader [het kind] één zondag per veertien dagen en in de schoolvakanties bij zich mag ontvangen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.