ECLI:NL:RBGRO:2006:AV6087

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
10 maart 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
84813 / KG ZA 06-50
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van openbare verkoop van onroerende zaak wegens misbruik van recht door hypotheekhouder

In deze zaak hebben eisers, [eiser sub 1] en [eiser sub 2], beiden wonende te Stedum, een kort geding aangespannen tegen de ABN AMRO BANK N.V. wegens een betalingsachterstand op hun hypotheeklasten. De bank had, gebruikmakend van haar recht van parate executie, een openbare veiling van de woning van eisers aangekondigd. Eisers vorderden schorsing van deze executie, stellende dat de bank misbruik maakte van haar recht door de veiling aan te zeggen terwijl zij in een penibele financiële situatie verkeerden. De voorzieningenrechter oordeelde dat de bank, gezien de bijzondere omstandigheden, eisers meer tijd had moeten geven om de achterstallige rente te voldoen. De betalingsachterstand was op dat moment teruggebracht tot € 1.819,76, en eisers hadden sinds augustus 2005 hun maandelijkse rentetermijnen weer voldaan. De voorzieningenrechter schorste de geplande executie voor een periode van zes maanden, tot 15 september 2006, onder de voorwaarde dat eisers de lopende maandelijkse hypotheekrentetermijnen blijven voldoen. Tevens werd de bank veroordeeld in de kosten van het geding.

Uitspraak

[eiser sub 1],
[eiser sub 2],
beiden wonende te Stedum,
eisers,
procureur mr. J. de Graaf,
en
de naamloze vennootschap ABN AMRO BANK N.V.,
statutair gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. R. Dijkema.
PROCESVERLOOP
Eisers hebben gedaagde doen dagvaarden in kort geding.
De vordering strekt ertoe gedaagde bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te verbieden over te gaan tot openbare verkoop van de onroerende zaak, eigendom van eisers, gelegen aan de [adres], zulks onder verbeurte van een dwangsom van € 12.200,-- bij overtreding door gedaagde van dit verbod. Een en ander met veroordeling van gedaagde in de kosten van het geding.
...
RECHTSOVERWEGINGEN
1.Vaststaande feiten:
a. Eisers zijn bij een op 18 augustus 2004 verleden hypotheekakte met gedaagde een overeenkomst van geldlening aangegaan voor een bedrag van € 122.000,-- tegen een rentepercentage van 5,1% per jaar. Bij dezelfde akte hebben eisers hun woning aan de [adres] ten behoeve van gedaagde bezwaard met het recht van eerste hypotheek
b. In de hypotheekakte is –voor zover hier van belang- het volgende bepaald:
4. Indien enige volgens de in deze Akte vastgestelde overeenkomst verschuldigde betaling niet op de daarvoor gestelde vervaldag geschiedt, zal boven de alsdan geldende rente over het niet betaalde bedrag een boete van een procent (1%) per maand verschuldigd zijn, waarbij een gedeelte van een maand voor een volle maand wordt gerekend.
5. De geldlening of het restant daarvan met rente is terstond opeisbaar, zonder dat enige ingebrekestelling nodig zal zijn:
a. ingeval van nalatigheid in de terugbetaling of rentebetaling op de hiervoor bepaalde tijd en wijze en bij niet-nakoming of overtreding van één of meer van de in deze Akte toepasselijk verklaarde bepalingen.
...
g. bij ernstige mate van tekortkoming in de betaling of staking van de betaling van de premies van de bij deze Akte te verpanden polis van gemengde levensverzekering.
...
Partijen verklaarden te zijn overeengekomen dat op deze hypotheekstelling van toepassing zijn de Algemene Bepalingen voor Hypotheekstelling (...) In deze bepalingen komen ondermeer de volgende bedingen voor:
a. Parate executie
Indien de Schuldenaar in verzuim is met de voldoening van hetgeen waarvoor het recht van hypotheek is verleend, is de Bank bevoegd het Verbondene geheel of gedeeltelijk in het openbaar ten overstaan van een notaris te doen verkopen.
c. Eisers hebben in de periode van december 2004 tot en met juni 2005 de maandelijkse verschuldigde hypotheekrente niet voldaan.
d. Gedaagde heeft bij brief van 27 mei 2005 in verband met de betalingsachterstand van eisers van € 3.362,53 de hoofdsom met rente opeisbaar gesteld en eisers gesommeerd om deze, vermeerderd met boeterente en incassokosten -in totaal € 130.993,36- uiterlijk op 10 juni 2005 te voldoen. In dezelfde brief heeft gedaagde aangekondigd tot openbare verkoop ex artikel 3:268 BW te zullen overgaan indien het totaalbedrag niet tijdig wordt ontvangen.
e. Eisers hebben op 12 juli 2005 een bedrag van € 2.500,-- en op 10 september 2005 een bedrag van € 300,-- gestort ter (gedeeltelijke) inlossing van de betalingsachterstand. Vanaf augustus 2005 tot heden hebben zij de (sedertdien verschenen) maandtermijnen voldaan.
f. Gedaagde heeft eisers bij brief van 11 oktober 2005 bericht dat zij de notaris opdracht gaf de procedure voor openbare verkoop in gang te zetten. Op dat moment bedroeg de betalingsachterstand van eisers € 1.819,76.
g. Bij brief van 25 november 2005 heeft gedaagde eisers bericht dat de aan de hypotheek verbonden “Meegroeiverzekering” is komen te vervallen aangezien de premie vanaf december 2004 is gestorneerd en de waarde van de verzekering onvoldoende is (geworden) om daaraan poliskosten en risicopremies te kunnen onttrekken.
h. De veiling van de woning van eisers staat gepland op 15 maart 2006. Gedaagde heeft eisers bij brief van 7 februari 2006 bericht dat zij bereid is de veiling te annuleren indien eisers de betalingsachterstand plus bijkomende veilingkosten voldoen.
2. Standpunt van eisers
Gedaagde kan in alle redelijkheid geen gebruik maken van haar recht om de woning openbaar te verkopen. Door een samenloop van omstandigheden is een betalingsachterstand ontstaan en is de huidige financiële positie van eisers zodanig dat het niet mogelijk is deze ineens af te lossen.
[eisers sub 1] is eind 2004 werkloos geworden en heeft als gevolg van verschil van mening tussen zijn toenmalige werkgever -een uitzendbureau- en de uitkeringsinstantie in de periode november 2004 tot en met mei 2005 in het geheel geen inkomsten gehad. Het uitzendbureau stelde zich namelijk op het standpunt dat de arbeidsovereenkomst met [eisers sub 1] voor bepaalde tijd was aangegaan, terwijl de uitkeringsinstantie de mening was toegedaan dat het een overeenkomst voor onbepaalde tijd betrof. Uiteindelijk is de arbeidsovereenkomst van [eisers sub 1] na een juridische procedure in de loop van 2005 ontbonden. De ontbindingsvergoeding die [eisers sub 1] heeft ontvangen is in juli 2005 nagenoeg geheel overgemaakt naar gedaagde, ter betaling van de hypotheekrente van de maand juli 2005 en ter (gedeeltelijke) voldoening van de betalingsachterstand. Met ingang van augustus 2005 hebben eisers de maandelijkse rentetermijnen telkens voldaan. Nu zij op een bijstandsuitkering zijn aangewezen, zijn ze niet in staat de achterstallige rente ineens te voldoen.
Eisers hebben geruime tijd geleden een uitkering aangevraagd over de periode november 2004 tot en met mei 2005 waarin zij geen inkomsten hebben genoten. De uitkeringsinstantie -die gereorganiseerd is- is de formulieren echter kwijtgeraakt waardoor het tot heden nog niet tot uitbetaling is gekomen.
Daarnaast zijn eisers in een juridische procedure verwikkeld geweest met de verkoper van de woning, aangaande verborgen gebreken. Uiteindelijk is die zaak geschikt waarbij is overeengekomen dat de verkoper geld zou betalen aan eisers. De verkoper is echter in de schuldsanering geraakt en kan derhalve de overeengekomen schikking niet nakomen.
Eisers verwachten binnenkort over gelden te beschikken om de achterstallige rente alsnog aan gedaagde te kunnen voldoen. Zo wordt naast de achterstallige uitkeringsgelden een teruggave van de belastingdienst verwacht over het jaar 2003 van circa € 3.000,--. Tevens hebben eisers een aanvraag voor een lening ingediend bij de Volkskredietbank. Daarnaast heeft [eiser sub 2] uitzicht op een baan in de gezondheidszorg.
Indien de woning executoriaal wordt verkocht zal deze, gelet op de huidige staat, vermoedelijk slechts € 50.000,-- opbrengen zodat eisers met een aanzienlijke restschuld blijven zitten. [eisers sub 1] is momenteel bezig de gebreken aan de woning eigenhandig te herstellen.
3. Standpunt van gedaagde
Gedaagde is ingevolge van het Basel II kapitaalakkoord gehouden een voorziening te treffen zodra een debiteur een betalingsachterstand heeft. Zij heeft derhalve belang bij gebruikmaking van haar bevoegdheid om tot een openbare verkoop van de woning van eisers over te gaan. Eisers hebben geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat zij op korte termijn zullen beschikken over gelden om de totale schuld (achterstallige rente en de reeds gemaakte kosten van executie, in totaal ca. € 6.250,--) in te lossen. Daar komt bij dat de premie van de aan de hypotheek gekoppelde verzekering inmiddels geroyeerd is omdat de premie niet meer werd betaald. Daarmee komt de terugbetaling van de lening in het gedrang en ook dit is een reden om tot parate executie over te gaan.
4. Beoordeling van het geschil:
Niet in geschil is dat gedaagde als hypotheekhouder, op grond van de tussen partijen geldende overeenkomst en de toepasselijke voorwaarden, het recht heeft om tot openbare verkoop van de woning van eisers over te gaan bij een betalingsachterstand. Ter beoordeling ligt de vraag voor of gedaagde in het onderhavige geval misbruik maakt van dit recht.
De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat dit, gezien de gegeven omstandigheden, het geval is. Zij overweegt daartoe als volgt.
Onweersproken is dat [eisers sub 1] eind 2004 zijn baan is kwijtgeraakt en dat eisers als gevolg van discussie tussen de werkgever en de uitkeringsinstantie gedurende een periode van tenminste zes maanden in het geheel geen inkomsten hebben genoten. [eisers sub 1] heeft vervolgens in juli 2005 een ontbindingsvergoeding ontvangen, waarvan niet betwist is dat deze nagenoeg geheel is aangewend ter aflossing van de in genoemde periode ontstane betalingsachterstand. Voorts staat vast dat eisers nadat zij de beschikking kregen over een uitkering vanaf augustus 2005 de maandelijkse rentetermijnen weer (tijdig) zijn gaan voldoen en dat zij in september 2005 € 300,-- hebben ingelost op de betalingsachterstand.
Niet betwist is voorts dat gedaagde van de penibele (financiële) situatie van eisers op de hoogte was en dat eisers haar verzocht hebben geduld te betrachten. Eisers hebben aangegeven dat zij binnen afzienbare termijn een belastingrestitutie over het jaar 2003 kunnen verwachten en dat zij in gesprek zijn met de Volkskredietbank. De voorzieningenrechter acht een en ander voorshands voldoende aannemelijk geworden.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat gedaagde, gelet op de bijzondere omstandigheden van het geval, eisers meer tijd had moeten geven om de achterstallige rente te voldoen. Door desalniettemin in oktober 2005, op welk moment de betalingsachterstand was teruggebracht tot € 1.819,76, de openbare verkoop aan te zeggen en opdracht te geven aan de notaris om de veiling voor te bereiden, heeft gedaagde misbruik gemaakt van haar recht. Dit klemt te meer nu gedaagde ter zitting de verwachting heeft uitgesproken dat de woning, gelet op de huidige staat van de woning, bij openbare verkoop slechts € 60.000,-- zal opbrengen, hetgeen bij lange na niet genoeg is om de hypotheekschuld af te lossen, terwijl [eisers sub 1] heeft aangevoerd dat hij doende is de woning (eigenhandig) op te knappen en dat hij reeds beschikt over de daarvoor benodigde materialen. In de rede ligt dat van deze herstelwerkzaamheden een waardevermeerderend effect zal uitgaan en zodoende mede in het belang van gedaagde is. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de belangen van gedaagde bij executie moeten wijken voor het belang van eisers om nog een terme de grâce te krijgen. De voorzieningenrechter zal de voor 15 maart 2006 geplande executie daarom schorsen voor de periode van een half jaar, derhalve tot 15 september 2006, zulks onder de voorwaarde dat eisers de lopende maandelijkse hypotheekrentetermijnen zullen blijven voldoen. Indien eisers de achterstallige rentetermijnen en vertragingsrente voor 15 september 2006 geheel hebben voldaan en zij tevens de lopende maandtermijnen zijn blijven betalen, dienen de kosten verband houdend met de (te vroeg in gang gezette) executieveiling naar voorshands oordeel van de voorzieningenrechter voor rekening van gedaagde te blijven.
Weliswaar heeft de bank ter zitting nog aangevoerd dat de aan de hypotheek gekoppelde verzekering inmiddels is geroyeerd en dat dit op grond van artikel 4 sub g van de hypotheekakte een zelfstandige grond voor parate executie vormt, doch de voorzieningenrechter gaat daaraan voorbij nu gesteld noch gebleken is dat gedaagde haar beslissing om tot executie over te gaan (mede) op die omstandigheid heeft gegrond. Gedaagde heeft voortzetting van de verzekering ook niet als voorwaarde gesteld voor het afzien van de openbare verkoop. Zij heeft daartoe bij brief van 7 februari 2006 immers uitsluitend als voorwaarde gesteld het voldoen van de betalingsachterstand alsmede de bijkomende veilingkosten. Blijkens de door gedaagde als productie 1 in het geding gebrachte specificatie bestaat de totale achterstand uit achterstallige rente, vertragingsrente en veilingkosten.
De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding een dwangsom op te leggen nu de executie wordt geschorst en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard.
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding.
BESLISSING
De voorzieningenrechter:
1. schorst de op 15 maart 2006 geplande executieveiling betreffende de openbare verkoop van de onroerende zaak staande en gelegen te [woonplaats] aan de [adres], kadastraal bekend gemeente [kadastrale gegevens] en het aldaar gelegen perceel tuingrond, kadastraal bekend [kadastrale gegevens] voor de duur van een half jaar derhalve tot en met 15 september 2006, zulks onder de voorwaarde dat eisers de lopende maandelijkse hypotheekrentetermijnen aan gedaagde blijven voldoen;
2. veroordeelt gedaagde in de kosten van de procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van eisers begroot op € 248,-- aan verschotten en op € 816,-- aan salaris van de procureur;
3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4. wijst af het meer of anders gevorderde.